Extra geld voor cultuur en meer kansen voor provincies

Minister Bussemaker (OCW) maakt 18,6 miljoen extra vrij binnen de cultuurbegroting. Dat schrijft ze in haar brief aan de Tweede Kamer `Ruimte voor cultuur. Uitgangspunten cultuurbeleid 2017-2020'. Dit betreft deels verhogingen van bestaande budgetten en deels het continueren van reeds ingezette extra investeringen. Hiermee volgt zij deels het advies van de Raad voor Cultuur van april 2015, waarin werd opgeroepen om meer te investeren in de cultuursector.

Bussemaker laat verder weten dat ze de suggestie van de Raad voor Cultuur om stedelijke regio's zelf met een inhoudelijke visie op cultuur te laten komen een goed idee vindt. Hiermee zouden volgens haar vraag en aanbod beter op elkaar kunnen aansluiten. Het totaalbeeld van een landelijke, fijnmazige stelsel moet volgens de minister nu en in de toekomst overeind blijven.

Ook provincies onderschrijven het idee van een meer decentraal vormgegeven cultuurbeleid. Gedeputeerde Mariette Pennarts (Utrecht) ziet een mooie rol weggelegd voor provincies. "Dit advies biedt kansen voor provincies, omdat provincies er voor kunnen zorgen dat stad en regio profiteren van deze decentrale benadering en dat ook het ommeland integraal wordt meegenomen in regionale cultuurplannen. Provincies zijn het cement in de regio".

Geen bezuiniging repareren

Het extra geld dat Bussemaker toezegt, is onder meer bedoeld voor jeugdgezelschappen (dans en theater), festivals, talentontwikkeling, het Metropole orkest, Tropenmuseum en verschillende programma's en regelingen ter bevordering van ondernemerschap en samenwerking in de cultuursector.

Opvallend is dat het budget bij het Mondriaanfonds voor de samenwerkingsregeling voor musea wordt gehalveerd tot 1 miljoen per jaar. De minister verwacht straks bij aanvragen van regionale musea een matching van de decentrale overheden . Dat van decentrale overheden wordt verwacht dat zij een

bezuiniging van de minister repareren vinden wij geen goed idee. Het gaat ten koste van de cultuursector, die voor de dekking van haar projectbegroting nog meer andere inkomsten dan subsidies moet vergaren.

Vijf thema's

In de nieuwe cultuurplanperiode zal de minister inzetten op vijf thema's: cultuureducatie, talentontwikkeling, de maatschappelijke waarde van cultuur, digitalisering en internationaal cultuurbeleid. Binnen al deze pijlers worden drie uitgangspunten gehanteerd: versterken van de kwaliteit,

innovatie en samenwerking. Ook provincies hechten veel belang aan cultuureducatie en talentontwikkeling. De uitgangspuntenbrief wordt echter nog weinig concreet over wat de minister aan nieuwe maatregelen gaat nemen op deze onderwerpen. Wat betreft cultuureducatie blijft het bestuurlijk kader

`Cultuur en Onderwijs' leidend en wordt de regeling `Cultuureducatie met Kwaliteit' voortgezet.

Op 17 juni vindt er op initiatief van de Tweede Kamer een rondetafelgesprek plaats over het Cultuurbeleid 2017-2020, waarvoor culturele instellingen en medeoverheden zijn uitgenodigd. Vanuit de provinciale hoek zal Ank Bijleveld, Commissaris van de Koning in Overijssel, de Kamer toespreken.

Eind juni is er tevens een debat in de Kamer gepland over de uitgangspuntenbrief.