Enorme mazelenepidemie in Zuid-Congo


woensdag 10 juni 2015

In de provincie Katanga, in het zuiden van de Democratische Republiek Congo, heerst de ergste mazelenepidemie sinds 2011. Artsen zonder Grenzen behandelt patienten, vaccineert kinderen en ondersteunt klinieken in de provincie met medische voorraden.



Sterfte

De uitbraak begon in maart in het district Haut-Lomami en in de eerste weken liep het aantal patienten op naar 400 tot 800 per week. `Dit is een epidemie van enorme omvang,' zegt Dr. Louis Albert Massing, medisch cooerdinator van Artsen zonder Grenzen. `Onze medische teams hebben te maken met
een enorme toestroom aan zeer zieke mensen. In de eerste week was het sterftecijfer bijna 19 procent, als gevolg van co-infectie met malaria of luchtweginfecties. Dat hebben we inmiddels weten te verlagen, maar nog steeds sterven er veel mensen.'



Bestrijding uitbraak

Mazelen is een groot gezondheidsprobleem voor de bevolking van Katanga en vooral kinderen zijn kwetsbaar. Om de huidige uitbraak te bestrijden, heeft Artsen zonder Grenzen onder meer 19 klinieken in het district ondersteund met medisch materiaal en is er een verwijssysteem opgezet voor
patienten met ernstige complicaties. Zij worden overgebracht naar een speciaal behandelcentrum in de plaats Malemba. Daar zijn in een maand tijd 342 kinderen opgenomen. Daarnaast heeft Artsen zonder Grenzen in en rond Malemba sinds 20 mei 101.000 kinderen tussen zes maanden en tien jaar
gevaccineerd.



Een kind in de provincie Katanga in Zuid-Congo wordt ingeent tegen mazelen. In de provincie heerst een mazelenepidemie van enorme omvang. (c) MSF



Uitdagingen

`Het is echter zeer moeilijk om de epidemie onder controle te krijgen, vanwege logistieke beperkingen, een tekort aan beschikbaar medisch personeel en de uitdaging om genoeg vaccins te verkrijgen om bijna 600.000 kinderen in te enten,' zegt Dr. Massing. `Het gebied is bovendien zeer lastig te
bereiken en te bereizen, waardoor het veel tijd kost om vaccinatiecampagnes uit te voeren.'



Meer hulp acuut nodig

In totaal leven er bijna 2,5 miljoen mensen in het epidemiegebied. De regionale zorg is volledig overbelast en er zijn weinig hulporganisaties actief om deze te ondersteunen. `Wat deze epidemie nog erger maakt, is de algehele zwakke gezondheid van de bevolking,' vervolgt Dr. Massing. `Er is in
dit gebied al veel ondervoeding en malaria, en veel mensen hebben luchtwegaandoeningen. Dat maakt velen zeer kwetsbaar en maakt meer hulp acuut nodig.'