TECOS, MSDs cardiovasculaire veiligheidsstudie van JANUVIA (sitagliptine) voldoet aan primair eindpunt in patienten met diabetes type 2

TECOS, MSD's cardiovasculaire veiligheidsstudie van JANUVIA (sitagliptine) voldoet aan primair eindpunt in patienten met diabetes type 2

Resultaten gepubliceerd in de New England Journal of Medicine en gepresenteerd tijdens de wetenschappelijke sessies van de American Diabetes Association

De behandeling met sitagliptine tegenover een placebo verhoogde niet het risico van ernstige cardiovasculaire bijwerkingen in het eerste samengestelde eindpunt, en ook niet de ziekenhuisopname voor hartfalen.

KENILWORTH, N.J. - (Business Wire) - MSD, bekend onder de naam Merck (NYSE: MRK) in de Verenigde Staten en Canada, kondigde vandaag de primaire resultaten aan van het onderzoek waarbij de cardiovasculaire bijwerkingen van sitagliptine werden geevalueerd. De TECOS-studie (Trial Evaluating Cardiovasculair Outcomes) is een placebogecontroleerde studie waarin de cardiovasculaire (CV) veiligheid werd onderzocht van MSD's DPP-4 remmer, JANUVIA^(R) (sitagliptine), door dit geneesmiddel toe te voegen aan de normale behandeling van meer dan 14.000 patienten. De studie bereikte zijn primaire samengestelde CV-eindpunt van non-inferioriteit (gedefinieerd als de tijd tot de eerste vastgestelde gebeurtenis van een van het volgende: CV-verwante sterfte, niet-fataal myocardinfarct (MI), niet-fatale beroerte of ziekenhuisopname voor onstabiele angina), in vergelijking tot de normale behandeling zonder sitagliptine. Over het geheel genomen vond het primaire eindpunt plaats bij 11,4 procent (n=839) van de patienten behandeld met sitagliptine, ten opzichte van 11,6 percent (n=851) van de patienten die met een placebo waren behandeld in de Intention-to-Treat (ITT) analyse (met de intentie van behandelen) (HR=0,98; 95% CI [0,89-1,08]), en bij 9,6 procent (n=695) van de patienten in zowel de sitagliptine als placebogroepen in de Per Protocol (PP) analyse (HR=0,98; 95% CI [0,88-1,09]; p<0,001 voor non-inferioriteit). Verder was er geen hoger aantal ziekenhuisopnamen voor hartfalen, en de percentages voor diverse oorzaken van sterfte waren gelijkwaardig in beide behandelingsgroepen die twee belangrijke secundaire eindpunten waren. Deze gegevens werden vandaag gepresenteerd tijdens de 75^e wetenschappelijke sessies van de American Diabetes Association en zijn ook gepubliceerd in de New England Journal of Medicine.

Over JANUVIA ^(R)

JANUVIA^(R)wordt als enkelvoudige therapie voorgeschreven ter aanvulling op het dieet en lichaamsbeweging om de bloedglucose te controleren in volwassen patienten met diabetes mellitus type 2, wanneer metformine niet geschikt blijkt vanwege contra-indicaties of intolerantie, of in combinatie met metformine, een sulfonylureumderivaat, of een PPARg-agonist, of als toevoeging in combinatie met sulfonylureumderivaat + metformine of een PPARg-agonist + metformine, als de huidige behandeling met dieet en lichaamsbeweging niet voldoende zijn om de bloedglucose op peil te houden. JANUVIA is ook geindiceerd als combinatiemiddel met insuline (met of zonder metformine) wanneer dieet en lichaambeweging plus een stabiele dosis insuline niet de bloedglucose voldoende kunnen controleren.

Belangrijke geselecteerde veiligheidsinformatie over sitagliptine

JANUVIA is niet geschikt voor patienten die overgevoelig zijn voor een of meerdere bestanddelen van dit product.JANUVIA moet niet worden gebruikt onder patienten met diabetes type 1 of voor de behandeling van diabetische ketoacidose.

"Patienten met diabetes type 2 hebben geneesmiddelen nodig met een antihyperglycemische werking om hun bloedsuiker te controleren. Omdat deze patienten een hoger risico hebben van cardiovasculaire complicaties, is het belangrijk dat men inzicht heeft in de cardiovasculaire veiligheid van deze geneesmiddelen," zei medevoorzitter Rury Holman, professor diabetische geneeskunde en directeur diabetesonderzoek, aan de universiteit van Oxford. "De resultaten van TECOS hebben bewezen dat sitagliptine niet het risico verhoogde van cardiovasculaire gebeurtenissen in een gevarieerde groep van patienten met diabetes type 2 die een hoog cardiovasculair risico hadden."

Extra bevindingen van de cardiovasculaire veiligheidsstudie TECOS

TECOS was een door gebeurtenissen aangedreven studie voor de langetermijnevaluatie van de CV-veiligheid door sitagliptine toe te voegen aan de gewone behandeling, ten opzichte van de gewone behandeling zonder sitagliptine, onder patienten met diabetes type 2, waarbij cardiovasculaire ziekte werd geconstateerd. Niet alleen werd met sitagliptine aangetoond dat er geen verhoogd risico bestond voor het primaire samengestelde CV-eindpunt, maar dit geneesmiddel voldeed ook aan het secundaire samengestelde CV-eindpunt (gedefinieerd als de tijd tot de eerste vastgestelde gebeurtenis van een van het volgende: CV-verwante sterfte, niet-fataal MI, of niet-fatale beroerte) vergeleken met de gewone behandeling met sitagliptine), waarbij non-inferioriteit werd getoond ten opzichte van de normale behandeling zonder sitagliptine (HR=0,99; 95% CI [0,89-1,11]; p<0,001 voor non-inferioriteit).

In extra secundaire eindpunten voor het evalueren van de tijd tot de eerste vastgestelde gebeurtenis, werden er ziekenhuisopnamen gerapporteerd voor hartfalen in 3,1 procent (n=228) van de patienten behandeld met sitagliptine en in 3,1 percent (n=229) van de patienten die met een placebo waren behandeld (HR=1,00; 95% CI [0,83-1,20]). De percentages voor diverse oorzaken van sterfte waren gelijkwaardig in beide behandelingsgroepen, namelijk 7,5 procent (n=547) van de patienten in de sitagliptinegroep en 7,3 procent (n=537) in de placebogroep (HR=1,01; 95% CI [0,90-1,14]).

Acute pancreatitis was ongewoon en deed zich voor in 0,3 procent van de patienten in de sitagliptinegroep (n=23) en in 0,2 procent van de patienten in de placebogroep (n=12); dit was statistisch niet verschillend tussen de groepen (p=0,065). Pancreatische kanker was ook ongewoon, namelijk in 0,1 procent van de patienten in de sitagliptinegroep (n=9) en in 0,2 procent van de patienten in de placebogroep (n=14), en was statistisch niet verschillend tussen de groepen (p=0,322).

In extra secundaire onderzoeken van de samengestelde groep van de tijd tot de eerste ziekenhuisopname voor hartfalen of CV-sterfte, vond de eerste vastgestelde ziekenhuisopname voor hartfalen of CV-sterfte plaats in 7,3 procent (n=538) in de sitagliptinegroep, ten opzichte van 7,2 procent (n=525) voor de placebogroep (HR=1,02; 95% CI [0,90-1,15]). Het aantal patienten dat overleed aan CV-aandoeningen was 5,2 procent (n=380) in de sitagliptinegroep, ten opzichte van 5,0 procent (n=366) in de placebogroep (HR 1,03; 95% CI [0,89-1,19]).

Het percentage patienten dat niet aan CV-aandoeningen overleed was 2,3 procent in beide behandelingsgroepen. Overlijden vanwege infectie was 0,6 procent en 0,7 procent in respectievelijk de sitagliptine en placebogroepen. Tijdens de studie werd in beide behandelingsgroepen een lichte vermindering geconstateerd van de geschatte glomerulusfiltratiesnelheid (eGFR), een indicator van de nierfunctie: in maand 48 was het gemiddelde verschil van de eGFR-uitgangswaarde -4,0 +- 18,4 mL/min/1,73m^2 in de sitagliptinegroep vergeleken met -2,8 +- 18,3 mL/min/1,73m^2 voor de placebogroep.

"Wij geloven dat de TECOS-resultaten belangrijke klinische informatie verschaffen over het cardiovasculaire veiligheidsprofiel van sitagliptine," zei Dr. Roger M. Perlmutter, president, Merck Research Laboratories. "Het TECOS CV-veiligheidsonderzoek geeft de beste inspanningen weer van klinische wetenschappers aan de Universiteit van Oxford, het Duke Clinical Research Institute en MSD ten behoeve van patienten wereldwijd die aan diabetes type 2 lijden."

Om het potentiele effect te minimaliseren die de verschillen in de glucosecontrole kunnen hebben op de CV-resultaten, doelde de studie erop om gelijkwaardige glucosecontroles (glycemische equipoise) te bereiken tussen de behandelingsgroepen. Na vier maanden lag het gemiddelde HbA1c-gehalte 0,4 procent lager in de sitagliptinegroep, vergeleken met de placebogroep, en dit verschil verkleinde tot 0,1 lager tijdens de follow-up. Dit had als resultaat een globaal verschil van -0,29 procent in patienten behandeld met sitagliptine versus een placebo. Ten opzichte van de patienten die met een placebo waren behandeld, ontvingen minder patienten die met sitagliptine werden behandeld extra antihyperglycemische middelen tijdens de studieperiode (1.591 vs. 2.046 patienten, respectievelijk; p<0,001) en het starten van een chronische insulinebehandeling was bij hen minder waarschijnlijk (542 vs. 744 patienten, respectievelijk; p<0,001).

Studiemethoden en ontwerp

TECOS werd uitgevoerd door een onafhankelijke academische samenwerking tussen de Diabetes Trials Unit van de Universiteit van Oxford (DTU) en het Duke University Clinical Research Institute (DCRI), met financiele ondersteuning van MSD. In totaal werden er 14.735 patienten willekeurig geselecteerd uit 38 landen tussen december 2008 en juli 2012. Hiervan werden 14.671 toegevoegd aan de ITT-onderzoeksgroep, waarbij 7.332 sitagliptine ontvingen en 7.339 een placebo, naast de bestaande behandeling. De follow-upduur van de patienten was gemiddeld 3 jaar, met een maximum follow-upperiode van 5,7 jaar.

De patienten die aan het onderzoek meededen hadden diabetes type 2 met vastgestelde CV-ziekte in de coronaire, cerebrale of perifere slagaders. De patienten waren ten minste 50 jaar oud, hadden een HbA1c-uitgangswaarde van tussen 6,5 en 8,0 procent, en waren op een stabiele dosis gedurende ten minste de laatste drie maanden van oftewel: een enkelvoudige behandeling of dubbele combinatiebehandeling met metformine, pioglitazona of een sulfonylureumderivaat; of insuline als enkelvoudige behandeling of gecombineerd met een stabiele dosis metformine. De deelnemers werden willekeurig toegewezen aan een behandeling met sitagliptine 100 mg dagelijks (50 mg dagelijks als de eGFR-uitgangswaarde >=30 en ^2)of een overeenkomend placebo was.

De primaire non-inferioriteithypothese werd geevalueerd door het bepalen van een niet hogere overschrijding dan 1,3 ten opzichte van de bovengrens van het vertrouwensinterval van 95 procent ten aanzien van het hazardpercentage voor het risico van het primaire samengestelde CV-eindpunt (tijd tot de eerste gebeurtenis) tussen de sitagliptine- en de placebogroepen in de PP-groep, met een belangrijk ondersteunend onderzoek in de ITT-groep. Indien werd voldaan aan de niet-inferioriteit in het primaire samengestelde CV-eindpunt, moest de superioriteit in de ITT-groep worden geevalueerd.

Belangrijke geselecteerde veiligheidsinformatie over sitagliptine (vervolgd)

Na het uitbrengen van het geneesmiddel op de markt zijn er gevallen gerapporteerd van acute pancreatitis, waaronder fatale en niet-fatale hemorragische en necrotizerende pancreatitis, onder patienten die JANUVIA gebruiken. Omdat deze rapporten vrijwillig zijn opgemaakt van een groep van een niet vastgestelde grootte, is het over het algemeen niet mogelijk om op betrouwbare wijze de frequentie hiervan vast te stellen, of een causaal verband te leggen met de blootstelling aan dit geneesmiddel. Patienten moeten op de hoogte worden gesteld van het kenmerkend symptoom van acute pancreatitis: persistente, zware abdominale pijn. Gevallen van pancreatitis zijn genezen na het staken van het gebruik van JANUVIA. Als pancreatitis wordt vermoed, moet het gebruik van JANUVIA en andere mogelijk verdachte medicinale producten worden gestaakt. Er wordt een aanpassing van de dosis aanbevolen bij patienten met matig of ernstig nierfalen of met nierziekte in een eindstadium, waarvoor hemodialyse of peritoneale dialyse nodig is.

Zoals met andere antihyperglycemische middelen bij het gebruik van JANUVIA in combinatie met een sulfonylureumderivaat of met insuline, medicijnen die bekend staan dat zij hypoglycemia veroorzaken, lag de incidentie van een door een sulfonylureumderivaat of insuline geinduceerde hypoglycemia hoger dan bij een placebo. Om het risico van een door een sulfonylureumderivaat of insuline geinduceerde hypoglycemia te verminderen, kan een lagere dosis van een sulfonylureumderivaat of insuline worden overwogen.

Na het uitbrengen van het geneesmiddel op de markt zijn er gevallen gerapporteerd van ernstige reacties van overgevoeligheid in patienten die behandeld zijn met JANUVIA, waaronder anafylaxie, angio-oedeem en exfoliatieve huidcondities zoals het Stevens-Johnson-syndroom. Omdat deze rapporten vrijwillig zijn opgemaakt van een groep van een niet vastgestelde grootte, is het over het algemeen niet mogelijk om op betrouwbare wijze de frequentie hiervan vast te stellen, of een causaal verband te leggen met de blootstelling aan dit geneesmiddel. Deze reacties traden op binnen de eerste 3 maanden na het starten van de behandeling met JANUVIA, en er zijn sommige gevallen gerapporteerd na de eerste dosis hiervan. Als er een reactie van overgevoeligheid wordt vermoed, staak dan het gebruik van JANUVIA, en zoek naar de mogelijke oorzaken van de gebeurtenis, waarbij een alternatieve behandeling voor de diabetes kan worden ingesteld.

In klinische studies van enkelvoudige behandeling en in combinatie met andere middelen waren de gemelde nevenwerkingen zonder hiervan het causale effect te evalueren in >=5% van de patienten, met een hogere frequentie dan bij een placebo of de actieve comparator, hypoglycemia, nasofaringitis, ontsteking van de bovenste luchtwegen, hoofdpijn en perifeer oedeem.

Voor meer informatie over nevenwerkingen, zie de productrondzendbrief.

In klinische studies was de veiligheid en effectiviteit van JANUVIA in oudere personen (>=65 jaar) te vergelijken met patienten

Alvorens de behandeling te starten, raadpleeg svp de volledige voorschriften.

MSD

Het MSD van vandaag is wereldleider op het gebied van gezondheidszorg en werkt mee aan een gezonde wereld. MSD is een handelsnaam van Merck & Co., Inc., en is gevestigd in Kenilworth, NJ, VS. Met onze geneesmiddelen, vaccins, biologische therapieen en gezondheidsproducten voor dieren, zetten wij ons in voor klanten in meer dan 140 landen om vernieuwende oplossingen voor de gezondheid te leveren. We zijn ook actief betrokken bij een betere toegang tot de gezondheidszorg. Dat doen we met uitgebreid beleid, programma's en samenwerkingsverbanden.

Uitspraken met betrekking tot de toekomst van MSD

Dit persbericht bevat "uitspraken over de toekomst", zoals gedefinieerd in de safe harbor-bepalingen van de Private Securities Litigation Reform Act van 1995. Deze verklaringen zijn gebaseerd op verklaringen op de huidige overtuigingen en verwachtingen van het management van MSD en zijn onderhevig aan belangrijke risico's en onzekerheden. Indien onderliggende veronderstellingen onjuist blijken te zijn, of op risico's en onzekerheden duiden, kunnen de werkelijke resultaten wezenlijk verschillen van de resultaten die in de toekomstgerichte verklaringen worden beschreven.

Tot de risico's en onzekerheden behoren, onder andere, de algemene omstandigheden en de concurrentie binnen de bedrijfstak; algemene economische factoren, met inbegrip van schommelingen in rentetarieven en wisselkoersen; de gevolgen van regulering van de farmaceutische industrie en de wetgeving op het gebied van de gezondheidszorg in de Verenigde Staten en daarbuiten; mondiale trends op het gebied van beheersing van de kosten van de gezondheidszorg; technologische vooruitgang, nieuwe producten en octrooien van concurrenten; uitdagingen die van nature zijn verbonden aan de ontwikkeling van nieuwe producten, inclusief het verkrijgen van goedkeuring van regulerende instanties; het vermogen van MSD tot het nauwkeurig voorspellen van toekomstige marktomstandigheden; problemen en vertragingen bij de productie; financiele instabiliteit van internationale economieen en politieke instabiliteit; afhankelijkheid van de effectiviteit van de octrooien van MSD/Merck en andere voorzieningen ter bescherming van innovatieve producten; en de blootstelling aan gerechtelijke processen, waaronder processen op het gebied van octrooirecht, en/of maatregelen van regulatieve instanties.

MSD/Merck neemt geen verplichting op zich om toekomstgerichte verklaringen publiekelijk te actualiseren, ongeacht of sprake is van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of anderszins, tenzij dit door de wet wordt vereist. Bijkomende factoren die ertoe kunnen leiden dat de resultaten wezenlijk verschillen van die in de toekomstgerichte verklaringen zijn te vinden in het jaarrapport van MSD/Merck van 2014 op Formulier 10-K en de andere deponeringen van het bedrijf bij de Securities and Exchange Commission (SEC) beschikbaar op de internetsite van SEC ( www.sec.gov).

Deze bekendmaking is officieel geldend in de originele brontaal. Vertalingen zijn slechts als leeshulp bedoeld en moeten worden vergeleken met de tekst in de brontaal, welke als enige rechtsgeldig is.

Bekijk het oorspronkelijke bericht op businesswire.com: http://www.businesswire.com/news/home/20150609006599/nl/

MSD