HR beleid van groot belang voor positie van vrouwen in academica

De NWO heeft berekend dat in Nederland minder dan 15% van de hoogleraren vrouw is, het laagste percentage van Europa. Reden voor een aantal jonge, ambitieuze academici de situatie aan de Universiteit Maastricht te onderzoeken. Dit gebeurde in het kader van het academisch

leiderschapsprogramma Steep face en het Service Science Factory (SSF) project Women in academia onder leiding van Lisa Brueggen.

Landelijk gezien scoort Maastricht University met 17,5% vrouwelijke hoogleraren, niet slecht, maar de verschillen per faculteit zijn enorm. De faculty of Psychology en Neuroscience en de faculteit Maatschappij- en Cultuurwetenschappen doen het goed met respectievelijk 39% en 31% vrouwelijke

hoogleraren, daarentegen scoren de School of Business and Economics (SBE) en de Faculty of Humanities and Science erg laag, respectievelijk 9% en 7%.

Dinsdag 9 juni jl. presenteerde het SSF team haar rapport. Naast het in kaart brengen van de Maastrichtse situatie, is er ook gekeken naar waarom vrouwen achterblijven in hogere academische posities en worden er aanbevelingen gedaan hoe dit te veranderen. "In het rapport hebben we ons vooral

gericht op SBE, omdat hier de doorstroom naar hogere posities het slechtst is. 46% van de promovendi hier is vrouw, terwijl dat bij de universitair docenten nog maar 20% is. Ons belangrijkste advies is dan ook, en dat geldt niet alleen voor SBE maar voor de hele universiteit, om een beter

en transparant HR beleid te ontwikkelen met name op het gebied van werving, vervanging tijdens zwangerschapsverlof en de samenstelling van sollicitatiecommissies", aldus Lisa Brueggen. "Want dit probleem lost zich niet vanzelf op en uiteindelijk willen we hier toch een omgeving creeren waar

ALLE talent in floreert."