VN tikt Nederland op vingers over kinderrechten


11 juni 2015, Voorburg

Het Kinderrechtencomite van de Verenigde Naties concludeert dat Nederland tekort schiet bij de naleving van het VN-Kinderrechtenverdrag. Het Comite uit vooral haar zorgen over de situatie van kwetsbare kinderen in het Koninkrijk der Nederlanden.

Eens in de vijf jaar spreekt het Comite van de VN zich uit over de naleving van het verdrag waar Nederland haar handtekening onder heeft gezet en zodoende aan gebonden is. Op 10 juni heeft het VN-Kinderrechtencomite haar aanbevelingen gepubliceerd. Het Comite heeft vooral kritiek op de
volgende punten:

Decentralisatie van de jeugdzorg

De decentralisatie van de jeugdzorg baart het Comite zorgen, zij wijst in het rapport op de risico's van de decentralisatie jeugdzorg. Het signaleert dat er grote verschillen kunnen ontstaan tussen de jeugdhulp die kinderen in verschillende gemeenten krijgen en de enorme tijdsdruk waarmee de
veranderingen door de gemeenten moeten worden ingevoerd. Het Comite benadrukt dat de toegang tot de kwaliteit van het aanbod in de jeugdzorg overal goed moet zijn. "Het snijden in budgetten mag nooit ten koste gaan van de zorg voor kinderen", zegt Maartje Berger van Defence for Children.

Vreemdelingenkinderen

Ook maakt het Comite zich duidelijk zorgen over vreemdelingenkinderen en stelt dat in de asielprocedure het belang van het kind voorop moet staan. Dat is een aanbeveling met mogelijk verstrekkende gevolgen voor het Nederlands asielbeleid, legt Sabine de Jong van UNICEF uit.
"Vreemdelingenkinderen worden nu in de eerste plaats als vreemdeling gezien en pas daarna als kind. Nederland zal nu duidelijk moeten maken dat in het asielbeleid - van binnenkomst tot vertrek - de belangen van het kind voorop staan zoals het VN-Kinderrechtenverdrag eist."

Kindermishandeling

Het Comite is bezorgd over het grote aantal kinderen dat slachtoffer wordt van kindermishandeling. Vooral de stijgende aantallen kinderen die verwaarloosd worden of slachtoffer zijn van huiselijk geweld, maar ook het aantal kinderen dat in instellingen of pleegezinnen woont en seksueel
misbruik meemaakt baart borgen. "Het Comite roept de regering op om de aanpak van kindermishandeling, van preventie tot dadervervolging, te verstevigen", legt Marielle Dekker van Augeo uit. "Het Comite vindt dat de preventieve maatregelen van gemeenten ontoereikend zijn en dat de hulp die
mishandelde kinderen krijgen onvoldoende is." Het Comite adviseert de rijksoverheid om op landelijk niveau cijfers te verzamelen over de kwaliteit en effectiviteit van deze hulp.

Kinderen in het Caribische deel van het Koninkrijk

Dat kinderen in het Caribische deelvan het Koninkrijk dezelfde rechten genieten als kinderen in Europees Nederland wordt door het Comite benadrukt. "Ze geven hiermee een duidelijk signaal dat Nederland hier haar verantwoordelijkheid beter moet oppakken", legt Karin Kloosterboer van UNICEF uit.
Volgens Kloosterboer moet er nog veel gebeuren om die rechten te garanderen zoals armoedebestrijding en bescherming tegen huiselijk geweld. "Het Comite vindt dat beter moet worden bijgehouden hoe het met deze kinderen gaat en vraagt om meer middelen. Dat zijn stevige aanbevelingen om de
situatie van Koninkrijkskinderen te verbeteren."

Kinderrechten en bedrijven

De Nederlandse overheid wordt door het Comite gevraagd nadrukkelijk om duidelijke regels voor en afspraken met het bedrijfsleven over het respecteren van kinderrechten. Zo moeten negatieve gevolgen van bijvoorbeeld grootschalige commerciele landbouw en mijnbouw waar ook Nederlandse bedrijven
bij betrokken zijn voorkomen worden en slachtoffers genoegdoening krijgen.

Naast bovengenoemde punten zijn er nog meer punten waar het Comite zich zorgen over maakt. "Voor 400.000 kwetsbare kinderen in Nederland is, volgens Aloys van Rest, voorzitter van het Kinderrechtencollectief, blijvende aandacht nodig." "De aanbevelingen van de Verenigde Naties zouden de basis
moeten vormen van het verbeteren van het regeringsbeleid voor alle kinderen in het Koninkrijk, daarover gaan we graag met de regering in gesprek."