Noten en pinda's gerelateerd aan verlaagde sterfte


11 juni 2015

Noten en pinda's gerelateerd aan verlaagde sterfte

Nieuws > Noten en pinda's gerelateerd aan verlaagde sterfte

Grootschalig onderzoek kijkt naar totale sterfte en doodsoorzaken

Mensen die minstens 10 gram noten of pinda's per dag eten hebben een lager risico om te sterven aan diverse doodsoorzaken dan mensen die geen noten of pinda's eten. De sterfteverlaging was het sterkst voor luchtwegaandoeningen, neurodegeneratieve ziekten en diabetes, gevolgd door kanker en
hart- en vaatziekten. Het verband is bij mannen en vrouwen even sterk. Pinda's vertonen een minstens zo sterk verband met sterfte als noten, maar het eten van pindakaas heeft geen verband met latere sterfte. Dit blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Maastricht uitgevoerd onder ruim
120.000 Nederlandse mannen en vrouwen van 55-69 jaar. De resultaten van het Maastrichtse onderzoek zijn deze week online gepubliceerd in het toonaangevende International Journal of Epidemiology.

Dit onderzoek is uitgevoerd binnen de Nederlandse Cohortstudie (NLCS), waarin ruim 58.000 mannen en 62.000 vrouwen uit het hele land zijn opgenomen. Bij alle deelnemers in de NLCS zijn in 1986 voedings- en leefgewoonten gemeten met een gedetailleerde vragenlijst. De gewoonlijke consumptie van
noten werd gemeten aan de hand van vragen over pinda's, andere noten en pindakaas. Sinds 1986 is tevens de sterfte onder NLCS-deelnemers nauwkeurig bijgehouden. Zodoende konden de onderzoekers het verband bestuderen tussen noten, pinda's, pindakaas en sterfte, zowel de totale sterfte als per
doodsoorzaak.

De verbanden tussen noten en pinda's en hart- en vaatziekten bevestigen eerdere resultaten uit vooral Amerikaanse en Aziatische onderzoeken, die veelal op hart- en vaatziekten waren gericht. In dit nieuwe onderzoek in Nederland werd echter ook een beschermend verband gevonden met
kankersterfte, en sterfte aan luchtwegaandoeningen, diabetes en neurodegeneratieve ziekten, aldus prof. Piet van den Brandt, hoogleraar Epidemiologie en projectleider. Van den Brandt: "Opmerkelijk was dat de verlaagde sterftekans (ten opzichte van mensen die geen noten of pinda's eten) al te
zien was bij een inname van gemiddeld 15 gram per dag, ofwel een halve hand noten of pinda's. Een hogere inname had geen verdere verlaging van de sterftekans tot gevolg. Dit werd ook bevestigd in een zogenaamde meta-analyse, waarin we eerdere onderzoeken combineerden met de Nederlandse
Cohortstudie. In die meta-analyse bleek voor zowel de sterfte aan kanker als luchtwegaandoeningen ditzelfde patroon op te treden."

Pinda's en noten bevatten allebei bepaalde voedingsstoffen, zoals enkelvoudige of meervoudig onverzadigde vetzuren, diverse vitamines, vezels, antioxidanten en andere bioactieve stoffen, die mogelijk kunnen bijdragen aan de verlaging van de sterfte. In tegenstelling tot pinda's werd geen
verband gevonden tussen sterfte en consumptie van pindakaas. Pindakaas bevat echter meer dan gemalen pinda's; er worden bijvoorbeeld zout en plantaardige olien aan toegevoegd. In het verleden is gebleken dat in pindakaas transvetzuren voorkomen. De samenstelling van pindakaas is daarom
verschillend van pinda's. De nadelige gezondheidseffecten van zout en transvetzuren zouden het beschermend effect van pinda's kunnen opheffen.