Damesvoetbal in de lift! 7-7 op WK Nederland

06-06-2015 - Het WK Amsterdam begon in 2001 als een voetbaltoernooi tussen landenteams, heren-landenteams wel te verstaan. Pas in 2007 (of is het al in 2007) heeft de organisatie besloten dit WK ook voor dames te organiseren. De eerste editie werd direct duidelijk dat ook bij de dames het voetbalniveau ontzettend hoog kon liggen en leek groei in dit toernooi een logisch gevolg. De jaren er na bleef het lastig om nieuwe teams te werven. Om het damesvoetbal op 13 en 14 juni een boost te geven heeft de organisatie een nieuwe opzet bedacht.

Nieuw in 2015 is dat de organisatie voor die andere teams een 7 tegen 7 competitie is begonnen. Dit is tot stand gekomen na uitvoerig overleg met de betrokken teams.

Hierdoor hebben deze teams maar de helft van het aantal speelsters nodig. Dit toernooi geldt als instapniveau, de organisatie hoopt teams die hier aan meedoen in de toekomst door te laten stromen naar de World Cup. "Hopelijk houden we op deze manier de drempel laag voor nieuwe teams en kunnen zij aansluiten bij het toernooi. Dit jaar hebben we al vijf aanmeldingen in de 7 tegen 7 klasse" Aldus Dennis Berk, een van de organisatoren. Enkele teams zijn terug gekomen door deze nieuwe opzet, andere teams zoals Afghanistan wilden al jaren meedoen, maar hebben nu dan eindelijk die kans gekregen.

Te weinig landenteams. Directeur van het voetbalfestival Vadym Zellner weet dit als volgt uit te leggen: "Van veel nationaliteiten in Nederland zijn er voetballende dames. Wij hebben echter gemerkt dat zij het vaak niet voor elkaar kregen om 18 tot 23 speelsters bij elkaar te vinden, een aantal wat de teams wel nodig hebben om dit weekend te kunnen spelen. Vandaar bleef het vaak bij de gevestigde landenteams Suriname, Kaapverdie, Marokko en Nederland. Een tweede reden is dat het niveauverschil tussen de teams heel groot is, waardoor mindere teams vaak niet aan de bak komen. Het plezier is er snel van af als elke wedstrijd met 10-0 wordt verloren."

Het gedachte van het WK Nederland blijft in alle competities hetzelfde: landenteams bestaande uit Nederlanders met buitenlandse ouder(s) plus een Nederlands team. Deelnemers wonen dus in Nederland, maar komen uit voor het land waar zij of hun ouders zijn geboren.