Laaggeschoolde banen in de industrie bedreigd door automatisering


ALPHEN AAN DEN RIJN, 20150617 -- Vijftig jaar nadat de eerste personal computer ter wereld in massaproductie werd gebracht, toont het Grant Thornton International Business Report – een onderzoek onder 2.571 leidinggevenden in 36 economieën – de invloed aan van technologie op bedrijven. De meerderheid van ondernemingen maakt plannen om operatie en afdelingen te automatiseren. De resultaten suggereren dat sommige banen zullen verdwijnen, waarbij voornamelijk de productie-industrie, cleantech en voedings- en drankensector een omwenteling melden. Door de lage kapitaalkosten en stijgende arbeidskosten werpen deze bevindingen fundamentele vragen op over de mate waarin machines uiteindelijke mensen zullen vervangen.

Wereldwijd gaf ruim de helft (56%) van de ondernemingen uit het onderzoek aan dat ze of al bedrijfsprocessen aan het automatiseren zijn of dit in de aankomende twaalf maanden eventueel gaan doen. Een vergelijking per bedrijfstak geeft aan dat 43% van de industriële ondernemingen zei te verwachten dat hierdoor uiteindelijk minstens 5% van hun arbeidskrachten zal worden vervangen. De cleantech-industrie kwam op de tweede plaats met 39%, gevolgd door de technologiesector en voedings- en drankensector met 35%. Aan de andere kant van het spectrum verwacht slechts 9% van de horeca-, onderwijs- en gezondheidsbedrijven dat 5% of meer van hun medewerkers zal worden vervangen.

Marcel Welsink, bestuurder  bij Grant Thornton en verantwoordelijk voor  Business IT, zegt: “In dit digitale tijdperk kijken bedrijven steeds meer naar de inzet van technologie. In de post-financiële crisis blijven ondernemingen streven naar grotere efficiëntie en hogere productiviteit. Maar vijftig jaar nadat de pc’s in massaproductie werden gebracht, zijn kapitaalkosten verlaagd terwijl arbeidskosten toenemen. Als bedrijven overwegen om in personeel of in technologie te investeren, dan is voor velen de tweede optie een meer kosten efficiënte mogelijkheid.”

Verder wijst het onderzoek van Grant Thornton toenemende bedrijfsuitgaven uit voor onderzoek en ontwikkeling – dat aan de basis ligt van de groei van automatisering. In 2011 zei 23% van de bedrijven wereldwijd dat ze plannen hebben om hun R&D-uitgaven op te schroeven, dit nam toe tot 26% in 2014 en voor 2015 staat dit al op 29%; een hoogtepunt in vijf jaar.

Marcel Welsink  voegt hieraan toe: “Zullen robots het  personeel gaan vervangen? Dat lijkt wat prematuur; technologie speelt immers sinds de industriële revolutie al een rol op de werkvloer en banen hebben zich hierop aangepast. Eigenlijk gaat het hier om een andere vraag, namelijk: ‘Welke menselijke vaardigheden zullen het meest worden verbeterd?’ Het is duidelijk dat de opkomst van kunstmatige intelligentie (KI), supercomputers en sensoren – zaken die voorheen vielen onder de noemer van ‘science fiction’ – diepgaande gevolgen zal hebben voor banen, inkomen en de samenstelling van het personeel. Het kan verwacht worden dat mensen herschikt worden naar lager betaalde operationele rollen, terwijl hoger aangedreven functies die voorheen beter betaald werden onder de verantwoordelijkheid van intelligente machines komen. Zonder inmenging zullen we een groeiende verdeeldheid krijgen voor wat betreft inkomsten en kansen tussen de kennis- en diensteneconomieën en -carrières.”

“Dit zorgt voor belangrijke maatschappelijke uitdagingen. Technologie is onderdeel van ons leven geworden op een manier die we ons twee decennia geleden niet konden voorstellen; van de opkomst van big data tot de app-revolutie. Deze trend zal aanhouden en dat betekent dat de vorm en grootte van het personeelsbestand van de toekomst er totaal anders uit zal zien dan de huidige situatie. Hoe bedrijven en overheden met deze veranderingen omgaan, zal cruciaal zijn voor de economische groeiperspectieven op de lange termijn.”

“Sommige banen zullen weliswaar verloren gaan als de technologische vooruitgang in toenemende mate zowel de private als de publieke sector blijft transformeren, maar doordat technologie de menselijke vaardigheden zal aanvullen en verbeteren betekent dit een stijging van de kwaliteit en de kwantiteit van onze inspanningen.”

De bevindingen van Grant Thornton suggereren ook dat er mogelijkheden ontstaan voor werknemers om nieuwe banen en verantwoordelijkheden aan te nemen die opkomen door een toegenomen gebruik van technologie. Wereldwijd verwacht ruim de helft van de bedrijven die automatiseren (54%) dat ze hun medewerkers op andere gebieden zullen inzetten. 28% zegt dat hun medewerkers geschoold zullen worden om nieuwe machines te bedienen. Zelfs in de productie-industrie beraamt 44% van de bedrijven om hun werknemers anders in te zetten in plaats van ze overtollig te verklaren.

Marcel Welsink  merkt op: “De banen die door mensen worden uitgevoerd zouden er over een aantal jaren heel anders uit kunnen zien. Sommigen zullen hier meer last van hebben dan anderen. Zelfrijdende auto’s zouden taxibestuurders overbodig kunnen maken en recentelijk deelde Yahoo Finance bijvoorbeeld mee dat de nieuwsredactie geheel geautomatiseerd gaat worden, waardoor de noodzaak voor menselijke journalisten wegvalt. De taxibestuurders en journalisten van vandaag zouden in de toekomst de kwaliteitscontrole of het machineonderhoud op zich kunnen nemen. De automatisering in de eerste industriële revolutie maakte ons sterker, de automatisering in de tweede maakte ons sneller en in de derde zullen inzichten enorm verdiepen. De mogelijkheden zijn gigantisch.”

“De geschiedenis heeft bewezen dat personeelsbestanden veerkrachtig zijn en beschikken over aanpassend vermogen. Maar de opkomst van intelligente machines, uitgebreidere analysecapaciteit en het overal aanwezige ‘internet of things’ werpt aanzienlijke mogelijkheden en uitdagingen op. Geen sector of beroep is hier immuun voor. Een toegenomen dialoog tussen overheden, bedrijven en onderwijsinstellingen zal ons helpen om beter inzicht te krijgen in waar de gaten in de arbeidsmarkt zullen ontstaan, zodat we er zeker van zijn dat er voldoende mensen kunnen worden opgelijnd die de opleiding en vaardigheden hebben om die functies te vervullen.”