Wilt u als burger, bedrijf of cooeperatie lokaal energie opwekken? Dan moet u nu nog aan de strenge eisen van de Elektriciteitswet 1998 voldoen. Naar verwachting start in juli 2014 een `experimentregeling' waarbij u van die eisen mag afwijken.

Al uw opmerkingen, vragen en verbeterpunten naar aanleiding van de concepttekst voor de experimentregeling, het zogenaamde `Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteit opwekking', zijn welkom tot 14 oktober 2013. Daarna wordt de regeling, samen met een verslag van de reacties, ter

behandeling aan de Tweede Kamer aangeboden.

Doel Experimentregeling

Doel van de experimentregeling is ontdekken of er door versoepeling van de eisen meer lokale energie-initiatieven komen, zonder dat dit ten koste gaat van de veiligheid van het net en de consumentenbescherming.

Belangrijkste vrijheden experimentregeling

1. Volgens de Elektriciteitswet 1998 mag de netbeheerder niet dezelfde zijn als de leverancier of producent. In de experimentenregeling kunt u hiervoor ontheffing krijgen. Een vereniging van eigenaren die elektriciteit wil opwekken en leveren aan haar leden komt bijvoorbeeld in aanmerking

voor ontheffing.

2. Als u elektriciteit wilt leveren aan kleinverbruikers heeft u volgens de Elektriciteitswet 1998 een vergunning nodig. Hiervoor moet u aan strenge eisen voldoen. Voor de experimentenregeling heeft u geen vergunning meer nodig. U moet wel aan eisen voldoen, maar die zijn minder streng dan

de huidige.

3. U krijgt ruimte om anders met tarieven om te gaan. Let wel, het gaat dan om het leveringstarief en eventueel transporttarieven, niet om de energiebelasting. Weet u vraag en aanbod bijvoorbeeld goed op elkaar af te stemmen? Dan hoeft u minder elektriciteit in te kopen op piekmomenten en

kunt u kosten besparen.

Opdrachtgever

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voert de experimentregeling lokale energie uit in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.