OESO-DAC bespreekt vandaag peer review Belgische Ontwikkelingssamenw..


Datum: 17 juni 2015

Alexander De Croo

Het Development Assistance Committee (DAC) van de OESO bespreekt vandaag in Parijs een hele dag de peer review van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Aan het gesprek neemt naast een Belgische delegatie van hoge ambtenaren en ontwikkelingsspecialisten en de andere OESO-lidstaten ook de
Permanente Secretaris van het Rwandese Ministerie van Financien deel. De besprekingen moeten leiden tot een analyse van het Belgische ontwikkelingsbeleid van de voorbije jaren en een reeks aanbevelingen die op 8 september in Brussel worden voorgesteld.

Elk lid van het Comite Ontwikkelingssamenwerking (DAC) van de OESO ondergaat elke vijf jaar een peer review. Doel is om ideeen en goede praktijken uit te wisselen rond nieuwe uitdagingen op het vlak van ontwikkelingssamenwerking. De peer review moet donoren toelaten om van elkaar te leren en
er samen over te waken dat de hulp voldoende relevant blijft.

Nadruk op effectiviteit van hulp

De laatste peer review van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking dateert van 2010. Toen werd onder meer de verbetering van de kwaliteit van de Belgische humanitaire hulp en de nood aan een strategische benadering die alle Belgische ontwikkelingsactoren samen brengt, beklemtoond. Dit jaar
hanteert het Comite Ontwikkelingssamenwerking van de OESO een nieuwe formule voor de peer review. Niet alleen zijn het secretariaat van de DAC en OESO-lidstaten Finland en Italie betrokken, ook partnerland Rwanda en waarnemer Mexico leveren een bijdrage. Op deze manier kan een nieuwe donor als
Mexico leren uit ervaringen en in dialoog treden over de effectiviteit van ontwikkelingshulp.

Tijdens hun bezoek aan Belgie in januari hadden de peer reviewers ontmoetingen met de Directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp, met verschillende diensten van de FOD Buitenlandse Zaken en met de minister van Ontwikkelingssamenwerking die zijn beleidsprioriteiten voor de
volgende jaren uiteenzette. Er vonden ontmoetingen en gesprekken plaats met BTC en de Belgische investeringsmaatschappij BIO. Ook de Belgische actoren van de niet-gouvernementele samenwerking, de sociale partners en vertegenwoordigers van de multilaterale instellingen werden gehoord.
Vervolgens was er een terreinzending naar Rwanda waar gesprekken plaatsvonden met de Rwandese overheid, de Belgische Ambassade en een reeks ontwikkelingsactoren.

Niet alleen officiele ontwikkelingshulp

De besprekingen in Parijs vandaag gaan in hoofdzaak over de mate waarin Belgie zich inspant voor beleidscoherentie, de Belgische visie op ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp, het legaal en beheerskader, de samenwerking- en financieringsinstrumenten en de manier waarop ons land
verantwoordelijkheid aflegt voor de ontwikkelingsresultaten. Het biedt ook de mogelijkheid om het hervormingstraject toe te lichten dat de nieuwe minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft opgestart.

Tijdens de gesprekken merkte de Belgische delegatie op dat alle belangrijke uitdagingen van de 21e eeuw gekoppeld zijn aan ontwikkeling, maar dat Officiele Ontwikkelingshulp (ODA) slechts een beperkte rol kan spelen in het realiseren van de nieuwe globale en universele Post-2015 agenda. Daarom
moeten donoren hun strategische doelstellingen herbekijken, hun instrumenten en hulpmodaliteiten aanpassen en zich op de meest geschikte manier organiseren. Dat is de enige manier opdat de hulp van donoren relevant blijft en ze hun opdracht in de toekomst kunnen blijven vervullen.

Belgie heeft er daarom voor gekozen om maximaal in te zetten op de minst ontwikkelde landen en fragiele staten die het meest hulpafhankelijk zijn. In de toekomst wenst ons land minimaal 50% van alle hulp in te zetten in de minst ontwikkelde landen. Ons land gaf ook toelichting bij de
belangrijke hervormingsagenda van de regering op het vlak van ontwikkelingssamenwerking en lichtte de eerste resultaten. De belangrijkste beslissing tot dusver is de nieuwe lijst van 14 partnerlanden en 15 multilaterale partners. Deze herorientatie laat ons land toe om zijn samenwerking minder
te versnipperen en deze geografisch en thematische beter te concentreren in die landen en rond die thema's waar onze hulp de grootste impact heeft.

Definitief rapport in september

De gesprekken van vandaag in Parijs zullen uiteindelijk resulteren in een eindrapport dat niet enkel het ontwikkelingsbeleid van de voorbije jaren analyseert, maar ook een aantal concrete aanbevelingen voor ons land formuleert. Voorzitter van de DAC Erik Solheim stelt samen met vicepremier en
minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo op 8 september in Brussel het eindrapport officieel voor.