Medezeggenschap positief over houding bestuurders, invloed en scholing kunnen beter

De houding van bestuurders ten opzichte van de medezeggenschap op hogescholen en universiteiten wordt positief beoordeeld, raden functioneren op veel instellingen goed en men is positief over de sfeer en wederzijds vertrouwen. Medezeggenschappers zien graag meer invloed, bijvoorbeeld op prestatieafspraken, willen meer helderheid over de tijdsbesteding en het aanbod en gebruik van scholingsmogelijkheden kan beter. Deze conclusies worden in de eerste landelijke medezeggenschapsmonitor getrokken, een initiatief van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) in samenwerking met de VSNU, Vereniging Hogescholen, VMH, LOF, LSVb, SOM, en LOVUM. "Deze monitor is pas het begin, bestuurders en medezeggenschappers gaan nu samen het gesprek aan over nodige verbeteringen", aldus ISO-bestuurslid Rosanne Broekhuizen.

Gelukkig signaleren raadsleden in het algemeen dat het overleg tussen raad en bestuur in een sfeer van wederzijds vertrouwen verloopt en dat de raad en de bestuurder zich houden aan gemaakte afspraken. Ook wordt er voldoende overleg gepleegd: 82% is tevreden met de frequentie van de raadsvergaderingen. Raden geven zichzelf gemiddeld een 7 voor hun eigen functioneren. Verder is driekwart van de raadsleden het er over eens dat de ambtelijke ondersteuning voldoende is. Opvallend is dat de helft van de decentrale raden aangeeft geen ambtelijke ondersteuning te ontvangen maar dat ook niet nodig vindt.

30% van de raadsleden geeft aan ontevreden te zijn over scholing. Toch heeft maar 55% van de personeelsleden en 57% van de studentleden scholing gevolgd in het afgelopen jaar. Op dit punt is een verder gesprek tussen bestuurders en medezeggenschappers nodig, omdat scholing voor het functioneren van raden van groot belang is. Daarnaast ervaren raden voornamelijk weinig invloed op prestatieafspraken en financien. 47% geeft aan geen waarneembare invloed te hebben gehad op de prestatieafspraken, terwijl die toch juist gemaakt zouden moeten worden met studenten en het personeel. Ook mist helderheid over de tijdsbesteding aan het raadswerk. Zo zijn er verschillen te zien tussen het aantal afgesproken uren, het aantal nodige uren voor het raadswerk en het aantal uren dat daaraan werkelijk wordt besteed.

1200 medezeggenschappers vulden dit jaar de interne enquete in waardoor een goed beeld van de medezeggenschap in het hoger onderwijs gevormd is. Rosanne Broekhuizen: 'Het is belangrijk om te weten hoe het is gesteld met de medezeggenschap, maar nog belangrijker dat bestuurders en medezeggenschappers hier mee aan de slag gaan op de instellingen zelf. We zullen de meting twee jaar herhalen om te kijken of er daadwerkelijk verbetering optreedt'. Vandaag wordt het onderzoeksrapport gepresenteerd en overhandigd aan minister Bussemaker op de eerste landelijke Dag van de Medezeggenschap. Op deze dag wordt ook meteen een start gemaakt met het gesprek tussen bestuurders en medezeggenschap.