Sierra Leone worstelt met laatste hardnekkige ebolabesmettingen


23 juni 2015, Voorburg

Het aantal nieuwe ebolabesmettingen is sterk afgenomen in Sierra Leone tot nog een aantal gevallen per week. Een enorm verschil met het hoogtepunt van de uitbraak eind november, toen er wekelijks 550 nieuwe patienten bekend werden.

Roeland Monasch, het afgelopen jaar als directeur van UNICEF in Sierra Leone medeverantwoordelijk voor de bestrijding van ebola, is nog niet tevreden. "Het is enorm frustrerend dat enkele gemeenschappen hardnekkig vasthouden aan traditionele gebruiken, waardoor steeds weer besmettingen
optreden. Dit is heel moeilijk op te lossen. We zijn van heel ver gekomen, maar de ziekte is pas echt onder controle als hij helemaal is uitgebannen."

Wederopbouw

Intussen wordt hard gewerkt aan de wederopbouw van het land. De kwaliteit van de gezondheidszorg moet omhoog en mensen moeten weer het vertrouwen krijgen dat naar een kliniek gaan geen kans op ebolabesmetting geeft. De scholen zijn weer open en leerlingen moeten hun weg naar school weer
vinden. "Het zal nog een tijd duren voor Sierra Leone er weer helemaal bovenop is", zegt Monasch. "Internationale bedrijven zijn massaal vertrokken, maar gelukkig zijn de meeste luchtvaartmaatschappijen wel weer actief in het land. Dat geeft wat hoop, want Sierra Leone kan het opkrabbelen niet
alleen."

Monasch, die als UNICEF-directeur een plek had in de Nationale Gezondheidsraad, heeft een ongelofelijk intensief jaar achter de rug. Terwijl zijn vrouw en kind naar Nederland vertrokken, maakte hij lange, lange dagen. Bezorgd dat hij zelf ebola zou krijgen was hij niet. "Als je maar heel
voorzichtig bent, is het risico dat je ebola krijgt laag. De eerste paar keer dat je getemperatuurd wordt, is dat spannend. Maar het wordt een gewoonte. Hier in Nederland geef ik nog steeds mensen liever een elleboog, vanwege de 'no touchpolicy', dan een hand."

Training werkt echt

Trots vertelt hij dat van zijn UNICEF-mensen op kantoor er maar een ebola heeft gekregen, en die is gelukkig genezen. En van de 900 medewerkers die in de tijdelijke ebolaklinieken in de dorpen werkten is er niet een besmet geraakt. Dat betekent dat de training van deze mensen goed op orde was
want de meesten werkten echt in de 'red zone'."

UNICEF heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het aanpakken van ebola. In heel korte tijd is de bevolking geinformeerd over de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen om besmetting te voorkomen en de gevaren van traditionele gebruiken. "De kennis over ebola is, zo weten we uit onderzoek, hoger
dan van welke ziekte dan ook, ook bijvoorbeeld van hiv/aids", zegt Monasch tevreden. "Dat is heel belangrijk geweest voor het terugdringen van de besmettingsgraad.''

Halverwege de ebolacrisis nam UNICEF de aanvoer van de levensreddende beschermende pakken en ontsmettingsmiddelen over, omdat de levering teveel haperde. Monasch: "Te vaak konden artsen de klinieken niet in, omdat de beschermende pakken op waren. Toen UNICEF dit eind augustus overnam, hebben
we in korte tijd miljoenen pakken geleverd, aan bijna alle klinieken en hulporganisaties. Er is daarna geen tekort meer geweest."

Ook zorgden we voor de opvang van door ebola getroffen kinderen, onderwijs via de radio, WASH, en voeding.