Koning bij lancering website restauratie en kunsthistorisch onderzoek Oranjezaal

5 juni 2015

Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander is woensdagmiddag 24 juni aanwezig bij de lancering van de website over de restauratie van en het kunsthistorisch onderzoek naar de Oranjezaal van Paleis Huis ten Bosch. De bijeenkomst van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de RKD, het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis vindt plaats in het Mauritshuis in Den Haag.

De Oranjezaal is van 1998 tot 2001 grondig gerestaureerd. De restauratie en het omvangrijke onderzoek ervoor, tijdens en erna werden uitgevoerd door architectuurhistorici, kunsthistorici, chemici en restauratoren in opdracht van de toenmalige Rijksgebouwendienst (nu Rijksvastgoedbedrijf). Doel was het oorspronkelijke concept van de Oranjezaal te achterhalen en nauwkeurig in kaart te brengen. Deze samenwerking van disciplines leverde een grote hoeveelheid gedetailleerde informatie op, die nu is samengebracht in een digitale catalogus. Hiermee komt deze informatie beschikbaar voor alle belangstellenden.

De website bevat uitvoerige analyses over de ontstaansgeschiedenis, de oorspronkelijke verschijningsvorm en de iconografie van de Oranjezaal, als ook over de werkwijze en het materiaalgebruik van de betrokken kunstenaars en de restauratiegeschiedenis. In 2013 verscheen over het onderzoek de publicatie Een zaal uit loutere liefde; Amalia's ambities in de Oranjezaal van Huis ten Bosch. In 2016 verschijnt nog een Engelstalige editie, met vijftien essays over de bevindingen van de restauratoren en onderzoekers.

De schilderingen en architectuuronderdelen van de Oranjezaal werden in opdracht van Amalia van Solms (1602-1675) gemaakt door bekende kunstenaars uit de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Zij liet de Oranjezaal decoreren ter nagedachtenis aan haar echtgenoot, stadhouder Frederik Hendrik (1584-1647). De onderzoekers concluderen dat Amalia van Solms de Oranjezaal gebruikte om de erfopvolging te rechtvaardigen in tijden waarin het stadhouderschap ter discussie stond.

RVD, nr. 203