In hoger beroep eis van 7,5 jaar cel voor dodelijk schietpartij cafe..


26 juni 2015 - Ressortsparket

De advocaat-generaal in Den Haag heeft een gevangenisstraf van 7,5 jaar geeist tegen een 26-jarige man voor zijn betrokkenheid bij een dodelijke schietpartij in een Rotterdams cafe.

Het incident deed zich voor op 13 december 2012, in een cafe aan de Willem Buytewechstraat. Een 28-jarige man werd dodelijk geraakt.

De rechtbank verklaarde doodslag bewezen, maar ontsloeg de verdachte van alle rechtsvervolging op grond van een volgens de rechtbank geslaagd beroep op de schulduitsluitingsgrond noodweerexces. Het Openbaar Ministerie heeft tegen het vonnis hoger beroep aangetekend.

De verdachte heeft verklaard dat hij al geruime tijd ruzie had met het slachtoffer en diens familie, maar de aard en ernst hiervan heeft hij niet duidelijk willen maken. Over diverse incidenten die zich in dit licht zouden hebben voorgedaan, verklaart alleen de verdachte. Mensen uit zijn
directe omgeving weten van niets. Een en ander neemt niet weg dat het OM het wel aannemelijk acht dat er spanningen waren tussen de verdachte en het slachtoffer en diens familie en dat zij elkaar naar het leven stonden.

Het schietincident is geregistreerd door een beveiligingscamera in het cafe. Daarop is te zien dat twee mannen, het latere slachtoffer en diens broer, op de verdachte aflopen. Een van hen legt een hand op zijn schouders, de ander (het latere slachtoffer) geeft hem een paar klappen. De
verdachte trekt daarop zijn vuurwapen en schiet op het slachtoffer. Als deze man op de grond ligt, schiet het slachtoffer nog drie keer gericht op hem.

Volgens de advocaat-generaal kan de verdachte zich niet beroepen op noodweer of noodweerexces. De verhouding tussen de mishandeling (de klappen die hij kreeg) en zijn reactie (het schieten) is volgens het OM een wanverhouding. De verdachte heeft doelbewust een vuurwapen bij zich gestoken omdat
hij een confrontatie vreesde met een vermoedelijk gewapende rivaal; daarmee heeft hij een voorschot genomen op zijn verdediging bij een mogelijk te verwachten strijd. De advocaat-generaal: ,,Als een gewelddadig treffen wordt gevreesd, wordt een hevige gemoedsbeweging ook ingecalculeerd. Degene
die dat op de koop toeneemt kan zich dan ook niet later erop beroepen dat hij door hevige emoties is bevangen en als gevolg daarvan is doorgeslagen in de (geboden noodzakelijke) verdediging. Zou dit het geval zijn, dan zou degene die het geluk heeft een gewapend treffen te overleven (omdat hij
een fractie van een seconde eerder schoot) strafrechtelijk altijd vrijuit gaan.''

Het hof doet uitspraak op 10 juli.

Deel dit op

*