Binnenstadballet


Laura Kort

Een gedicht over ons centrum van Robert Grijsen.

BINNENSTADBALLET

dit is het begin: de hemel is vaalgrijs

en er gebeurt niets

althans, niets bijzonders

een tak beweegt een beetje in de wind

een kat ligt te slapen onder een stoel

op het terras, een kraai loopt rond

en pikt een kruimel van de grond

maar dan opeens breekt de zon door

en wemelt het van de mensen

het lijkt alsof een hogere macht een lading

leven in de bleke binnenstad heeft uitgestort

mensen, jong en oud, van heinde en ver

met tassen in hun handen, met portefeuilles

in hun zakken, met zaken in hun gedachten

met ogen die schoonheid willen

met magen die ook wat willen

mensen, eindelijk mensen, en ze blijven

hangen en maken samen een wolk van...

ik durf het woord bijna niet te bezigen

een wolk van gezelligheid

er wordt gegeten, gedronken, gelachen, getoost

er wordt gepraat over kleine dingen en grootse

daden, over de kunst die men zo-even zag

aan de wand in dat mooie pand verderop

er wordt gefietst door de straten, zonder haast
er wordt gekuierd, geleund tegen bomen

gekeken naar gevels, naar mediaschermen

en openlijk of heimelijk naar elkaar

en op het centrale plein, net geschrobd, voeren

mannen en vrouwen een vreugdedans uit

een binnenstadballet

de kat slaat het van een afstand gade

de kraai zoekt z'n toevlucht in het hoge groen

de burgemeester komt de hoek om en ziet

dat het goed is; van grauwheid, van de oude

lauwheid is geen sprake meer

zijn, jouw, mijn, onze binnenstad

heeft een ziel



Robert Grijsen