MDG 7: Zorgen voor een duurzaam milieu


Datum: 08 juli 2015

Flower

MDG 7In onze reeks `Millenniumdoelen' deze maand Millenniumdoel 7: zorgen voor een duurzaam milieu (1).

Target 7A: De beginselen van duurzame ontwikkelen integreren in het nationaal beleid en het verlies van milieurijkdommen terugschroeven

Van de vijf indicatoren worden er hieronder drie toegelicht.

De eerste heeft betrekking op de uitstoot van broeikasgassen. Zoals bekend vormt de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen een cruciale parameter in de ambitie om de opwarming van de aarde onder de kritieke drempel van 2DEG te houden. Het beschikbare koolstofbudget voor het nog
resterend gedeelte van deze eeuw bedraagt ongeveer 1.000 Gigaton CO2-equivalent, terwijl er nu jaarlijks 54 Gton wordt uitgestoten (2). Het drastisch verminderen van de globale CO2-uitstoot en een eerlijke verdeling van die uitstoot worden sleutel-elementen van het toekomstig klimaatbeleid. De
evolutie tot nu toe is daarover weinig hoopgevend.

De globale uitstoot van fossiele brandstoffen (de belangrijkste component van de broeikasgassen) is immers gestegen van 21,6 Gton in 1990 tot 32,2 Gton in 2011. Ook de per capita uitstoot blijft verontrustend evolueren: van 4,08 ton in 1990 tot 4,57 ton in 2010.

Positiever nieuws is te melden inzake het verbruik van ozon-afbrekende substanties. Het verbruik daarvan is wereldwijd bijna verdwenen. Het daalde van 1,8 miljoen ton in 1986 tot amper 44.000 ton in 2012. De internationale actie hiervoor in het kader van het Montreal Protocol is dus uiterst
doeltreffend gebleken.

Een derde indicator betreft het beheer van de visbestanden. Hier is de evolutie eerder verontrustend. Het percentage overgeexploiteerde vissoorten is immers verder opgelopen van 18,6% in 1990 tot 29,9% in 2009.

Target 7B: Het biodiversiteitsverlies significant verminderen tegen 2010

Inzake biodiversiteit is het plaatje zeer gemengd. Enerzijds is er vooruitgang inzake de uitbreiding van beschermde gebieden op het land en op zee (van 8,3% in 1990 tot 14% in 2012), anderzijds stelt men een verdere stijging vast van de soorten die worden bedreigd met uitsterven.

Target 7C: het aandeel van personen zonder toegang tot zuiver drinkwater en sanitaire voorzieningen halveren tegen 2015

Het eerste deel van dit streefdoel werd ondertussen reeds behaald; het tweede gedeelte lijkt buiten bereik.

Wereldwijd bedroeg het aandeel van de personen zonder toegang tot zuiver drinkwater nog 76% in 1990. In 2012 was dat aandeel gestegen tot 89%, waarmee dit streefdoel (88% in 2015) op voorhand werd behaald. Voor sanitaire voorzieningen lag de lat echter veel hoger. Hier moest het percentage
stijgen van 49% in 1990 tot 74,5% in 2015. Het reele cijfer bedroeg in 2012 64%, hetgeen het behalen van dit streefdoel niet meer realistisch maakt. Anderzijds kan er op gewezen worden dat de geboekte vooruitgang (+ 15%) eigenlijk hoger ligt dan de vooruitgang inzake toegang tot drinkwater (+
13%). Het ziet er naar uit dat de vooruitgang voor beide streefdoelen ook in de toekomst gestaag zal blijven verlopen.

Target 7D: tegen 2020 een significante verbetering realiseren van de levensstandaard van minstens 100 miljoen sloppenbewoners

Deze specifieke target inzake werd eveneens reeds gehaald. In feite hebben meer dan 200 miljoen sloppenbewoners hun toestand significant zien verbeteren tussen 2000 en 2012. Allicht was dit streefdoel niet optimaal geformuleerd. Het ware beter geweest om te streven naar een significante
vermindering van het aandeel van de stedelijke bevolking dat in sloppenwijken woont. Die indicator is gedaald van 46,2% in 1990 tot 32,7% in 2012. Dat neemt echter niet weg dat die bevolking over de aangegeven periode in absolute cijfers is gestegen van 650 tot 863 miljoen.

(c) foto: IRD/Hubert de Foresta



----------
1. Situatie januari 2015
2. UNEP, The emission gap report 2014. Executive Summary