Ontbreken regionale afstemming overheden mede debet aan winkelleegstand

Gemeente moet niet langer aan het roer staan bij ontwikkeling winkelcentra

De overheid is mede debet aan winkelleegstand. De afgelopen 60 jaar ontbrak het aan een goede regionale afstemming van winkelontwikkeling. Daarnaast speelden gemeenten een bepalende rol bij de ontwikkeling van winkelcentra, in plaats van gespecialiseerde marktpartijen. Dit stelt Pieter van der Heijde, algemeen directeur van Bureau Stedelijke Planning, op basis van zijn promotieonderzoek `Nieuwe centra in Nederland'.

Het Rijk en provincies hebben decennialang lang gedegen ruimtelijke ordeningsplannen opgesteld, maar hebben daar de ontwikkeling van winkelcentra onvoldoende in betrokken. Bovendien is de ontwikkeling van nieuwe winkelmeters in toenemende mate gebruikt om de inkomsten uit grondexploitaties te vergroten. Projecten werden opgepompt waardoor er een overschot aan vierkante meters winkelvloer is ontstaan.

Geen overleg

Hans van der Ploeg, directeur van VBO Makelaar, valt Van der Heijde bij. `Om de gunst van het winkelend publiek voor zich te winnen, hebben gemeenten alleen oog voor het aantrekkelijk maken van hun eigen stadscentrum en winkelstraten. Onze sectieleden Bedrijfsmatig Vastgoed signaleren dat er geen overleg met buurgemeenten is, waardoor gemeenten met hun solistisch beleid medeverantwoordelijk zijn voor de stijging van het aantal leegstaande winkels.' Langzamerhand ontwaken gemeenten en zien ze in dat er een oplossing moet komen voor het mede door hen gecreeerde overschot en onrendabele winkelcentra. Sterker nog, de Regiegroep Retailagenda roept gemeenten en provincies op om samen te werken, waarbij pijnlijke keuzes niet uit de weg moeten worden gegaan.

Oplossing

Van der Heijde en Van der Ploeg zijn eensgezind in hun oplossing. Naast de regionale afstemming moeten er nog drie dingen gebeuren, te weten:

1) Regionaal marktonderzoek naar welke winkelcentra rendabel (kunnen) zijn. Deze centra moeten worden versterkt, door er functies aan toe te voegen. Minder presterende winkelcentra kunnen gedeeltelijk worden getransformeerd.

2) De perverse prikkel moet uit het systeem van grondprijsbepaling worden gehaald.

3) Het scheiden van publieke en private taken. De gemeente dient zich meer te richten op de hoofdlijnen van winkelplanning. De daadwerkelijke ontwikkeling dient te worden overgelaten aan risicodragende marktpartijen.

Zie ook het persbericht `Herziening van gemeentelijk grondbeleid is noodzakelijk'

Noot voor de redactie,