Waarom meten op Spitsbergen


22 augustus 2015 - De KNMI-onderzoekers Richard Bintanja en Olivier Andry die deelnemen aan de Nederlandse poolexpeditie SEES.nl zijn aangekomen bij Edgeo/ya, het doel van hun reis. Voor-website doen ze verslag vanaf de Noordpool.
Oliver Andry van het KNMI bij de MAXDOAS op het schip de Ortetlius omringd door zeeijs op Spitsbergen (foto: Richard Bintanja, KNMI)
Oliver Andry van het KNMI bij de MAXDOAS op het schip de Ortetlius omringd door zeeijs op Spitsbergen (foto: Richard Bintanja, KNMI)
Op dit eiland begon zo'n 50 jaar geleden het Nederlandse onderzoek op Spitsbergen, een historische locatie.

Van de enigszins stuurse stuurman krijgen we 15 minuten de tijd om ons meetinstrument de MAXDOAS te checken. Langer kan echt niet want daarvoor moet de radar, die ook bovenop de stuurhut staat, uitgeschakeld worden. Met alle brokken zee- en gletsjerijs die her en der rond het schip dobberen is
dat niet iets dat men graag doet, kennelijk. Gelukkig blijken de MAXDOAS-metingen voor zover we kunnen nagaan goed te zijn gegaan. Ook hebben we op Edgeo/ya bij prachtig weer op een aantal locaties metingen kunnen doen, onder de toeziende ogen van een groepje walrussen, een poolvos en een
ijsbeer op afstand.

De MAXDOAS meet aerosolen en stikstofdioxide, atmosferische vervuiling die vanuit de gematigde breedtes naar het Arctische gebied worden getransporteerd. Onze metingen, een van de eerste directe luchtvervuilingsobservaties in de Arctic, zullen worden gebruikt om chemie-transportmodellen te
verifieren, want we willen het transport naar de Arctic zo goed mogelijk kwantificeren en dan natuurlijk het hele jaar door. Stikstofdioxide kan namelijk worden omgezet in troposferisch ozon, en dat is een broeikasgas dat bijdraagt aan de snelle Arctische opwarming. Dat laatste geldt ook voor
bepaalde aerosolen (black carbon), die neerslaan op het ijs en het albedo ervan verlagen, waardoor het ijs sneller afsmelt.

Maar dat is allemaal voor later. Nu eerst de metingen volbrengen...