Ondersteuning jeugd en Wmo in de buurt op peil


30-09-2015

Ook het tweede kwartaal van de invoering van de Jeugdwet en Wmo in 2015 toont aan dat de Utrecht goed op weg is bij het oppakken van haar nieuwe taken voor jeugdhulp, zorg en ondersteuning. De inzet van de buurtteams laat een stijgende lijn zien. Ook het aantal zelfmeldingen neemt toe, de
Utrechter weet het buurtteam te vinden.

De invulling van de nieuwe gemeentelijke taken voor jeugdhulp, zorg en ondersteuning verloopt goed. De tweede voortgangsrapportages over de invoering van de Jeugdwet en de Wmo 2015 laten zien dat de buurtteams stevig zijn verankerd in de wijk en in de stad. Clienten weten zelf of via
professionals zoals de school, huisarts of wijkverpleging de weg naar een buurtteam te vinden. Zij blijken bovendien tevreden over de verleende zorg en ondersteuning door het buurtteam: meer dan de helft waardeert deze met een 8 of hoger. Na het afsluiten van de ondersteuning van het buurtteam
geeft het merendeel van de mensen aan op eigen kracht of met inzet van informele zorg verder te kunnen.

Minder specialistische zorg
Het beeld van de vraag en het gebruik van zorg en ondersteuning in Utrecht tekent zich stapsgewijs scherper af. De beoogde verschuiving van minder gespecialiseerde zorg naar meer basiszorg, zoals ingezet in het eerste kwartaal, lijkt door te zetten. Ook ziet Samen Veilig (SAVE) dat de afname
van ondertoezichtstellingen zich in het tweede kwartaal doorzet. In het generalistische aanbod, bijvoorbeeld bij sociale prestatie en dagondersteuning, is juist sprake van toenemende instroom.

Minder vragen
Bij de gemeente Utrecht kwamen in het tweede kwartaal minder vragen binnen over de algemene veranderingen in de zorg en jeugdhulp. Het aantal vragen dat wekelijks binnenkomt is bijna gehalveerd. Inwoners met specifieke vragen aan de gemeente over zorg of ondersteuning worden via het
klantcontactcentrum of de hiervoor bedoelde mailadressen geholpen.

Doorontwikkeling zorg
Door de vorderingen van het Utrechts model voor zorg en ondersteuning kan de aandacht nu stapsgewijs verschuiven naar de inhoudelijke doorontwikkeling van de zorg, ook een beoogd doel van de transitie. Pas na het eerste jaar van de invoering zijn conclusies te trekken of het Utrechts model
heeft gezorgd voor een goede transitie van de zorg. Daarom wordt dit proces ook de komende kwartalen nauwkeurig gevolgd.