Actie nodig voor fatsoenlijk werk

Actie nodig voor fatsoenlijk werk

door Agnes Jongerius op 14 oktober 2015

Made in Europe' blijkt alles behalve een bewijs voor fatsoenlijke werkomstandigheden in de textielsector, blijkt uit onderzoek. Grote Europese kledingmerken zoals Hugo Boss, Adidas, H&M of Benetton in Zuidoost-Europa laten kleren voor een appel en een ei kleren in elkaar naaien.

Het is natuurlijk een schande wat er gebeurt in China of Bangladesh, maar ik schaam me diep dat hetzelfde in onze eigen achtertuin gebeurt. En helaas ook in de EU zelf. Lidstaten zijn op de hoogte, maar Europese regelgeving wordt aan de laars gelapt zodra er op een makkelijke manier centen verdiend kunnen worden. Daarom vraag ik de Europese Commissie dit onderzoek grondig te bestuderen en actie te ondernemen. Lidstaten en kandidaat-lidstaten moeten bedrijven keihard aansporen het loon van deze mensen tot een adequaat niveau te verhogen.

We kennen allemaal de verhalen uit China of Bangladesh. Vooral vrouwen, die onder barre omstandigheden en tegen een hongerloontje, kleren in elkaar steken. "Made in China' staat meestal niet voor fatsoenlijk werk.

Minder bekend is dat onze `eigen' textielsector in Europa niet veel beter is. Dat blijkt uit het onderzoek 'Stitched up' - ofwel Vastgenaaid, van de Schone Kleren Campagne. Grote Europese kledingmerken zoals Hugo Boss, Adidas, H&M of Benetton laten, zo stelt het onderzoek vast, in Zuidoost-Europa kleren voor een appel en een ei kleren in elkaar naaien.

Het is natuurlijk een schande wat er gebeurt in China of Bangladesh, maar ik schaam me diep dat hetzelfde in onze eigen achtertuin gebeurt. En helaas ook in de EU zelf. Lidstaten zijn op de hoogte, maar Europese regelgeving wordt aan de laars gelapt zodra er op een makkelijke manier centen verdiend kunnen worden.

Zo blijkt uit het rapport, dat in EU-lidstaat Bulgarije werknemers rond de 150 euro ontvangen per maand. Dit is twintig procent van een fatsoenlijk loon waar zij van zouden kunnen rondkomen. De lonen in de textiel in Bulgarije liggen lager dan in China, waar werknemers in de textiel rond 200 euro per maand krijgen. In andere EU lidstaten zoals Kroatie, Roemenie en Slowakije is de situatie eveneens erbarmelijk.

In de uitbreidingslanden zoals Turkije en Bosnie en nabuurschapslanden in de Kaukasus hebben Europese retailers totaal vrij spel. Illegale praktijken, zoals langdurig onbetaalde overuren, sociale bijdragen of zelfs lonen komen veelvuldig voor. Vakbonden komen maar slecht van de grond. Mensen durven hun mond niet open te doen, simpelweg omdat ze blij zijn werk te hebben en bang zijn hun baan te verliezen. Ook al is dat slecht of vaak niet betaald werk.

'Made in Europe' blijkt alles behalve een bewijs voor fatsoenlijke werkomstandigheden in de textielsector. Europa biedt bedrijven de ruimte om te groeien en te exporteren, maar spreekt lidstaten en bedrijven niet actief aan om zich aan de Europese sociale grondrechten te houden. Daarom vraag ik de Europese Commissie dit onderzoek grondig te bestuderen en actie te ondernemen. Lidstaten en kandidaat-lidstaten moeten bedrijven keihard aansporen het loon van deze mensen tot een adequaat niveau te verhogen.