Wel loonsverhoging maar geen cao?

De werkgeversorganisatie VO-raad heeft beloofd een deel van de voorgespiegelde salarisstijging uit het overheidsakkoord in november te betalen. Er komt alleen geen cao. Dat roept vragen op. Hier vindt u de antwoorden.

Wat is er beloofd?

De VO-raad gaat alle schoolbesturen in het voortgezet onderwijs vragen de loonsverhoging over 2015 uit te betalen. Het gaat dan om 2,05 procent (deels met terugwerkende kracht tot 1 januari) en 500 euro bruto.

Dus die uitbetaling is zeker?

Nee, de VO-raad kan de afzonderlijke schoolbesturen zonder cao niet verplichten te betalen. Het voorstel was om in 2015 eenmalig een bedrag uit te keren en het cao-overleg op de lange baan te schuiven. AOb en FNV-Overheid stemden niet in met dit voorstel, de andere bonden wel.

Kan een loonsverhoging zonder cao?

De belofte van de VO-raad betekent een eenzijdige loonsverhoging buiten de cao om. Dat heeft een hoop consequenties:

* Werknemers kunnen aan de belofte van werkgeverskoepel VO-raad geen rechten ontlenen. Uitbetaling is afhankelijk van de welwillendheid van het individuele schoolbestuur. De VO-raad heeft geen rechtsmiddelen om besturen te dwingen het bedrag daadwerkelijk over te maken.

* De salaristabellen in de cao blijven onveranderd. Wat een nieuwe werknemer die op 1 december in dienst komt, gaat verdienen is dus niet duidelijk.

* Deze manier van uitbetalen zorgt ook voor problemen in het openbaar onderwijs. Daar regelt de gemeentelijke verordening de rechtspositie, inclusief lonen van het personeel. Wanneer er geen landelijke cao is, kan deze verordening niet gebruikt worden als basis voor de uitbetaling. Er moet

dan een andere wettelijke basis gevonden worden om tot uitbetaling over te gaan. Of dat zo snel lukt, is de vraag.

Wat vindt de AOb daarvan?

Deze vreemde gang van zaken leidt tot rechtsonzekerheid van het personeel, want het wordt afhankelijk van de gunst van het individuele schoolbestuur. De VO-raad wilde niet op deze effecten en uitvoeringsvragen ingaan. De raad deed enkel een volgende belofte: 'de VO-raad lost alle uitvoeringsproblemen op.'

Wat staat er ook al weer in het overheidsakkoord ? In het overheidsakkoord is over de lonen het volgende afgesproken:

* Per 1 januari 2015 een structurele loonsverhoging van 0,8%

* Per 1 september 2015 een structurele loonsverhoging van 1,25%

* Per september 2015 een eenmalig bedrag van 500 euro

* Per 1 januari 2016 een structurele loonsverhoging van 3%

Waar komt dat geld vandaan?

De hogere lonen worden volgens het akkoord voor een groot deel betaald uit lagere pensioenpremies. Dat zou kunnen door een lagere pensioenuitkering af te spreken en door het schrappen van de herstelpremie. De herstelpremie is een extra premie om het ABP weer financieel gezond te krijgen. In twee stappen zou dat een loonsverhoging van 2,2 procent voor werknemers bij overheid en onderwijs opleveren. FNV en AOb tekenden daar niet voor, omdat de loondeal niet goed was doorgerekend en er geen tijd was om met de leden te praten over de gevolgen.

Waarom betaalt de VO-raad nu de verhoging van 2015?

Volgens de AOb gebruikt de VO-raad dit zoethoudertje om het cao-traject te vertragen. De werkgeverskoepel zit klem: de belofte om tot een snelle loonstijging voor het personeel te komen is gedaan, maar er is onwil om dit in een normale cao te regelen. Deze onwil komt in de eerste plaats voort uit onzekerheid over de pensioenpremie.

Pensioenpremie

Het pensioenfonds ABP stelde afgelopen week dat een lagere premie onmogelijk is, terwijl het overheidsakkoord er juist van uitgaat dat de pensioenpremie zou dalen. De vrijvallende ruimte zou dan terugkeren in de vorm van een salarisstijging. Alle signalen wijzen er op dat die daling er niet komt. Dat betekent dat de kosten van de werkgevers even hoog blijven of zelfs stijgen, terwijl er een salarisstijging van 3% voor 2016 is beloofd. 1,4% hiervan komt uit de daling van die premie.

Transitievergoeding

Ten tweede wil de VO-raad de wettelijke transitievergoeding bij ontslag ontwijken. Zolang er geen cao is, is het 'overgangsrecht transitievergoeding' van toepassing. Omdat dit overgangsrecht geldt tot 1 juli 2016 hoeven schoolbesturen in deze periode geen transitievergoeding te betalen bij ontslag van personeel.

Welke problemen ontstaan hierdoor?

Door nu aan de schoolbesturen te vragen het geld over te maken maar geen cao te sluiten, worden naast alle uitvoeringsproblemen alle discussies over de betaalbaarheid van het overheidsakkoord en de transitievergoeding naar de toekomst doorgeschoven. De VO-raad knipt het overheidsakkoord voor de jaren 2015 en 2016 als het ware in twee delen.

De dekking voor 2015 lijkt nu rond te zijn, dus dat bedrag (2,05% plus 500 euro per fte) kan door schoolbesturen in november worden uitbetaald. Maar de situatie voor 2016 is onduidelijk. Met deze truc probeert de VO-raad de cao en de uitbetaling van 3% op de lange baan te schuiven, zo vreest de AOb.

Wel zegt de werkgeverskoepel het overheidsakkoord uit te zullen voeren en dus uiteindelijk 5,05% (plus eenmalig 500 euro) uit te betalen. Tegelijkertijd stelt de koepel dat als het kabinet er geen geld bijlegt, of het pensioen goedkoper -lees slechter- wordt gemaakt, de rekening op de cao-tafel wordt neergelegd. Daarbij beroepen de werkgevers zich op afspraken uit datzelfde overheidsakkoord. Dan moet het dus betaald worden door een verslechtering van de huidige cao-afspraken.

Het uiteindelijke effect van het overheidsakkoord is dan een duurder en slechter pensioen met daarbovenop een verslechtering van de arbeidsvoorwaarden. En dat voor minder dan anderhalf procent echte loonstijging per jaar.