Uitspraak 201401606/4/R6

Tegen: de raad van de gemeente Tilburg

Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig

Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen Noord-Brabant

ECLI: ECLI:NL:RVS:2015:3258

201401606/4/R6.

Datum uitspraak: 21 oktober 2015

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. [appellant sub 1], wonend te Tilburg,

2. [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B], beiden wonend te Tilburg (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 2]),

en

1. de raad van de gemeente Tilburg

2. het college van burgemeester en wethouders van Tilburg,

verweerders.

Procesverloop

Bij besluit van 29 oktober 2013 heeft het college ten behoeve van het bestemmingsplan "Stappegoor 2013" voor nieuw te bouwen woningen in het gebied Stappegoor-Oost hogere waarden vastgesteld voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting vanwege het wegverkeer.

Bij besluit van 2 december 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Stappegoor 2013" vastgesteld.

Tegen een of meer van deze besluiten hebben onder meer [appellant sub 1] en [appellant sub 2] beroep ingesteld.

De raad en het college hebben een verweerschrift ingediend.

[appellant sub 1], de raad en het college en Consortium Stappegoor B.V. hebben onder meer nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 augustus 2014, waar onder meer [appellant sub 1], bijgestaan door mr. H.B.M. van Dullemen, advocaat te Den Haag, [appellant sub 2], en de raad en het college, beide vertegenwoordigd door ir. C.M. Bos, mr. L. Warnier, ing. A.W. Withoos en ing. R. Vliex, allen werkzaam bij de gemeente, dr. A.J. van Duren, werkzaam bij BSP, en bijgestaan door mr. J.A.M. van der Velden, advocaat te Breda, zijn verschenen. Voorts is ter zitting Consortium Stappegoor, vertegenwoordigd door ir. A.J.H. van Breukelen en bijgestaan door mr. R.J.G. B*cker, advocaat te Rotterdam, en ing. B.P.A. Peters, werkzaam bij Goudappel Coffeng, gehoord.

Bij uitspraak, deels tussenuitspraak, van 11 februari 2015 in zaak nr. 201401606/1/R6 (hierna: tussenuitspraak) heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 2 december 2013 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.

Bij besluit van 1 juni 2015 heeft de raad ter uitvoering van de tussenuitspraak het besluit van 2 december 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Stappegoor 2013" gewijzigd.

Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun zienswijze naar voren te brengen over de wijze waarop het gebrek is hersteld. Zij hebben hiervan geen gebruik gemaakt.

Met toestemming van partijen is afgezien van een nadere zitting. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Het besluit van 29 oktober 2013 tot vaststelling van hogere waarden

1. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 3.6 ten aanzien van het beroep van [appellant sub 1], voor zover gericht tegen het besluit tot vaststelling van hogere waarden ten behoeve van woningbouw in Stappegoor-Oost, overwogen dat hetgeen hij daarover heeft aangevoerd vanwege artikel 8:69a van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) niet kan leiden tot een vernietiging van dat besluit.

2. Gelet op de tussenuitspraak is het beroep van [appellant sub 1] tegen het besluit van 29 oktober 2013, waarbij hogere waarden voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting vanwege het wegverkeer zijn vastgesteld voor nieuw te bouwen woningen in het gebied Stappegoor-Oost ongegrond.

Het besluit van 2 december 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan

3. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 7.2 ten aanzien van het beroep van [appellant sub 1] voor zover gericht tegen de planregeling voor zijn perceel aan de Ringbaan Zuid 418 te Tilburg overwogen dat het beroep in zoverre in de einduitspraak niet-ontvankelijk zal worden verklaard.

4. Gelet op de tussenuitspraak is het beroep van [appellant sub 1] tegen het besluit van 2 december 2013 niet-ontvankelijk voor zover gericht tegen de planregeling voor het perceel aan de Ringbaan Zuid 418 te Tilburg.

5. De Afdeling heeft voorts in de tussenuitspraak onder 22.3 ten aanzien van de beroepen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2], voor zover gericht tegen het plandeel met de bestemming "Woongebied", waaraan de gebiedsaanduidingen "overige zone - deelgebied 2" en "overige zone - deelgebied 3" zijn toegekend, overwogen dat de planregels de mogelijkheid openlaten dat tot op de perceelsgrenzen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] gestapelde woningen kunnen worden gerealiseerd dan wel een ontsluitingsweg kan worden gerealiseerd. Dit betekent voor [appellant sub 1] dat deze ontwikkelingen op een afstand van 3,5 m vanaf de zijkant van de woning en op een afstand van 10 m vanaf de achterkant van de woning gerealiseerd kunnen worden en voor [appellant sub 2] op een afstand van 2,5 m vanaf de zijkant van de woning en 16 m vanaf de achterkant van de woning. De gevolgen hiervan voor het woon- en leefklimaat, zoals onder meer de aantasting van de privacy, beperking van het uitzicht en bezonning, ter plaatse van de woningen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] zijn niet in beeld gebracht. Ter zitting heeft Consortium Stappegoor weliswaar toegezegd geen bebouwing te realiseren op een afstand van 2,5 m langs de zijperceelsgrens van [appellant sub 1] en langs beide zijperceelsgrenzen van [appellant sub 2], maar dit neemt niet weg dat de raad niet aan de hand van de mogelijkheden die het plan biedt inzichtelijk heeft gemaakt dat bij deze afstand sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat aldaar.

Onder deze omstandigheden heeft de raad in het bestreden besluit in strijd met artikel 3:46 van de Awb niet deugdelijk gemotiveerd dat de gevolgen van de in het plan voorziene ontwikkelingen voor het woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] aanvaardbaar zijn.

6. Gelet op de tussenuitspraak zijn de beroepen van [appellant sub 1], voor zover ontvankelijk, en [appellant sub 2] tegen het besluit van 2 december 2013 gegrond. Dit besluit dient te worden vernietigd wegens strijd met artikel 3:46 van de Awb voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Woongebied", waaraan de gebiedsaanduidingen "overige zone - deelgebied 2" en "overige zone - deelgebied 3" zijn toegekend.

7. Bij de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak met in achtneming van overweging 22.3 alsnog te motiveren dat de binnen het plandeel met de bestemming "Woongebied", waaraan de gebiedsaanduidingen "overige zone - deelgebied 2" en "overige zone - deelgebied 3" zijn toegekend, voorziene ontwikkelingen geen onevenredige gevolgen zullen hebben voor het woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen aan de Ringbaan Zuid 418 en de Tatraweg 21 te Tilburg. Voor zover de raad naar voren heeft gebracht dat de planregeling binnen deze bestemming met betrekking tot de aanduiding "gestapeld" aanpassing behoeft, kan de raad dit bij zijn herstel betrekken. De raad kan er ook voor kiezen het besluit te wijzigen door het nemen van een nieuw besluit.

Besluit van 1 juni 2015 tot wijziging van het besluit van 2 december 2013

8. Bij besluit van 1 juni 2015 heeft de raad ter uitvoering van de tussenuitspraak het bestemmingsplan "Stappegoor 2013" voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Woongebied", waaraan de gebiedsaanduidingen "overige zone - deelgebied 2" en "overige zone - deelgebied 3" zijn toegekend op de volgende onderdelen gewijzigd vastgesteld, zodat het plan volgens de raad geen onevenredige gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat van [appellant sub 1] en [appellant sub 2]:

door de verbeelding aan te passen, waarbij:

- naast het perceel Ringbaan Zuid 418 en naast en achter het perceel Tatraweg 21 in een strook van 5 m de bestemming "Groen" is toegekend;

- achter de percelen Ringbaan Zuid 418 en 416 en naast het perceel Tatraweg 3 en in een zone van 10 m de aanduiding "milieuzone" is toegekend;

- naast en achter het perceel Tatraweg 21 en naast het perceel Ringbaan Zuid 418 in aansluiting op de bestemming "Groen" in een zone tot 10 m uit de perceelgrens de aanduiding "milieuzone" is toegekend;

- in een strook van 25 m naast en achter de woningen Ringbaan Zuid 418 en Tatraweg 21 de aanduiding "gestapeld uitgesloten" is toegekend.

door artikel 17 van de planregels aan te passen, waarbij:

- lid 17.2.1, onder a is komen te vervallen;

- de zinsnede "ter plaatse van de aanduiding gestapeld" in lid 17.1.1, onder b, is komen te vervallen.

9. Het besluit van 1 juni 2015, waarbij de raad het besluit van 2 december 2013 heeft gewijzigd, is ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Awb mede onderwerp van dit geding.

10. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben naar aanleiding van het besluit van 1 juni 2015 geen zienswijze ingediend. De Afdeling leidt hieruit af dat [appellant sub 1] en [appellant sub 2] geen bezwaren hebben tegen het besluit van 1 juni 2015.

11. Gelet hierop zijn de van rechtswege ontstane beroepen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] tegen het besluit van 1 juni 2015 ongegrond.

In stand laten rechtsgevolgen

12. Het besluit van 1 juni 2015 wijzigt het besluit van 2 december 2013 ten aanzien van het plandeel met de bestemming "Woongebied", waaraan de gebiedsaanduidingen "overige zone - deelgebied 2" en "overige zone - deelgebied 3" zijn toegekend op de onder 8 weergegeven onderdelen. Het besluit van 1 juni 2015 voorziet derhalve niet in een volledige planregeling voor het desbetreffende plandeel. Een enkele vernietiging van het besluit van 2 december 2013 ten aanzien van dit plandeel zou ertoe leiden dat er geen volledige planregeling meer is voor dit plandeel. De Afdeling ziet daarom aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, derde lid, van de Awb de rechtsgevolgen van het besluit van 2 december 2013 in stand te laten voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Woongebied", waaraan de gebiedsaanduidingen "overige zone - deelgebied 2" en "overige zone - deelgebied 3" zijn toegekend, doch niet voor zover uit het besluit van 1 juni 2015 andere rechtsgevolgen voortvloeien dan uit het besluit van 2 december 2013.

Proceskosten

13. De raad dient ten aanzien van [appellant sub 1] op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.

Ten aanzien van [appellant sub 2] is niet gebleken van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I. verklaart het beroep van [appellant sub 1] tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tilburg van 29 oktober 2013, waarbij hogere waarden voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting vanwege het wegverkeer zijn vastgesteld voor nieuw te bouwen woningen in het gebied Stappegoor-Oost ongegrond;

II. verklaart het beroep van [appellant sub 1] tegen het besluit van de raad van de gemeente Tilburg van 2 december 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Stappegoor 2013" niet-ontvankelijk voor zover gericht tegen de planregeling voor het perceel aan de Ringbaan Zuid 418 te Tilburg;

III. verklaart de beroepen van [appellant sub 1], voor zover ontvankelijk, en [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B] tegen het besluit van de raad van de gemeente Tilburg van 2 december 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Stappegoor 2013" gegrond;

IV. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Tilburg van 2 december 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Stappegoor 2013" voor zover het betreft het plandeel met bestemming "Woongebied", waaraan de gebiedsaanduidingen "overige zone - deelgebied 2" en "overige zone - deelgebied 3" zijn toegekend;

V. bepaalt dat de rechtsgevolgen van het besluit van 2 december 2013 in stand blijven voor zover het betreft het plandeel met bestemming "Woongebied", waaraan de gebiedsaanduidingen "overige zone - deelgebied 2" en "overige zone - deelgebied 3" zijn toegekend, doch niet voor zover uit het besluit van de raad van de gemeente Tilburg van 1 juni 2015 andere rechtsgevolgen voortvloeien dan uit het besluit van 2 december 2013;

VI. verklaart de beroepen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B] tegen het besluit van de raad van de gemeente Tilburg van 1 juni 2015 tot wijziging van het bestemmingsplan "Stappegoor 2013" ongegrond;

VII. veroordeelt de raad van de gemeente Tilburg tot vergoeding van bij [appellant sub 1] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van EUR 1.016,64 (zegge: duizendzestien euro en vierenzestig cent), waarvan EUR 980,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

VIII. gelast dat de raad van de gemeente Tilburg aan appellanten het door hen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierecht ten bedrage van EUR 165,00 (zegge: honderdvijfenzestig euro) voor [appellant sub 1] en EUR 328,00 (zegge: driehonderdachtentwintig euro) voor [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B], met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander, vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, voorzitter, en mr. F.C.M.A. Michiels en mr. G. van der Wiel, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Alderlieste, griffier.

w.g. Kranenburg w.g. Alderlieste

voorzitter griffier

Uitgesproken in het openbaar op 21 oktober 2015

590.