LTO wil afspraken met vakbonden over seizoenswerk afronden

LTO Nederland wil samen met Plantum en Anthos met de werknemersorganisaties tot definitieve afspraken komen over een regeling voor seizoenswerk voor de land- en tuinbouw in het kader van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Met deze afspraken wordt de tussenpoos in de zogenoemde ketenbepaling in de WWZ ingekort van zes naar drie maanden. De ketenbepaling regelt de onderbreking van periodes, waarin seizoenswerk kan worden verricht zonder dat een vast arbeidscontract ontstaat.

Na intensief overleg in de afgelopen maanden zijn de betrokken partijen een heel eind gevorderd en is het wat LTO betreft nu tijd om de laatste knopen door te hakken en een gezamenlijk akkoord te sluiten. Over het verloop van de onderhandelingen met CNV Vakmensen en FNV is LTO Nederland positief. Alle partijen hebben in de loop van het overleg stappen gezet om elkaar tegemoet te komen. Het is in het belang van zowel de werkgever als de werknemer om de arbeidsrelatie voor seizoenswerk telkens opnieuw aan te gaan.

Drie maanden

In het kader van de WWZ wordt wat LTO betreft onder seizoenswerk verstaan maximaal drie dienstverbanden in een periode van ten hoogste negen maanden met daarna een onderbreking van tenminste drie maanden. Die laatste termijn wordt nu al veel gebruikt en sluit aan bij de verschillende piekperiodes en werkzaamheden in de diverse agrarische sectoren. Ook werknemers zijn gebaat bij die periode van drie maanden. Zo kunnen zij immers zo lang mogelijk aan het werk blijven.

Werknemers met seizoencontracten van negen maanden of langer kunnen bij ongewijzigde bedrijfsvoering en goed functioneren na drie contracten aanspraak maken op een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. Daarbij wordt de loonbetaling gespreid over een periode van twaalf maanden. De werknemer dient zelf het initiatief te nemen voor zo'n verzoek. Voor werkgevers is er dan wel de voorwaarde dat met de Belastingdienst een afspraak wordt gemaakt om deze contracten onder de lage wachtgeldpremie te laten vallen.

Cao Colland

De afspraken zullen eerst groen licht moeten krijgen van minister Asscher (SZW). Aansluitend dienen deze vastgelegd te worden in een collectieve arbeidsovereenkomst (Cao). Voor LTO is dat de lopende Cao Colland. Deze Cao heeft een langjarig karakter en regelt afspraken van sociale partners voor de gehele land- en tuinbouw. Belangrijk voor LTO is dat werkgevers daardoor snel weer afspraken kunnen maken met hun vertrouwde seizoenwerkers voor het volgend seizoen of jaar. Ook voor de betrokken medewerkers biedt dit dan snel duidelijkheid.

21 oktober 2015

BRON: Jack Luiten