CBS: Stijgende lijn vleermuissoorten


zaterdag 24 oktober 2015 5:30

CBS: Stijgende lijn vleermuissoorten

De populaties van acht soorten vleermuizen zijn in 30 jaar tijd flink gestegen. De stijging betreft de soorten die worden gevolgd via het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) . De toename is het grootst bij de ingekorven vleermuis en de franjestaart en het kleinst bij de watervleermuis.
Gemiddeld over deze acht soorten vleermuizen is de populatie vervijfvoudigd, meldt CBS.

Groei

Het aantal ingekorven vleermuizen nam in de periode 1986-2015 jaarlijks met bijna 12 procent toe. Met een totale populatie van naar schatting ongeveer 1500 dieren in de zomer is dit desondanks nog steeds een zeldzame soort. De populatie van de franjestaart groeide in die periode vrijwel even
hard. De watervleermuis nam sinds 1986 jaarlijks met 2,5 procent toe, maar de laatste jaren is de groei er bij deze soort uit.

Populatietrend vleermuizen snel stijgend 1986 - 2015

Mergelgroeven

Ook bij andere vleermuissoorten is de populatiegroei afgenomen. Desondanks herstellen de meeste vleermuissoorten zich na de teloorgang van populaties in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. Wel blijft het herstel van de vleermuizen die leven in de mergelgroeven achter. Zo neemt het aantal
watervleermuizen in de groeven iets af.

Niet telbare soorten

Van de overige ongeveer 10 in ons land voorkomende vleermuissoorten is de situatie onzeker. Deze soorten kunnen niet gevolgd worden met behulp van de huidige zomer- en wintertellingen omdat ze verblijven in `niet telbare verblijven' zoals holle bomen of spouwmuren. Ook verhuizen deze soorten
nogal eens waardoor tellingen onmogelijk zijn. Zelfs van de gewone dwergvleermuis, die in elke stad en dorp voorkomt, is niet goed bekend hoe het gaat.

Populatietrend vleermuizen langzaam stijgend 1986 - 2015

Bijzonder en nuttig

Vleermuizen zijn in meerdere opzichten bijzonder. Het zijn nachtdieren die dankzij sonar zelfs in maanloze nachten de weg kunnen vinden. Sommige soorten worden tot 20 jaar oud en krijgen jaarlijks maximaal 1 jong. Het zijn bovendien de enige vliegende zoogdieren. Ze hebben een verborgen
levenswijze en zijn daarom moeilijk te onderzoeken.

De in Europa voorkomende soorten leven allen van (plaag-)insecten en worden daarom beschouwd als nuttig. Alle soorten vleermuizen zijn daarom op grond van de Europese Habitatrichtlijn beschermd. Voor drie soorten, de vale vleermuis, de ingekorven vleermuis en de meervleermuis zijn ook Natura
2000 gebieden aangewezen.