Staatssecretaris moet extra banen per schoolbestuur aantonen

Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs moet per schoolbestuur aantonen hoeveel banen er zijn bijgekomen dankzij het extra geld voor jonge leraren in het basis- en voortgezet onderwijs. De Tweede Kamer nam vanmiddag een motie met die strekking aan van de SP en de PvdA. Coalitiepartij VVD stemde tegen.

De Kamer wil weten hoeveel banen voor jonge docenten het betreft en ook hoe de cijfers zich verhouden tot het aantal leerlingen. De motie, twee weken geleden ingediend door SP-Kamerlid Jasper van Dijk, werd voor de stemming nog aangepast en mede-ondertekend door PvdA-parlementarier Loes Ypma.

Gisteren bleek al dat een deel van de Kamer meer grip wil op de besteding van onderwijsgeld, na de constatering door de AOb dat er honderden miljoenen verdwijnen uit het basisonderwijs.

Onderwijsgeld

De kwestie rond de 150 miljoen euro voor drieduizend extra banen achtervolgt staatssecretaris Dekker sinds het kabinet twee jaar terug de `investeringen' met veel tamtam presenteerde.

De miljoenen zijn opgegaan in de lumpsum, de zak met rijksbijdrage die schoolbesturen naar eigen wens kunnen besteden. De Kamer vroeg meerdere malen hoe het geld is besteed, maar Dekker gaf steeds te kennen "geen bonnetjes" te hebben. Toch houdt hij vol dat de miljoenen goed zijn besteed, op basis van wat besturen hem meedelen.

De VO-raad meldde vorige maand in een summier persbericht dat middelbare scholen het geld in extra personeel hebben gestoken. Maar die conclusie bleek gebaseerd op niet geverifieerde gegevens uit een vrijwillige peiling. Vo-besturen claimen daarin veel meer banen dan mogelijk is met het geld.