`Meer samenwerking en meer focus op exportkansen zijn nodig'

"Er is een ongelijke verdeling van de marges in de varkenshouderij. In Nederland verdient iedereen een boterham aan de varkenshouderij, behalve de varkenshouder zelf. Dat is niet nieuw, maar het is wel belangrijk om deze constatering te doen, zodat we vanaf daar kunnen bouwen aan een gezonde situatie in de keten. Je moet immers eerst de diagnose stellen, alvorens je kunt werken aan herstel."

Dit zegt voorzitter Uri Rosenthal van de regiegroep Vitale Varkenshouderij aan de vooravond van een reeks bijeenkomsten waar de Nederlandse varkenshouders worden geraadpleegd over zijn bevindingen. Hij geeft de aftrap voor de raadplegingsbijeenkomsten die LTO, NVV en POV gezamenlijk houden. De eerste bijeenkomst is vanavond.

De meningen en ideeen van de varkenshouders worden meegenomen naar de tweede fase van het traject Vitale Varkenshouderij.

De varkenshouderij heeft volgens Rosenthal nog te veel de focus op Noord-West Europa. "Echter, dit is een krimpende markt met zware concurrentie", zegt hij. Het vizier zal dan ook beter en meer moeten worden gericht op de exportkansen die er zijn.

Voorts belet het gebrek aan samenwerking in de keten de varkenssector momenteel om de betere prestaties uit de markt te halen, constateert Rosenthal. Een betere ketenstructuur is volgens hem hard nodig.

Zie de volledig tekst van het persbericht van vanmiddag

Zie het origineel.

27 oktober 2015

BRON: Jack Luiten