Maak het inbrekers niet te makkelijk!


niet-thuis-licht-aan

De donkere wintermaanden staan voor de deur. Vaak een gezellige periode zo rond de feestdagen. Maar ook een tijd waarin traditiegetrouw de meeste inbraken worden gepleegd. Aan onverlichte woningen zien inbrekers 's avonds dat bewoners niet thuis zijn. Bovendien zijn er minder mensen op straat,
waardoor er minder zicht is op verdachte situaties.

Om te voorkomen dat inbrekers tijdens deze donkere dagen hun oog op uw woning laten vallen, kunt u er zelf voor zorgen dat u het deze inbrekers niet te makkelijk maakt. Hoe u dat kunt doen? Nou zo:

1. Goed afsluiten? Sleutel omdraaien!

De beste sloten helpen niet als u ze niet gebruikt of als u tegelijkertijd een raam open laat staan. Draai uw deuren en ramen dus echt op slot. Anders kunnen inbrekers eenvoudig binnen komen door te flipperen (met een stuk hard plastic wordt de sleuf van het slot terug gedrukt) of te hengelen
(bijvoorbeeld met een ijzeren kledinghanger wordt door de brievenbus de deurklink bewogen). En laat daarbij de sleutel niet in het slot zitten. Inbrekers kunnen anders onder het slot een gat boren om vervolgens met behulp van een geprepareerd voorwerp de sleutel omdraaien (gaatjesboormethode).

2. Niet thuis? Licht aan!

Het is belangrijk om uw woning er uit te laten zien alsof u thuis bent. Laat binnen lampen branden als u 's avonds niet thuis bent. U kunt dat regelen met tijdklokken. Denk ook aan de bovenverdieping! Hiermee zet u gelegenheidsinbrekers op het verkeerde been. Gebruik ook de aanwezige
buitenverlichting. Bijvoorbeeld een lamp met schemerschakelaar die automatisch aangaat zodra het donker wordt. Een inbreker staat niet graag in het licht.