OM eist 8 jaar gevangenisstraf tegen 42-jarige man voor moord op moe..


29 oktober 2015 - Arrondissementsparket Oost-Brabant

Het Openbaar Ministerie heeft vandaag 8 jaar gevangenisstraf geeist tegen de 42-jarige man die ervan verdacht wordt zijn 66-jarige moeder opzettelijk en met voorbedachte raad door verstikking om het leven te hebben gebracht.

Diepvries

Het lichaam van de vrouw werd op 7 augustus 2014 in een diepvries in de woning waar verdachte samen met zijn moeder woonde gevonden. In de diepvries waar de overleden vrouw in lag werd een briefje gevonden waarop geschreven stond dat verdachte op 7 juli zijn moeder heeft vermoord. Verdachte
schreef op het briefje dat hij een zak en touw over haar hoofd heeft gedaan, waarna hij haar klappen op het hoofd gaf met een pan. Het onderzoek van het NFI naar de doodsoorzaak luidde dat het intreden van de dood van de xx-jarige vrouw kon worden verklaard door verstikking.

De man verklaarde bij de rechtbank en de rechter-commissaris dat hij zijn moeder op haar eigen verzoek om het leven had gebracht. Sinds zij het verpleegtehuis had verlaten wenste ze haar leven te beeindigen.

Onderzoek

Uit het onderzoek is, behalve de verklaring van verdachte, niet gebleken van een uitdrukkelijk en ernstig verlangen van zijn moeder om haar leven te beeindigen. Uit gesprekken met getuigen is niet naar voren gekomen dat zij de vrouw hebben horen zeggen of duidelijk hebben zien maken dat zij
niet meer wilde leven. Daar is ook niet over gesproken met artsen of verzorgenden.

Volgens de officier van justitie van het arrondissementsparket Oost-Brabant staat het vast dat het verdachte is geweest die opzettelijk en met voorbedachten rade het leven van zijn moeder heeft beeindigd. De verklaring van verdachte over de manier waarop hij zijn moeder heeft gedood en in een
diepvries heeft geplaats past bij de bevindingen uit het onderzoek, daarnaast is ook niet gebleken van een andere dader.

Levensbeeindiging

"In een zaak als deze kan levensbeeindiging op verzoek alleen worden bewezen als boven iedere twijfel verheven is dat het slachtoffer ook echt dood wilde, en dat is hier niet aan de orde'', aldus de officier van justitie. `'Op grond van de bevindingen uit het onderzoek kan niet bewezen worden
dat verdachte zijn moeder op haar uitdrukkelijk en ernstig verlangen om het leven heeft gebracht.'' Daarom heeft de officier van justitie bewezenverklaring van moord gevorderd.

Bij het bepalen van de hoogte van de straf is rekening gehouden met het gegeven dat aannemelijk geworden is dat verdachte handelde vanuit de oprechte overtuiging dat hij de wens van zijn moeder uitvoerde. Van een ander motief is niet gebleken. Desondanks blijft de vraag in hoeverre een ander
in staat is te oordelen over de wil van een ander om te leven.

Deel dit op

*