Financiering voor Externe Diensten Preventie en Bescherming ook voor..


29-10-2015

Op woensdag 28 oktober, werd in de Commissie Sociale Zaken van de Kamer van Volksvertegenwoordigers het wetsontwerp over de financiering van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk goedgekeurd. Dit wetsontwerp wijzigt de financiering van de externe diensten: de tarieven
zijn niet langer uitsluitend gebaseerd op het gezondheidstoezicht op werknemers. Er moet immers ook de nodige aandacht worden besteed aan de andere aspecten van welzijn op het werk die aan belang winnen, zoals de psychosociale situatie van de werknemer.

"Dit is opnieuw een belangrijke verwezenlijking inzake werkbaar werk. De externe diensten zullen hierdoor immers meer gaan focussen op andere belangrijke welzijnsdomeinen zoals arbeidsveiligheid, psychosociale aspecten, ergonomie, of arbeidshygiene", geeft Minister van Werk Kris Peeters aan.

Het is een opdracht voor alle ondernemingen om het welzijn van hun werknemers op te volgen en te verbeteren, niet alleen door hen regelmatig naar de arbeidsgeneesheer te sturen wanneer dat nodig is, maar ook door preventie op andere domeinen, zoals bv. het voorkomen van stress en burn-out en
arbeidsgerelateerde rugklachten. Dat is heel belangrijk, vooral als we streven naar langere en meer werkbare loopbanen voor zoveel mogelijk werknemers.

Veel bedrijven doen daarvoor beroep op externe preventiediensten. Het ontwikkelen en uitbouwen van een doeltreffend welzijnsbeleid moet de veiligheid en gezondheid van werknemers bij het uitvoeren van hun werk gedurende hun volledige loopbaan garanderen, en moet arbeidsongevallen en
beroepsziekten voorkomen.

Het wetsontwerp dat vandaag werd goedgekeurd, heeft betrekking op alle ondernemingen die aangesloten zijn bij een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, en die niet beschikken over een eigen medisch departement. Hiertoe behoren ook de micro-ondernemingen tot en met 5
werknemers, waarvoor een aparte (lagere) tariefregeling wordt voorzien om de toegang tot de externe diensten voor deze ondernemingen zo gemakkelijk mogelijk te maken.
De berekeningsbasis voor de financiering van de externe preventiediensten is door dit wetsontwerp niet langer uitsluitend gebaseerd op het aantal al dan niet aan gezondheidstoezicht onderworpen werknemers, wat tot nu toe het wel geval was. Een goed welzijnsbeleid is immers meer dan alleen
gezondheidstoezicht: ook de andere welzijnsdomeinen zoals arbeidsveiligheid, psychosociale aspecten, ergonomie en arbeidshygiene mogen niet worden verwaarloosd. Dit zal eindelijk ook worden weerspiegeld in de financiering.

Het wetsontwerp voert het akkoord van de sociale partners van maart 2015 uit, en laat toe dat de financiering van de externe diensten bij KB verder kan worden vastgelegd, met als basis :



* Het vastleggen van minimumtarieven die varieren naargelang de aard van de activiteiten van de werkgevers. Dit laat bv. toe om een lager tarief te bepalen voor werkgevers in tertiaire sectoren dan voor werkgevers in industriele sectoren waar traditioneel grotere risico's voorkomen. Dit moet
de drempel voor toegang tot de externe diensten zo laag mogelijk houden.
* Het bepalen van de prestaties die door de externe diensten moeten worden geleverd in ruil voor de forfaitaire bijdrage. Daardoor zal het voor alle werkgevers duidelijk worden welke prestaties ze juist van hun externe diensten zullen krijgen in ruil voor de betaalde bijdrage. Er komt dus
meer transparantie in de tariefregeling.

"Deze nieuwe financieringswijze moet de externe diensten toelaten doeltreffender te werken, zowel bij grote ondernemingen als KMO's, met als uiteindelijk resultaat een betere bescherming voor alle werknemers bij de uitvoering van hun job. Dit is opnieuw een belangrijke verwezenlijking inzake
werkbaar werk, omdat het toelaat meer aandacht te hebben voor onder meer de psychosociale aspecten in een job", besluit Minister voor Werk Kris Peeters.

Bron: persbericht van het Kabinet van de Minister van Werk