Verandering


10/11/2015

De meeste mensen geven de voorkeur aan stabiliteit, voorspelbaarheid en zekerheid. Onaangekondigde veranderingen, vooral als ze ingrijpend zijn, verstoren de rust, nopen tot aanpassing, dwingen ons de gebaande paden te verlaten. Bedrijven zijn net mensen; ze zijn gericht op continuiteit en
hebben daar voorspelbaarheid voor nodig. Op onzekerheid bouw je immers geen toekomstplannen en investeringen. Maar je hebt lang niet alles in de hand. De gassector is hiervan een goed voorbeeld. De afgelopen jaren zijn we met ingrijpende veranderingen geconfronteerd die we nog maar kort
geleden niet zagen aankomen.

Ik denk nog wel eens terug aan het jaar 2009. Toen vierden we in Groningen, in aanwezigheid van Koningin Beatrix, groots dat 50 jaar daarvoor het Groningenveld was ontdekt. Er viel geen onvertogen woord. Vrijwel iedereen was het erover eens dat het aardgas Nederland veel goeds had gebracht,
als goedkope, schone en comfortabele energiebron en daarnaast als constante stroom van hoge inkomsten. Men was het erover eens dat dit nog wel een decennia of twee, drie zo zou blijven. Veel Groningers meenden weliswaar dat ze er met de aardgasbaten wat bekaaid af waren gekomen in vergelijking
met de rest van het land, maar dat mocht de feestvreugde destijds niet drukken.

Nu, een luttele zes jaar later, is het beeld compleet gekanteld. Aardgas wordt geassocieerd met problemen. De aardbevingen hebben veel inwoners van de Provincie Groningen hun gevoel van veiligheid ontnomen en de producent van het gas, de NAM, en de overheid voor ongekende uitdagingen gesteld
om het vertrouwen te herwinnen en de noodzakelijk geachte gaswinning voort te kunnen zetten. Ook de discussies over de rol van aardgas in de energiemix hebben het imago van ons product geen goed gedaan. Waar we ten tijde van het 50-jarig jubileum aardgas zonder veel tegenspraak als een Triple
A-product konden aanprijzen (Available, Affordable & Environmentally Acceptable) ziet een belangrijk deel van de samenleving het nu als een fossiele brandstof waar we zo snel mogelijk vanaf moeten. En dat terwijl aardgas toch echt op de korte en middellange termijn een substantiele bijdrage
kan en moet leveren aan de vermindering van CO[2]-emissies.

Als in- en verkoper van aardgas ondervinden wij uiteraard de gevolgen van al deze turbulentie. Dat dwingt ons tot aanpassing van de organisatie. De productiebeperkende maatregelen van het Kabinet in Groningen betekenen voor ons als exclusieve verhandelaar van het Groningse gas, dat we minder
volume kunnen verkopen. Nu we met productieplafonds te maken krijgen (en dus met afnamemaxima) is er minder Gronings gas beschikbaar voor de markt. Als gevolg daarvan hebben we onze strategie moeten aanpassen aan de nieuwe omstandigheden. Belangrijkste eis is en blijft dat we aan de
leveringsverplichtingen aan onze klanten blijven voldoen en onze centrale rol in de voorzieningszekerheid kunnen blijven vervullen.

Ook onze organisatie gaat op de schop. We moeten onze kosten reduceren en, waar mogelijk, efficienter werken. En dat willen we allemaal doen zonder dat onze missie, zoveel mogelijk waarde toevoegen aan het Nederlandse gas, in gevaar komt. Uitgangspunt is dat niet alles meer kan en dat wat we
doen doelmatiger moet. We hebben onszelf een periode van enkele jaren gegund om dit proces tot een goed einde te brengen.

Verandering biedt vrijwel altijd ook nieuwe mogelijkheden. Uiteindelijk zien we deze verandering daarom als een kans om GasTerra nog beter en efficienter te maken, met een verhaal, een gezicht, en een verkoopkanaal.

Want verandering of niet, we blijven ervan overtuigd dat gas een onmisbaar onderdeel van de energiemix is en voorlopig zal blijven. Dat dragen we uit en we handelen ernaar.

Gertjan Lankhorst
CEO GasTerra