Dreigingsniveau gehandhaafd op substantieel

Nieuwsbericht | 09-11-2015 | 08:50

Het dreigingsniveau voor Nederland is onveranderd substantieel. Dat houdt in dat de kans op een aanslag in Nederland reeel is. Het beeld van een complexe en reele dreiging geldt voor het gehele Westen. In Europa wordt zowel rekening gehouden met de mogelijkheid van complexe en grootschalige aanslagen, alsmede meer kleinschalige en eenvoudige aanslagen. Dat staat in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland van de Nationaal Cooerdinator Terrorismebestrijding en Veiligheid dat minister Van der Steur vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Zoals het er nu naar uitziet is de crash van het Russische Metrojet toestel als mogelijk gevolg van een bomaanslag een voorbeeld van deze complexiteit. Als het Egyptische filiaal van ISIS hier inderdaad verantwoordelijk voor blijkt te zijn, betekent dit dat naast het Westen nu ook Rusland nadrukkelijk doelwit is geworden van deze groepering.

De strijd in Syrie en Irak en de jihadgang daarnaartoe spelen een prominente rol in de dreiging tegen Nederland. Gemiddeld reizen ongeveer 5 personen per maand uit. Tot 1 oktober 2015 zijn er vanuit Nederland in totaal circa 220 personen vertrokken. Het aantal terugkeerders staat op ongeveer 40. Het aantal uit Nederland afkomstige gesneuvelden bij de strijd in Syrie en Irak is zeer waarschijnlijk 42. Er bevinden zich momenteel ongeveer 140 personen in de strijdgebieden.

Een groeiend aantal Nederlanders in Syrie en Irak weet promotie te maken binnen de jihadistische groepen waarbij zij zich hebben aangesloten. Enkele Nederlanders hebben zich daar aangesloten bij subgroepen van ISIS die gericht zijn op het plegen van aanslagen in het Westen. Hun aanwezigheid en de mogelijk daaruit voortvloeiende contacten met anderen die actief betrokken zijn bij het plannen van aanslagen, draagt verder bij aan de dreiging.

Actieprogramma in uitvoering

De 38 maatregelen binnen het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme vormen het antwoord op deze jihadistische dreiging. De inzet op bepaalde maatregelen kan varieren in intensiteit en te leggen accenten, al naar gelang de (internationale) ontwikkelingen met betrekking tot de dreiging. Zo is in de afgelopen periode aandacht uitgegaan naar risicoreductie van personen van wie de uitreis is tegengegaan of mislukt en van wie potentieel een dreiging kan uitgaan. Ook is, mede naar aanleiding van recente aanslagen met vuurwapens in Europa, de opsporing van handel in illegale vuurwapens en het bezit en gebruik van automatische vuurwapens geintensiveerd. Verder is er de afgelopen maanden ingezet op het weren van visumplichtige extremistische sprekers die aanzetten tot haat en geweld en bijdragen aan radicalisering en polarisatie.

Sinds eind 2013 zijn er ongeveer 150 paspoorten gesignaleerd, zodat ze vervallen kunnen worden verklaard of een aanvraag van een nieuw paspoort kan worden geweigerd. Daarbij gaat het zowel om paspoorten van al uitgereisde personen als van mensen van wie het vermoeden bestaat dat zij willen vertrekken. Ook zijn er sinds 2013 circa 90 sociale uitkeringen stopgezet van onderkende uitreizigers. Daarnaast worden kinderbeschermingsmaatregelen getroffen in geval van vermoedelijke uitreis waarbij minderjarigen betrokken zijn. Zo zijn er inmiddels 58 aan jihadisme gerelateerde kindzaken door de Raad voor de Kinderbescherming in onderzoek genomen. In totaal lopen er in Nederland op dit moment ruim 80 strafrechtelijke onderzoeken naar circa 110 verdachten. De komende tijd zal de rechter uitspraak doen in een aantal van deze aan terrorisme gerelateerde zaken.

Aandacht voor preventie

De opbrengsten van de inzet gericht op het tegengaan van radicalisering worden zichtbaar. Hierbij ligt de focus op het creeren van een weerbare samenleving, het gericht intervenieren in radicaliseringsprocessen en het voorkomen van nieuwe aanwas.

Betrokken burgers kunnen rekenen op steun. In oktober is het Familiesteunpunt Radicalisering van start gegaan. Medewerkers van dit steunpunt begeleiden ouders en familieleden en bieden kennis en instrumenten voor de omgang met geradicaliseerde familieleden. In oktober zijn de eerste trajecten voor familieondersteuning gestart. Daarnaast biedt de exit faciliteit (Exits) trajecten aan voor jihadisten die openstaan voor een alternatief ("spijtoptanten") om te re-integreren in de samenleving buiten het jihadistische netwerk. Exits is sinds oktober 2015 gereed om aanvragen voor een Exit-traject op te pakken. Zowel steunpunt en Exits opereren onafhankelijk en zijn buiten de overheid gepositioneerd

Op lokaal niveau wordt ingezet op verbruisterking van de integrale aanpak van jihadisme in gemeenten en lokale instellingen. Zo biedt de Expertiseunit Sociale Stabiliteit (ESS) praktijkgerichte expertise gericht op het tegengaan van radicalisering en spanningen en gaat in het komende halfjaar aan de slag met die gemeenten waar (urgente) signalen bij elkaar komen. In de periode van januari 2015 tot september zijn daarnaast in 13 gemeenten bijna 300 docenten en professionals getraind in het omgaan met radicalisering. Met de oprichting van het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering (ROR) wordt verder geinvesteerd in het vergroten van de kennis en expertise van eerstelijns professionals.

Het in samenhang toepassen van deze repressieve en preventieve maatregelen maakt dat er een mix ontstaat waarmee alle betrokken diensten en organisaties zich ten volle inzetten om de huidige dreiging het hoofd te bieden. Jihadisten bedreigen onze veiligheid en zorgen voor spanningen in onze samenleving. Het zijn terroristen die de islam claimen om met geweld hun doelen te bereiken. We doen er als overheid samen met ouders, imams, wijkagenten, docenten en jongerenwerkers alles aan om radicalisering in Nederland tegen te gaan.

Misbruik asielketen onwaarschijnlijk

Zowel de infiltratie van jihadisten in de bekende reisroutes van migranten naar Europa als het misbruik van de asielprocedure brengt, vanuit het oogpunt van de terrorist, risico's van ontdekking met zich mee. Daardoor is het onwaarschijnlijk dat deze kanalen veelvuldig door terroristische groeperingen worden gebruikt. Er zijn, ondanks een enkel zorgelijk signaal, geen bevestigde gevallen van jihadisten die via de vluchtelingenstroom naar Europa worden gestuurd. Inlichtingen- en veiligheidsdiensten zijn niettemin alert op signalen van misbruik van de asielprocedure door terroristische organisaties. Daarnaast blijft het incidenteel mogelijk dat individuele mensen in asielprocedures vatbaar zullen zijn voor radicalisering.

Er is daarom in de gehele vreemdelingenketen geinvesteerd in het bevorderen van het veiligheidsbewustzijn bij de medewerkers van de vreemdelingenketen (waaronder COA en IND). Zo kunnen zij eventuele signalen van potentiele radicalisering, ronseling of jihadistische intenties vroegtijdig onderkennen.

Het blijft van belang ontwikkelingen scherp in de gaten te houden tegen het licht van het verhardende maatschappelijke klimaat en de toegenomen voedingsbodem voor extremisme. Ondanks een aantal zorgelijke incidenten is van structurele gewelddadigheden tegen asielzoekerscentra in Nederland geen sprake.