AOb wil dat leraren meepraten over nieuw curriculum

Betrek leraren actief bij de verdere uitwerking van alle plannen voor de toekomst van het onderwijs. Zij moeten het tenslotte gaan uitvoeren en krijgen te maken met de gevolgen. Dat zegt AOb-beleidsmedewerker Esther Sloots. Vandaag overhandigde de AOb alle aandachtspunten aan de commissie-Schnabel van Onderwijs2032.

Bijna 12 duizend tweets, 145 blogs en 59 brainstormsessies op scholen. In februari dit jaar riep staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs op tot een nationale brainstorm. Aan nieuwe ideeen voor het onderwijs in de toekomst bleek geen gebrek, het moet uiteindelijk leiden tot een vernieuwd curriculum. Begin oktober kwam de commissie met een eerste advies voor het kabinet.

Concreet

Nu mogen onderwijsorganisaties en scholen zeggen wat ze van dat advies vinden en vooral wat het in de praktijk betekent. Vervolgens werkt de commissie een definitief advies uit. De AOb drukt de commissie op het hart dat het niet alleen bij deze inbreng moet blijven. "Hartstikke mooi alle ideeen, maar het is lastig om er iets concreets van te maken dat is uit te voeren in de praktijk. In het eerste voorstel heeft het Platform Onderwijs2032 het over verbreding en verdieping. Dat moet concreter worden", zegt Sloots.

Ze wijst ook op de verschillen tussen leraren in de verschillende onderwijssectoren. "Dat onderscheid wordt niet altijd goed gemaakt in het advies, terwijl sommige ideeen per sector om andere aanpassingen vragen." De AOb pleit er ook voor dat niet alles vastgelegd wordt. Sloots: "Leraren en scholen moeten de ruimte krijgen om eigen ideeen uit te voeren. In het advies schrijft de commissie bijvoorbeeld dat alle leerlingen vanaf groep 1 Engels moeten leren. Dat is onverstandig. Beter is om alleen de kern vast te leggen en te verplichten. Dan bedenken scholen zelf een invulling."

Uitgestoken hand

Sloots zegt dat de commissie moet opletten dat niet alle maatschappelijke problemen op het bordje van de leraren komen. De pedagogische taak van scholen is niet oneindig. Bovendien moet er ook rekening worden gehouden met de huidige omstandigheden, zoals volle klassen en een hoge werkdruk. "Het belangrijkste is wel dat de verdere uitwerking hoort te liggen bij de mensen die het straks moeten gaan uitvoeren. Onze inbreng is een uitgestoken hand om daarover te praten."

Hieronder is de hele inbreng van AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen aan de commissie-Schnabel te downloaden.

Zie het origineel.