Komende jaren zeer groot lerarentekort verwacht

Door de pensioengolf, minder krimp en weinig aanmeldingen op de pabo, schiet het verwachte tekort aan leerkrachten po in 2025 omhoog naar minimaal achtduizend leraren. In het vo is het voor diverse tekortvakken moeilijker leraren te vinden. Uit cijfers van het CBS blijkt dat er meer vraag naar leraren po en vo is. Ook voor de vervulling van directievacatures in het po is veel animo. Dit schrijven minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker van OCW in een kamerbrief. De kamerbrief wordt begeleid door diverse arbeidsmarktrapporten.

De komende jaren zijn overal meer leerkrachten (po) nodig, hoewel er nog steeds regionale verschillen zijn. Het herstel van de arbeidsmarkt toont zich ook in de ontwikkeling van het aantal vacatures: het aantal vacatures in het po was in juni 2015 veel hoger dan in juni 2014. De directievacatures zijn populair: in ongeveer 70 procent van de gevallen melden zich meer dan dertig kandidaten voor een vacature.

Vanaf 2020 gaan de leerlingenaantallen weer stijgen, waardoor de arbeidsmarkt voor leerkrachten sterk aantrekt. In de Randstad zijn nu al meer vacatures. Voor 2016 wordt een tekort van rond de duizend leraren po verwacht, eerst in de Randstad en de jaren erna in het hele land. Zonder veranderingen in de omstandigheden staat het po in 2020 een tekort van rond de 4.000 fte aan leerkrachten te wachten. Vorig jaar rekende Centerdata voor 2025 op een tekort van 6.500 leerkrachten. Dat is nu bijgesteld naar tenminste achtduizend.

In het po zijn er wel grote regionale verschillen: in een paar regio's (zoals het noorden van Groningen) is er niet veel vraag naar leerkrachten. In de Randstad zou de vacaturedruk kunnen stijgen tot 9 procent.

Voortgezet onderwijs

De afgelopen jaren is de werkgelegenheid in het vo gegroeid, maar deze groei lijkt nu af te vlakken. Wel zijn het afgelopen schooljaar meer vacatures voor docenten gevonden dan het jaar daarvoor. De meeste vacatures voor leraren zijn in het Westen van het land (59 procent) en de minste in het Noorden (5 procent). Anders dan in het po zijn er geen grote regionale verschillen, maar zijn de tekorten zichtbaar in bepaalde vakken. Er blijft grote vraag naar docenten scheikunde, natuurkunde, Duits, Klassieke Talen en Frans. Voor Nederlands, Geschiedenis en gymnastiek is het aanbod goed.