Oogst HAS Minor Voedseldialoog: De Kaserne en Brabantse Quus

dinsdag 10 november 2015 15:48

Dit is een origineel bericht van Brabantse Agrofood 2020

Nieuw kasconcept en botloze spareribs twee van de twaalf projectresultaten Foodlab Brabant

Den Bosch - Vershuys, De Kaserne, Snoertse Plak en Brabantse Quus: vier resultaten die 65 studenten van de HAS Hogeschool de afgelopen tien weken hebben gerealiseerd tijdens de speciale minor 'Werk aan de voedseldialoog'. In totaal 12 werkgroepen zijn in het Foodlab Brabant, op het Provinciehuis in Den Bosch, aan de slag geweest met ideeen, concepten, en producten die een agrofoodsector dichterbij brengen die goed is voor mens, dier, milieu en bijdraagt aan een betere verstandhouding tussen boer en burger.

De Minor werd dinsdag afgerond met een speciaal slotevent in het Provinciehuis Noord-Brabant, waar de projectresultaten werden getoond aan Anne-Marie Spierings, als gedeputeerde verantwoordelijk voor Agrarische Ontwikkeling. Tijdens de bijeenkomst spraken de nieuwe HAS-lectoren co-creatief creeren & ondernemen, Roger Engelberts en Pierre van Hedel, hun inaugurele redes uit.

De Kaserne

Een mooi Minor-resultaat is de verdere ontwikkeling van De Kaserne, een speciale kas voor local-to-local teelt waarbij de groenten ook in de buurt de weg vinden naar de consument. Nikki Steerneman, lid van de projectgroep: "De Kaserne wordt in het voormalig kazernegebouw bij het transferium Vlijmenseweg in Den Bosch gerealiseerd. In de kas worden producten aangeboden van lokale ondernemers die op een bijzondere of duurzame wijze hun producten telen. De afgelopen 10 weken zijn wij bezig geweest met een inrichtingsplan van de kas, het zoeken van mogelijke leveranciers en het opstellen van een communicatieplan."

Brabantse Quus

Een andere projectgroep realiseerde het nieuwe voedselconcept Brabantse Quus. "Onder dit label hebben wij twee duurzaam geproduceerde vleesproducten ontwikkeld: de NoRibs (botloze spareribs) en de Brapacho (hartige veggie & meat drink)", legt Faya Jansen, een van de ontwikkelaars, uit. "Bij onze NoRibs leveren duurzaam gehouden varkens (Beter Leven twee sterren - red.) dankzij een speciaal dieet vlees met een notige smaak. En als je dat wilt kun je met speciale marinades nog een extra smaakdimensie toevoegen."

De Brapacho is een hartige snack die veel weg heeft van een Spaanse gazpacho. "Eigen onderzoek maakt duidelijk dat hiermee een brede doelgroep kan worden bereikt. We denken dat foodies en jongere consumenten het een aantrekkelijk product vinden om de eigen gezondheid te ondersteunen. Voor ouderen die moeite hebben met eten, is de Brapacho een makkelijke manier om de dagelijks benodigde hoeveelheid voedingsstoffen binnen te krijgen."

Werken in Foodlab Brabant

De HAS-studenten waarderen in het project vooral het werken buiten de eigen schoolmuren. Steerneman: "Het was heel fijn om in het Provinciehuis een eigen kantoor te hebben in het Foodlab Brabant. We konden er een beroep doen op daar aanwezige kennis en bleek de weg korter naar externe partijen als dat nodig was." Jansen: "Het was leuk en erg leerzaam om dichtbij de mensen uit de sector te werken. Daarnaast was iedereen van de provincie bereid om te helpen."

Anne-Marie Spierings, als gedeputeerde verantwoordelijk voor Agrarische Ontwikkeling, is enthousiast over de resultaten. "Ze tonen de waarde van FoodLab Brabant aan. Ineens pakken studenten en overheid samen het maatschappelijke vraagstuk agrofoodtransitie op en verbinden daar hele concrete ideeen aan. In de vorm van nieuwe producten en concepten, vanuit de consumentenvraag benaderd, en ook nog eens zo ingevuld dat ze goed zijn voor mens, dier en omgeving. Het mooie van Foodlab Brabant is dat we tien weken hebben mogen genieten van de creativiteit die de studenten meebrachten."

Ook Marjo Baeten, HAS-cooerdinator van de minor, kijkt positief terug op de samenwerking. "Ik ben aangenaam verrast over de enerverende samenwerking met het Transitieteam Brabantse Agrofood. Er is toch lef en moed voor nodig om 60 studenten in huis te halen en 10 weken lang samen aan een minor te werken. Aan de basis van dit alles ligt vertrouwen. Vanaf het eerste contact was dat er. Wat kun je dan toch veel voor elkaar krijgen!", aldus Baeten.