Spreektekst Heleen de Boer Slotdebat programmabegroting 2016

Spreektekst Heleen de Boer Slotdebat programmabegroting 2016

Voorzitter,

Vandaag bespreken we de begroting 2016.

We hameren, herhalen, verzoeken en amenderen.

We complimenteren en motiveren.

En uiteindelijk besluiten we.

We besluiten over de begroting waar dit college mee aan de slag gaat.

Dit gemankeerde college.

Het past me niet om sentimenteel te doen, of pathetisch, maar ik kan en wil het vertrek van Margriet Jongerius niet zomaar aan mij voorbij laten gaan. Ik heb het besluit van Margriet groots genoemd, en dat herhaal ik. Haar brief ontroerde mij, omdat deze zo goed samenvat wie zij is: een moedig mens, een vrouw met een groot, sociaal hart, en een zeer betrokken bestuurder.

In haar brief aan de burgemeester en de gemeenteraad spreekt Margriet van een jas die knelt.

Zondag trok zij haar jas zelf uit. Dit vinden we een moedig besluit en daar kunnen we alleen maar respect voor hebben.

Net als voor de prachtige dingen die ze bereikt heeft. Voor de manier waarop ze de opvang van vluchtelingen vorm heeft gegeven.

Voor het Utrechtse concept van bed, bad, brood en begeleiding.

Voor haar inzet om de bezuinigingen op cultuur terug te draaien. Maar bovenal voor haar scherpe oog voor mensen. En haar constante geslaagde pogingen om mensen bij elkaar te brengen. Wist u bijvoorbeeld dat Margriet naar haar vele culturele activiteiten altijd iemand uit haar wijken meenam? Bij voorkeur iemand die haast nooit in het theater of de schouwburg komt? Voor GroenLinks is het ondenkbaar dat cultuur er alleen is voor een kleine groep gelukkigen. Voor GroenLinks is het onverteerbaar dat we samen in een stad leven, maar elkaar niet ontmoeten of zien. Omdat we in andere wijken wonen, naar ander soortige theaters gaan. Met succes hebben wij deze begrotingscyclus daarom aandacht gevraagd voor de ongedeelde stad, en wij bedanken het college voor hun antwoorden en toezeggingen die wij ontvingen.

Tot besluit van deze cyclus is er nog een aantal zaken onvoldoende overgenomen. Hiervoor willen we nog een aantal moties indienen, of toezeggingen vragen.

Voorzitter,

Als je 18 bent mag je in Nederland stemmen. Je mag trouwen en autorijden. Je bent kortom volwassen. Toch word je bij betaling van je loon nog behandeld als een kind. In Nederland geldt het minimum jeugdloon voor jongeren tot 23 jaar. GroenLinks en een groot aantal andere partijen vinden dat het minimumjeugdloon voor jongeren van 18 jaar en ouder moet worden afgeschaft en dat elke werkende jongere vanaf 18 jaar het volwassen minimumloon betaald moet krijgen;

Daarom dienen wij een motie in waarvan het dictum luidt:

Draagt het college op:

- Aan werknemers van 18 jaar en ouder in dienst bij, gedetacheerd bij, ingeleend door of in BBL-opleiding bij de gemeente minimaal het volwassen minimumloon te betalen;

- In overleg met de vakbonden de Utrechtse rechtspositieregeling zodanig aan te passen dat voor werknemers van 18 jaar en ouder verwijzingen naar het minimum jeugdloon komen te vervallen;

- Als voorzitter van de arbeidsmarktregio Midden-Nederland bedrijven en andere gemeenten op te roepen het voorbeeld van de gemeente Utrecht te volgen het minimumjeugdloon voor jongeren van 18 tot 23 jaar af te schaffen;

- Bij de volgende herziening van het aanbestedingsbeleid te verkennen of het betalen van volwassen loon voor jongeren van 18 jaar en ouder als gunningscriterium voor aanbesteding kan worde opgenomen.

En daarnaast sluiten wij ons aan bij de vraag van de PvdA over de verantwoording van de gemeentelijke bijdrage aan het ondernemersfonds.

Voorzitter,

We hebben haast. Haast omdat we heel veel nieuwe Utrechters verwelkomen die recht hebben op een huis. We hebben betaalbare huizen nodig, zo simpel is het. Maar die zijn er onvoldoende, en voor de bouw van nieuwe woningen zijn we afhankelijk van de uitkomsten van de prestatieafspraken. Ik realiseer me dat voor deze grote uitdaging de oplossing niet eenvoudig is, en er misschien wel gezocht moet worden naar een onconventionele methode. In de commissievergadering pleitten wij daarom voor het tijdelijk opschorten van de verkoop van sociale woningen. Maar zoals Pepijn Zwanenberg in de commissie zei: het gaat niet om het middel, maar om het doel. En daarom vragen wij het college om eens te kijken naar die onconventionele middelen om nieuwe woonruimte te creëren. Wij dienen daarom een motie in waarvan het dictum luidt:

- Vraagt het college

- om met een plan te komen om alternatieven te onderzoeken om statushouders te huisvesten.

– In dit plan transformatie van kantoorpanden mee te nemen.

– In dit plan de bouw van prefabwoningen mee te nemen.

– In dit plan de tijdelijke opschorting van sociale woningen mee te nemen.

– Voor alle alternatieven de kosten en het tijdspad tot realisatie op te nemen.

- Voor alle alternatieven aan te geven of het college dit wenselijk vindt, en waarom wel of niet.

Voorzitter,

Er wordt ons wel eens symboolpolitiek verweten. Geheel ten onrechte natuurlijk. Wist u bijvoorbeeld dat dat symbool voor die zogenaamde symboolpolitiek, het regenboogzebrapad, na de dom het meest gefotografeerde beeld van Utrecht is door toeristen?

Een beetje kleur in de stad aanbrengen, dat is wel aan GroenLinks besteed. Dus bedacht ons kleurrijkste fractielid de tunnelvisie, om iets te doen aan de vele povere tunnels en onderdoorgangen in Utrecht die de stad grauw en grijs maken.

Hiervoor hebben wij een motie waarvan het dictum luidt:

Draagt het college op - Te werken aan een Tunnelvisie waarin wordt bekeken wordt welke tunnels in aanmerking komen voor zo’n opknapbeurt in samenwerking met omwonenden en hiervoor budget te reserveren bij de voorjaarsnota 2016.

Voorzitter,

In de commissie hebben we het uitgebreid gehad over bomen en de hinder die zij soms ondervinden van alles wat onder hun wortels zit. Ik heb het dan over kabels en leidingen. Wij willen graag dat in het Afwegingskader Ondergrond wordt vastgelegd dat bomen in het straatontwerp een optimale groeiplaats krijgen, en als dit niet past in het straatontwerp, gezocht wordt naar alternatieven voor groen, zoals geveltuinen en plantenbakken. Graag een toezegging van de wethouder. Eventueel hebben wij een motie achter de hand.

Voorzitter,

40 procent van het stadsoppervlak is in handen van particulieren. Particulieren die vaak groen en dieren een warm hart toedragen. Maar die bijvoorbeeld niet weten dat het egels helpt om de schuttingen bij de grond open te laten. Maar die wel meedoen aan de jaarlijkse tuinvogeltelling en dus weten welke vogels er in hun omgeving zitten. Dat is een groot potentieel dat wij eigenlijk niet inzetten. En dat is zonde. Daarom willen wij een stadsgesprek organiseren, juist met deze actoren, om te kijken wat particulieren zouden kunnen doen voor bedreigde en beschermde dieren. Daarom willen we het college vragen een bijeenkomst te organiseren met volkstuinverenigingen, hobbytuinders, particuliere grondbezitters, tuincentra en andere actoren om te kijken hoe particulieren de beschermde, bedreigde en nog niet bedreigde dieren kunnen ondersteunen. Graag een toezegging hierop. Eventueel hebben we een motie achter de hand.

Voorzitter,

Wie vijftien jaar geleden in het Wilhelminapark wandelde, zag een fraai uitgestrekte zonneweide waar af en toe gevoetbald werd. Wie nu op een zonnige dag kijkt, ziet minstens drie hardloopgroepjes, twee frisbeeclubjes, een Tai Chi groep, een stuk of tien voetballers en daar tussendoor mensen die zitten te picknicken, proberen te studeren of zitten te kletsen Het gebruik van het park is door de jaren veranderd. Maar niet alleen in parken, overal zie je dat het gebruik van de openbare ruimte intensiever wordt. En dat is goed voor de leefbaarheid van de stad, de sociale cohesie en zelfs voor de gezondheid van Utrecht.

Naarmate de druk op de publieke ruimte groter wordt, is er echter ook meer aandacht nodig voor de kwaliteit van de publieke ruimte, met name de ontmoetingsfunctie daarin. In het stadsgesprek dat gaat over de Ruimtelijke Strategie is hierover echter met geen woord gesproken. Daarom willen wij het college vragen in het vervolg van het participatietraject Ruimtelijke Strategie het onderwerp openbare ruimte uitdrukkelijk mee te nemen. Graag een toezegging, eventueel hebben wij een motie achter de hand.

Voorzitter, ten slotte,

Wij staan hier in het Utrechtse huis van de democratie. Wat wij hier besluiten heeft direct effect op de Utrechter. Die heeft ons gekozen om dat te doen wat het beste is voor de stad. Op een eerlijke en integere manier. En dat doen we natuurlijk. Maar het is voor Utrechters wel van belang dat dit ook gecontroleerd wordt. En daarvoor hebben we onze zogenaamde waakhonden nodig, de luizen in de pels, het journaille. Maar die staan onder druk. Uit een groot onderzoek blijkt dat de regionale en lokale media steeds minder vaak in staat zijn om de rol van waakhond te vervullen. Dat is een zorgelijke ontwikkeling. Daarom wil GroenLinks dat er eens serieus naar het mediabeleid van de gemeente gekeken wordt. We geven immers bijna 7 ton uit aan regionale media, zonder dat er duidelijke criteria zijn en zonder dat er nagedacht wordt over zaken als onafhankelijkheid pluriformiteit.

Wij willen daarom het college vragen om in samenspraak met de stad het mediabeleid te evalueren. Graag een toezegging hierop, eventueel hebben wij een motie achter de hand.