DNBulletin: Een stabiel zorgstelsel vraagt om toekomstbestendige buf..


Ook zorgverzekeraars bereiden zich momenteel voor op de introductie volgend jaar van Solvency II, het nieuwe raamwerk voor het toezicht op verzekeraars. Net als bij de andere verzekeraars is de algemene verwachting dat de kapitaaleisen onder het nieuwe risicogebaseerde stelsel hoger zullen
uitvallen dan onder het verouderde Solvency I. Wel houdt het nieuwe toezichtkader rekening met de risicodempende werking van het vereveningsstelsel voor de verplichte basiszorg, waardoor de eisen zo'n 40% lager kunnen uitkomen dan wanneer er geen verevening zou zijn.

Zorgverzekeraars vervullen een belangrijke maatschappelijke rol in het Nederlandse zorgstelsel. Iedereen die in Nederland woont of werkt is verplicht zich bij een zorgverzekeraar te verzekeren voor de basiszorg. Daarnaast is er een vrijwillige aanvullende zorgverzekering.

Zowel de basiszorg als de aanvullende zorg zijn in Nederland ondergebracht bij private zorgverzekeraars die met elkaar concurreren in de markt. Deze verzekeraars moeten geld aanhouden voor de `zorgconsumptie' die zij verwachten van verzekerden en voor onverwachte tegenslagen, zodat zij met een
redelijke mate van zekerheid alle verplichtingen kunnen nakomen.

Buffers om tegenslagen en fluctuaties op te vangen

Net als andere instellingen kunnen zorgverzekeraars worden geconfronteerd met onverwachte tegenslagen. Kapitaalbuffers zijn nodig om deze onvoorziene tegenslagen en fluctuaties op te kunnen vangen. Zo is de schadelast van zorgverzekeraars niet volledig te voorspellen, bijvoorbeeld als gevolg
van stelselwijzigingen, trage administratieve processen en een niet volledig voorspelbare zorgvraag. Daarnaast staan zorgverzekeraars bloot aan marktrisico, zoals dalende beleggingsopbrengsten en kans op wanbetaling, en het risico op verliezen door inadequate interne processen.

Het is belangrijk dat zorgverzekeraars voor al deze risico's voldoende kapitaal aanhouden zodat het voortbestaan van de instelling en de rechten van de polishouder niet in het geding komen bij onvoorziene tegenslag. Dit geeft een mate van zekerheid voor de polishouder: hij kan ervan uitgaan
dat de verzekeraar in bijna alle gevallen beschikt over voldoende middelen als hij of zij een beroep doet op de zorg.

Ook zorgverzekeraars onder Solvency II

Solvency II stelt risicogebaseerde kapitaaleisen waaraan alle Europese verzekeraars moeten voldoen om de belangen van polishouders en andere belanghebbenden te beschermen. In vergelijking met het huidige toezichtkader worden de kapitaaleisen onder Solvency II fijnmaziger vastgesteld: de
kapitaaleisen worden vanaf 2016 toegesneden op de daadwerkelijke risico's die verzekeraars lopen, zoals tegenvallende beleggingen, falende interne processen en onvoorziene schommelingen in de zorgkosten (ook wel verzekeringstechnisch risico genoemd, het grootste risico voor zorgverzekeraars).


Op Europees niveau is in dit kader afgesproken dat alle private verzekeraars (leven, schade en zorg) voldoende kapitaal moeten aanhouden zodanig dat een verzekeraar naar verwachting maar een keer per 200 jaar een kapitaaltekort heeft. Dit vertaalt zich in een kapitaaleis voor
verzekeringstechnisch risico die drie keer de bewegelijkheid bedraagt van de zogenoemde schaderatio's (noot 1). Gelet op het belang van een stabiele premieontwikkeling en een gezonde financiele positie houden verzekeraars daarnaast doorgaans een marge bovenop het vereiste kapitaal aan.

Vereveningsstelsel dempt risico's

De basiszorgverzekering in Nederland kenmerkt zich door een acceptatieplicht en een verbod op premiedifferentiatie: om de zorg toegankelijk te houden moeten zorgverzekeraars voor de basiszorg iedere polishouder accepteren tegen een gelijke premie, ongeacht de gezondheid van de polishouder.

Om verzekeraars te compenseren voor verschillen in de samenstelling van verzekerdenpopulaties is er in Nederland een vereveningssysteem voor de verplichte basiszorg. Verzekeraars met een relatief ongezonde verzekerdenpopulatie ontvangen hieruit een grotere bijdrage dan verzekeraars met een
relatief gezonde groep verzekerden.

Dankzij dit vereveningssysteem sluiten de ontvangen premies van een zorgverzekeraar beter aan op de verwachte zorgkosten. Dit verkleint de kans dat verzekeraars in financiele problemen komen als gevolg van een ongezonde verzekerdenpopulatie. Solvency II houdt expliciet rekening met de risico
dempende werking van het vereveningssysteem voor de inschatting van de toekomstige schommelingen in de zorgkosten. Hierdoor komt de kapitaaleis voor de basiszorg bij de Nederlandse zorgverzekeraars gemiddeld 40% lager uit dan wanneer de risicoverevening niet erkend zou worden als
risicodempend.

Zie ook het DNBulletin `Nieuw toezichtraamwerk werpt beter licht op kapitaalspositie zorgverzekeraars' van 2 juli 2015.

Noot 1: Om een schatting te maken van de toekomstige schommelingen in de kosten voor de basiszorg wordt teruggekeken naar de schaderatio's (gerealiseerde zorgkosten gedeeld door de bijbehorende premies) van zorgverzekeraars. Hiervoor zijn gegevens gebruikt van 25 zorgverzekeraars over de jaren
2006-2012. De bewegelijkheid (standaarddeviatie) van deze schaderatio's geeft een indicatie van de te verwachten toekomstige schommelingen in de zorgkosten. De kapitaaleis voor verzekeringstechnisch risico wordt vastgesteld op basis van drie maal deze standaarddeviatie, in lijn met de voor
Solvency II beschreven methode.