Beroepskracht in plaats van vrijwilliger op peuterspeelzaalgroep

Peuterspeelzaalorganisaties mogen vanaf 2018 geen vrijwilligers meer inzetten op de peuterspeelzaalgroep om te voldoen aan de beroepskracht-kindratio. Er staan nu nog ruim 1800 vrijwilligers op groepen op 500 locaties vooral buiten de steden. In het kader van de harmonisatie van peuterspeelzalen en kinderopvang moeten ze plaatsmaken voor beroepskrachten. De helft van de peuterspeelzalen en gemeenten heeft hiervoor nog geen oplossing. De MOgroep roept peuterspeelzalen en gemeenten op tijdig actie te ondernemen.

De MOgroep helpt peuterspeelzalen en gemeenten met het ondersteuningstraject Ondersteuning peuterspeelzaalorganisaties in het kader van harmonisatie met deze opgave.

Harmonisatie: beroepskrachten in plaats van vrijwilligers

De overheid wil kinderdagverblijven en peuterspeelzalen meer op een lijn brengen: harmoniseren. Vanaf 1 januari 2018 dienen peuterspeelzalen te voldoen aan alle eisen die de Wet kinderopvang stelt. Een van die eisen is de inzet van gekwalificeerde beroepskrachten op de groep: peuterspeelzaalorganisaties mogen op termijn geen vrijwilligers meer inzetten om te voldoen aan de beroepskracht-kindratio.

Onderzoeksresultaten

Bureau Bartels onderzocht in opdracht van het ondersteuningstraject de inzet van vrijwilligers, en vertaalde de gegevens uit hun steekproef naar de volgende landelijke cijfers:

* in heel Nederland staan op bijna 500 locaties nog ruim 1800 vrijwilligers op de groep;

* dit is vooral het geval in buitengebieden. Op stedelijke locaties wordt al vaker met alleen maar betaalde gekwalificeerde beroepskrachten gewerkt;

* als gevolg van de maatregel zullen de meeste vrijwilligers ingezet gaan worden voor niet-formatieve taken of ze zullen de organisatie verlaten. De verwachting is dat ongeveer 80 vrijwilligers via scholing beroepskracht worden;

* het merendeel van de peuterspeelzaalorganisaties is bezig met voorbereiden op de eis.

Professionalisering kost geld

Voor de peuterspeelzalen betekent dit een forse kostenstijging, omdat er betaalde krachten moeten worden aangenomen. De peuterspeelzaalorganisaties die nu nog met vrijwilligers op de groep werken voorzien hogere structurele en frictiekosten als gevolg van deze harmonisatie-eis. De vrijwilligers zullen immers vervangen moeten worden door beroepskrachten. De helft van de organisaties weet nog niet hoe ze dit gaan oplossen en de meeste organisaties hebben hierover ook nog geen afspraken gemaakt met de gemeente.

Actie en Ondersteuningstraject

De organisaties die deelnamen aan het onderzoek gaven aan een brede ondersteuningsbehoefte te hebben. Het ondersteuningstraject van de MOgroep in 2015 en 2016 geeft daarop een sluitend antwoord: de MOgroep richt een helpdesk en FAQ in, publiceert handreikingen, organiseert landelijke en regionale bijeenkomsten en maakt gebruik van een ambassadeursnetwerk. Alle peuterspeelzaalorganisaties, ook niet-leden kunnen hier gebruik van maken. Datzelfde geldt voor gemeenten.

Meer resultaten over de inzet van vrijwilligers, verschillen tussen werkgebied en type organisatie, toekomstscenario's, scholingsbehoefte en de voorbereiding op de nieuwe kwaliteitseisen kunt u lezen in het rapport. Zie bijlage.

Als u op de hoogte wilt blijven van deze activiteiten en publicaties kunt u een e-mail sturen naar Eline Kolijn, via kolijn@mogroep.nl.

Bijlagen

* 0576_MOgroep_peuters_rapportage (definitief).pdf (702 KB)

Bron: MOgroep, Bureau Bartels