Handboek vervangt fles jenever na 25 jaar - Waterschap Vallei en Vel..


STOWA, via de Community of Practise (CoP) Hermeandering beken en het Platform Rivier- en beekherstel, organiseerde op 12 november met Waterschap Vallei en Veluwe de landelijke bijeenkomst `Geomorfologisch beekherstel: theorie en praktijk'. Van de leerzame bijeenkomst leest u hieronder het
verslag.

Het recept voor Oma's appeltaart staat in de gang van restaurant de Dennen in Renswoude groots op de muur afgebeeld. Toepasselijk, want met de woorden "Het is bijna een kookboek" duidt Bart Makaske ohet karakter van het Handboek Geomorfologisch beekherstel aan. Hij doet dit voor een gehoor van
zo'n tachtig ecologen en anderszins bij beekherstel betrokken waterbeheerders.

De bijeenkomst had tot doel het gedachtengoed dat in het handboek is neergelegd levend te maken. Dat lukte goed. Nadat Makaske (Alterra) de filosofie van het handboek uiteen had gezet, lieten Daniel Coenen, adviseur hydrologie van Waterschap Brabantse Delta en Maarten Veldhuis, projectleider
van Waterschap Vallei en Veluwe zien welk praktisch nut het handboek kan hebben.

Stappenplan

Het handboek reikt een helder stappenplan aan om te volgen tijdens het ontwerpproces van beekherstel. Het doel is te komen tot een geomorfologisch goed verantwoord ontwerp en gaat in op wat je kunt doen om het zo te houden. "Beheer en monitoring zijn onlosmakelijk met een goed ontwerp
verbonden," aldus Makaske.

Daniel Coenen heeft de stappen uit het handboek toegepast op een reeds afgerond ontwerpproces van zijn waterschap: de aanleg van een meander in de beek de Bovenmark. Bij wijze van toets achteraf heeft hij naderhand de stappen van het handboek doorlopen. "Een aardige exercitie, ook om te zien
of we het een beetje goed hebben gedaan," aldus Coenen.

Iteratief proces

Toepassing van het handboek leidt onder andere tot een beeld van de te verwachten beekdynamiek na herstel. "Het zijn vrij eenvoudige formules en ze lijken nog te werken ook," zo vat Coenen zijn ervaringen hiermee droog samen. Op de vraag uit de zaal naar de juiste volgorde van de stappen zegt
hij: "Het is een iteratief proces. Je moet ergens beginnen en je doorloopt sommige stappen meerdere malen. De lastigste stap is de ruimtelijke inpassing, waar je wensen van verschillende belanghebbenden confronteert met de ruimtelijke mogelijkheden."

Lunterse Beek

Maarten Veldhuis van Waterschap Vallei en Veluwe liet zien hoe dit bij de herinrichting van een traject van de Lunterse Beek is gegaan. Het geomorfologisch advies heeft een belangrijke rol gespeeld bij het opstellen van de visie en het ontwerp voor deze herinrichting. De keuze om de
geomorfologie bij de allereerste planvorming goed in kaart te brengen, heeft het ontwerpteam erg geholpen.

"Neem direct een morfoloog in je team op," staat dan ook bovenaan het lijstje aanbevelingen van Veldhuis. De sterke visie, mede op basis van de inbreng van de geomorfoloog, heeft geleid tot het doorzetten van soms controversiele keuzes. "Zo hebben we bijvoorbeeld de Grebbelinie doorsneden, een
beslissing die je niet licht neemt, maar het was nodig om de gewenste verhanglijn te realiseren."

Hoewel het uitgangspunt was de natuur zoveel mogelijk zelf het werk te laten doen, bleek het noodzakelijk de loop op heftige stukken te fixeren met harde bodems en beschoeiingen (stobben). Veldhuis onderschrijft de aandacht voor monitoring en onderhoud die in het handboek wordt aanbevolen.
"Momenteel monitoren we het sedimenttransport en de vegetatieontwikkeling. We hebben ruim aandacht besteed aan een gedragen onderhoudsplan."

Lastig te verteren

Gilbert Maas (Alterra), mede-auteur van het handboek, gaf een reflectie op het ontwerpproces en de realisatie van de herinrichting van de Lunterse Beek. Hij heeft gezien dat de beek er mooi bij ligt, maar had ook nog wel graag gezien dat mogelijkheden voor het creeren van meer laagdynamische
systemen meer waren uitgebuit. "Vooral in het laatste stuk van het heringerichte traject, missen plekken waar water achterblijft en langzaam kan wegzakken." En als morfoloog zijn duikers en toepassing van beton gewoon lastig te verteren," gaf hij ruimhartig toe.

Van groot naar klein

Maas liet uitgebreid zien hoe een studie van de context, met name een brede analyse van de ruimtelijke karakteristieken van het gebied, inzichten oplevert voor het ontwerp. "Ik pleit ervoor dat je start met het bestuderen van het grote systeem waarbinnen het project ligt. Kijk goed naar hoe
het landschap in zijn geheel in elkaar zit. Pas daarna ga je inzoomen op je project. De context is belangrijk voor de keuzes die je maakt. Begin groot en werk vanuit het grote plaatje naar het project toe."

Later lichtte hij deze stellingname nog toe. "Als je start vanuit maatschappelijke wensen of beperkingen, en je hebt nog niet de kennis uit de brede ruimtelijke en historische analyse, loop je het risico dat je blik al beperkt is door de lijst van maatschappelijke (on)mogelijkheden." Net als
bij de case van Waterschap Brabantse Delta geeft een analyse aan de hand van het handboek bevestiging. "Sommige keuzes worden grotendeels vanuit de maatschappij opgelegd. In dat geval helpt het doorlopen van het stappenplan om te toetsen of het ontwerp nog voldoet aan de uitgangspunten.
Toepassing van stappen uit het handboek geeft duiding."

Jenever bracht uitkomst

Na de lunch ontvangt heemraad Frans ter Maten het handboek uit handen van Michelle Talsma van STOWA. Ter Maten vertelt hierbij levendig hoe hij bij een van de eerste beekherstelprojecten een loonwerker zover moest krijgen 'krom te denken'. Hij kon eenvoudigweg niet krom graven. Tot die tijd
werd alles immers 'recht' getrokken. Het samen nuttigen van een fles jenever bracht uitkomst. Nadat de loonwerker het overgrote deel van deze fles achter zijn kiezen had, zei Ter Maten: "En nu ga je graven." Ter Maten: "We zijn inmiddels decennia verder en weten beter wat we doen. Het
handboek gaat ons helpen bij het nog beter onderbouwen van de keuzes die we maken. De kwaliteit van het handboek is hoog."

Inzet vrijwilligers

Romeo Neuteboom Spijker's bevlogen verhaal over de inzet van vrijwilligers bij het onderhoud, was de laatste presentatie. "Door inzet van vrijwilligers bij onderwaterbeheer kan je op veel meer plekken in de beek een rijkere variatie krijgen zonder dat je een kraan hoeft te bestellen." Een
stakeholderanalyse leverde een groot potentieel van organisaties en mensen op die enthousiast zijn of te maken zijn voor onderwater-landschapsbeheer. Er is al een groep aan de gang en nu zijn we bezig met het inbedden van vrijwilligersbeleid in de organisatie. "Vrijwilligers inzetten en
serieus nemen betekent dat je moet investeren in aansturing en tijd. Er zijn veel specialisten van diverse aard bij betrokken."

Handleiding monitoring beekherstel

Bart Reeze (Bart Reeze Water & Ecologie) ging als laatste kort in op de Handleiding monitoring beekherstel. Deze handleiding voor het monitoren van de effecten van beekherstelprojecten heeft als doel de monitoring van beekherstelprojecten te stimuleren en de kwaliteit ervan te verbeteren. De
met monitoring opgedane kennis kan een belangrijke bijdrage leveren aan beter begrip van de maatregel-effectrelaties bij beekherstel en daarmee aan effectiever en doelmatiger waterbeheer. Reeze gaf de aanwezigen een aantal tips mee. Een daarvan is het maken van een relatieschema. Hoe hangen
ontwikkelingen in de beek met elkaar samen? Een dergelijk schema, waarvan in de handleiding voorbeelden zijn opgenomen, leidt tot een verhelderende discussie over de meetmethoden.

De dag is afgesloten met een veldbezoek aan de Lunterse Beek.