Aa en Hunze en Borger-Odoorn starten kort geding tegen Rijk


Lianne Smit-Martens

De discussie over de rechtmatigheid van de Rijkscooerdinatieregeling voor het windpark De Drentse Monden en Oostermoer krijgt een vervolg bij de rechter. Op 9 november jl. schreef minister Kamp desgevraagd dat hij zijn besluit om op het windpark de Rijkscooerdinatieregeling (RCR) toe te passen
niet wil herzien. Volgend op deze beslissing zullen de gemeenten Aa en Hunze en Borger-Odoorn nu daadwerkelijk een kort geding aanspannen tegen het Rijk.

Bij windpark De Drentse Monden en Oostermoer is sprake van meerdere initiatieven met productie-installaties die afzonderlijk een vermogen van minder dan 100 MegaWatt hebben. Naar de mening van beide gemeenten is de RCR dan niet van toepassing en is de minister daardoor onbevoegd. De gemeenten
vragen de rechter op basis van dit gegeven de RCR buiten toepassing te verklaren en als uitvloeisel daarvan uit te spreken dat het bevoegd gezag bij het provinciebestuur ligt.

Verplicht aan inwoners

Freek Buijtelaar, wethouder Borger-Odoorn: "Wij hechten er veel waarde aan dat de procedure voor de komst van het windpark plaatsvindt door middel van een correct juridisch proces. Dat zijn we aan onze inwoners verplicht. Daarom maken wij ons hard voor een eerlijke besluitvorming waarin de
belangen van de inwoners volwaardig worden meegenomen."

Ondemocratisch instrument

In het proces trekken de gemeenten Borger-Odoorn en Aa en Hunze gezamenlijk op. Co Lambert, wethouder Aa en Hunze: "De Rijkscooerdinatieregeling is een ondemocratisch instrument dat volgens ons ten onrechte wordt toegepast op het windpark Drentse Monden en Oostermoer. Wij willen die RCR van
tafel hebben en de regie teruggeven aan de provincie en de gemeenten."