ERC Starting Grant voor zes UvA-onderzoekers

ERC Starting Grant voor zes UvA-onderzoekers

17 november 2015

Zes onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) krijgen een Starting Grant toegekend van de European Research Council (ERC).

De Starting Grant is een persoonsgebonden subsidie van ongeveer 1,5 miljoen euro. De subsidie biedt getalenteerde wetenschappers vijf jaar lang ondersteuning van hun onderzoek.

De gehonoreerde projecten

Dr. Philippe Corboz (Institute of Physics, IoP): TENSORNETSIM: Accurate simulations of strongly correlated systems with tensor network methods.

Een van de grootste uitdagingen in de fysica van gecondenseerde materie is het begrijpen van de opmerkelijke verschijnselen die optreden in systemen waarin een sterke wisselwerking is tussen de elektronen. Voorbeelden hiervan zijn hoge-temperatuursupergeleiding - nog altijd een van de grootste onverklaarde fenomenen - of de exotische toestanden van materie met `topologische' orde (bijvoorbeeld kwantum-spinvloeistoffen). Corboz wil nieuwe rekenmethoden ontwikkelen en toepassen gebaseerd op ideeen uit de kwantuminformatietheorie: zogenoemde tensor-netwerkmethoden. Zijn uiteindelijke doel is om nieuw licht te werpen op de fysica van de genoemde systemen, in het bijzonder om een kwantitatief begrip van zowel hoge-temperatuursupergeleiders te verkrijgen als van materialen met `gefrustreerde' interacties.

Dr. Jean-Michel Desert (Sterrenkundig Instituut Anton Pannekoek, API): Exo-Atmos: Exploring the Plurality of New Worlds: Their Origins, Climate and Habitability.

Desert gaat de verscheidenheid aan nieuwe exoplaneten in kaart brengen. Hij bestudeert hiertoe exoplaneten die - vanaf de aarde gezien - voor hun moederster langs draaien en zo een sterverduistering veroorzaken. Bij een sterverduistering kunnen astronomen de atmosfeer van de planeet analyseren. Desert wil antwoorden krijgen op vragen als: hoe is de planeet ontstaan, hoe is het klimaat en is de planeet bewoonbaar? Hij gaat gebruikmaken van telescopen op de grond en in de ruimte, waaronder de nieuwe James Web-ruimtetelescoop (de opvolger van de Hubble). Deserts onderzoek wordt de eerste diepgaande, vergelijkende studie om de eigenschappen van exoplaneten als een populatie te begrijpen - inclusief onderzoek aan de moedersterren zelf, die met uitbarstingen de bewoonbaarheid van planeten zouden kunnen beinvloeden.

Dr. Floris Roelofsen (Institute for Logic, Language, and Computation, ILLC): QuModQu Quantification and Modality in the Realm of Questions.

Roelofsen gaat een logisch kader ontwikkelen waarin de betekenis van zowel beweringen als vragen gevat kan worden op een uniforme en geintegreerde manier. Een prototype van dit raamwerk, dat Roelofsen recent ontwikkelde met zijn collega's Ivano Ciardelli en Jeroen Groenendijk, leidde al tot verschillende toepassingen in de taalkunde, filosofie en cognitiestudies. Het prototype specificeert echter alleen een aantal zeer basale betekenisoperaties, zoals disjunctie en conjunctie. Roelofsen gaat meer complexe operaties onderzoeken, uitgedrukt door kwantoren en modale werkwoorden. Hoewel er een goed begrip is van de rol van dergelijke operaties in beweringen, blijft hun rol in de betekenis van vragen grotendeels een mysterie.

Ciardelli heeft een belangrijke rol gespeeld in de totstandkoming van het voorstel en zal ook een prominente rol spelen in het project als postdoc.

Dr. Heleen Slagter (Brain & Cognition, Afdeling Psychologie): PERCEPT: The Mind's Eye: How Expectation and Attention Shape Perception.

Ons brein kan gezien worden als een voorspelmachine die continu aan het voorspellen is hoe de wereld er waarschijnlijk uitziet op basis van eerdere ervaringen. Zo kleurt ons verleden onze perceptie van de wereld sterk. Slagter gaat uitzoeken hoe voorspellingen zijn geimplementeerd in de hersenen en onze waarneming beinvloeden. Slagter gaat hierbij uit van een belangrijke rol voor de basale ganglia, die diep gelegen zijn in de hersenen. Daarnaast richt zij zich op de vraag of het mogelijk is om het voorspellend brein - en daarmee de invloed van eerdere ervaringen - uit te zetten, zodat de wereld `ongekleurd' gezien kan worden.

Dr. Ivan Titov (Institute for Logic, Language and Computation, ILLC): BROADSEM: Induction of Broad-Coverage Semantic Parsers.

Titov gaat nieuwe methoden ontwikkelen voor zogenoemde semantische parsers. Deze parsers genereren betekenissen van teksten en zetten die om in een datastructuur. Het ontbreken van nauwkeurige semantische parsers is het grootste knelpunt voor applicaties voor de verwerking van natuurlijke taal, zoals applicaties waarmee een machine een verzameling teksten kan lezen en vragen over de inhoud van die teksten kan beantwoorden. Het doel van Titovs project is om nieuwe algoritmes te ontwikkelen om statistische semantische parsers af te leiden uit grote hoeveelheden tekst op het web.

Dr. Wouter Waalewijn (Institute of Physics, IoP): MULTISCALE: Precision Multi-Scale Predictions for the LHC: Higgs, Jets and Supersymmetry.

Waalewijns doel is het verbeteren van de theoretische beschrijving van botsingen in de Large Hadron Collider (LHC). Om een signaal van nieuwe fysica te vinden, zijn zowel nauwkeurige voorspellingen als geavanceerde experimentele onderzoekstechnieken nodig. Waalewijn gaat theoretisch methodes ontwikkelen die aan deze concurrerende vereisten voldoen, door de relevante fysische subprocessen mee te nemen die zich op verschillende lengteschalen afspelen. De LHC was cruciaal voor de ontdekking van het Higgsdeeltje. Een van de centrale doelen is nu om het eigenschappen van het deeltje preciezer te meten. Waalewijn zal theoretische voorspellingen voor de combinatie van verschillende experimentele technieken onderzoeken, wat moet leiden tot een preciezere en meer gedetailleerdere beschrijving van de botsingen dan momenteel mogelijk is. De haalbaarheid hiervan demonstreerde hij onlangs met een prototype.

Gepubliceerd door UvA Persvoorlichting