Van Rooijen: beschaafd land zorgt ook voor ouderen

Van Rooijen mei 2015

"De ouderen bestaan niet voor dit kabinet. Beschamend." 50PLUS-Senator Van Rooijen uitte deze kritiek in zijn maidenspeech. Hij zei ook "Een beschaafd land zorgt ook voor zijn ouderen" en "Belastingverlagingen moeten zijn voor jong en oud en de pensioenen moeten geindexeerd."

Martin van Rooijen zat ruim 40 jaar geleden in de Eerste Kamer achter de regeringstafel, als staatssecretaris van Financien samen met minister Duisenberg. Vandaag, dinsdag 17 november, hield hij in de Senaat zijn debuutrede als senator tijdens de Algemene en Financiele beschouwingen. Aan het begin sprak hij namens de fractie van 50PLUS zijn afschuw uit over de aanslagen in Parijs die zoveel slachtoffers hebben geeist en betuigde zijn medeleven betuigen aan de nabestaanden.

In zijn bijdrage aan het Kamerdebat sprak Van Rooijen onder meer over het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) en de gevolgen voor de pensioenen, over het fiscale beleid dat leidt tot fiscale discriminatie van ouderen en uitkeringsgerechtigden, en over de introductie van nieuwe beginselen voor de inkomstenbelasting.

Hij bracht onder meer het volgende naar voren in zijn maidenspeech:

"De poging tot een vierde hervorming van de Inkomstenbelasting, na die van 1964, 1990 en 2001 is bij een poging gebleven die jammerlijk is mislukt en is uitgemond in een belastingverlaging voor vooral de werkenden. Een gewoon plan zonder verdere visie terwijl die visie alom gevraagd was en dringend noodzakelijk is. Een verlaging, een jaar voor het verkiezingsjaar 2017. Zekerheid voor alles moet het kabinet gedacht hebben."

"Het ECB-beleid wordt gekenmerkt door een sterk korte termijnbeleid. Alles is gericht op het bereiken van 2% inflatie alsof dat een doel op zich moet zijn. Om zo meer groei te realiseren. Het beleid is beperkt effectief tot nu. Bij een halvering van de olieprijs dit jaar is die 2% een heroische en niet reele doelstelling. Het is stimuleren tegen de klippen op. Door het ECB-beleid is de korte termijnrente naar een historisch dieptepunt gegaan. Tot dusver profiteert alleen de beurs ervan met horten en stoten."

"Terug naar de lage rente. Erkent de minister dat de pensioenfondsen en de spaarders het meest getroffen worden door dit ECB-beleid met verder dalende rente? Erkent de minister dat het vooral de ouderen zijn die dit direct in hun portemonnee voelen? Als de minister dit niet vindt kan hij dan uitleggen waarom dit niet zo is. De schatrijke pensioenfondsen worden door de lage rekenrente straatarm gerekend. Het vermogen is in de laatste 7 crisisjaren verdubbeld van 700 tot 1400 miljard, tweemaal het BNP, door de zeer hoge rendementen. Toch mag er door de lage rente niet worden geindexeerd. Voor box 3 zijn verzachtingen op het fictieve rendement voor de kleine spaarders voorgesteld, voor de rekenrente zijn er geen wijzigingen voorgesteld. Waarom niet, zo vraag ik de minister? Die risicovrije rekenrente daalt met de korte Draghi-rente mee naar nu 1,5%. Ik wil de minister vragen of hier nog wel sprake is van een marktrente? Kan de minister zijn opvatting geven over de samenhang tussen het rentebeleid van de ECB en de gevolgen voor de rekenrente en de gevolgen voor de pensioenen. Is er aanleiding hier opnieuw beleidsmatig naar te kijken? Erkent de minister dat het werken met een sterk gedaalde rekenrente een cyclisch effect heeft op de economie? Is de minister bereid nog eens goed te kijken naar het advies van de SER uit 2012 voor een anticyclische opslag op de risicovrije rekenrente?"

Rampzalig perspectief voor onze kinderen

"Het financieel-economisch beleid van het kabinet heeft ook een sterke gerichtheid op de korte termijn. Verlaging van de pensioenpremies en belastingverlaging voor de werkenden moeten de consumptie stimuleren in de hoop dat ook de werkgelegenheid toeneemt. Meer dan de helft van de werklozen boven 45 jaar is nu langer dan 1 jaar werkloos. Dat is een rampzalig perspectief voor onze kinderen."

"Het Belastingplan 2016 behelst een verlaging van het tarief van de tweede en derde schijf, een verhoging van de arbeidskorting en verhoging van gerichte kortingen, totaal 7 miljard. onder gelijktijdige verlaging en afbouw van de algemene heffingskorting van bijna 2 miljard. Per saldo 5 miljard. Werkenden gaan er netto en in koopkracht permanent geweldig op vooruit. De arbeidskorting wordt met 1100 euro verhoogd tot ruim 3300 euro in 2017. Daarbovenop komt voor tweeverdieners met kinderen onder 12 jaar nog de inkomensafhankelijke combinatiekorting, IACK, van rond 2800 euro. Voor een inkomen van 30.000 euro van een alleenstaande onder de 65 jaar is er in 2016 een verlaging van de te betalen belasting met bijna 7500 euro van 11328 naar 3892. Dit heeft niets meer met belastingheffing over het inkomen te maken. Het is een korting, een subsidie van 70%."

"De ouderenkorting is structureel 960 euro tot een inkomen van 36.000 euro. Dat is 2350 euro minder dan de arbeidskorting van 3321 euro. De algemene heffingskorting voor ouderen is ook de helft, 1100 euro lager. De ouderen ontvangen totaal ruwweg 3500 euro minder aan kortingen. Vergeleken met tweeverdieners is dat 7000 euro. Ouderen ontvangen in 2016 een eenmalige verhoging van de ouderenkorting van netto 140 euro. Een fooi vergeleken met die permanente 1100 euro voor werkenden. Die eenmalige fooi ontvangen ouderen alleen omdat anders hun koopkracht in 2016 zwaar negatief bleef. Dat werd zelfs het kabinet te gortig. En dat is des te schrijnender als de werkenden er zwaar op vooruit gaan. De arbeidskorting is volgens de minister een effectievere manier om de wig te verkleinen omdat die alleen voor de werkenden geldt. In mijn woorden: het is een andere manier om te zeggen: via deze korting worden de niet werkenden uitgesloten."

Grote aantasting draagkrachtbeginsel

"De grote schaduwkant van dit Belastingplan is volgens onze fractie de steeds grotere aantasting van het draagkrachtbeginsel door de veel lagere belasting voor werkenden. Het is al een tijd aan de gang maar dat is geen reden om er met steeds grotere stappen mee door te gaan. Gevraagd naar de draagkracht geven de bewindslieden het volgende antwoord in de nota naar aanleikding van het verslag. Ik citeer: het individuele en progressieve belastingstelsel dat Nederland kent is een stelsel wat gericht is op werkgelegenheid. De toeslagen kennen een andere insteek. Dat stelsel kijkt naar het verschil in draagkracht. Ik heb dit tenenkrommend gelezen. Ik ben blij dat de minister in zijn antwoord op onze vraag over deze passage erkent dat het draagkrachtbeginsel een belangrijke pijler van de inkomstenbelasting is die tot uiting komt in de progressie. Ik blijf met de minister wel sterk van mening verschillen over de inhoud van de draagkrachtbeginsel en ik kom bij het Belastingplan daarop terug. Erkent de minister dat de inkomstenbelasting met de kerstboom van inkomensafhankelijke nivellerende kortingen is verworden tot een uitdeling van voordelen, van subsidies, een soort Sinterklaas-systeem met grote willekeur. Leidt deze stelselmatige afbraak tot het einde van de inkomstenbelasting? Dit heeft toch niets meer met belastingheffing te maken? Draagkracht betekent een gelijke belasting bij gelijk inkomen voor iedereen en een hogere belasting naarmate het inkomen hoger is. Er mag geen onderscheid zijn naar leeftijd. Kan de minister de minister in dit verband alsnog de goede tabel geven over de belastingdruk van ouderen en werkenden. Wij bedoelden uiteraard exclusief de AOW-premie?"

"De 50PLUS-fractie noemt de arbeidskorting en IACK tezamen de discriminatoire Rutte/Dijsselbloem-belasting. Ik houd hen verantwoordelijk voor het invoeren van 2 aparte systemen in box 1: box 1W voor werkenden en box 1 NW voor niet werkenden. Alleen al in 2015 en 2016 wordt dit verschil bijna 1800 euro groter. Ouderen neerzetten als niet werkenden is denigrerend, wegzettend en beschamend. De inkomstenbelasting wordt aldus principieel verbouwd tot een belasting naar leeftijd: naarmate je ouder wordt moet je meer belasting gaan betalen bij hetzelfde inkomen: de inkomstenbelasting is dan verworden tot een leeftijdsafhankelijke levensloopbelasting."

Belasting naar leeftijd en dus discriminatie

"Staatssecretaris Wiebes noemde de inkomstenbelasting in zijn brief van september 2014 een belasting naar levensloop: de belasting beter spreiden over de levensloop. Ik citeer: de belastingdruk is het hoogst in de werkende fase, in die fase vallen de hoogste kosten zoals aflossing van hypotheek en kosten van opvang en opvoeding van kinderen. De druk is het laagst voor de ouderen. De enorm stijgende kosten voor de zorg voor ouderen worden dan bewust niet genoemd, zo stel ik vast. Kan de staatsecretaris aangeven waarop hij deze fundamenteel andere visie op de inkomstenbelasting baseert? Dit is toch een belasting naar leeftijd en dus discriminatie? Volgens hem gaat het om een keuze: geef je fiscale voordelen in de actieve of in de niet actieve levensfase? Eigenlijk zegt Wiebes: wij geven vanaf nu de huidige werkenden een groot fiscaal voordeel. Maar dan zeg ik: die hebben wij, de ouderen van nu, nooit gehad. Jammer dan, zegt het kabinet in feite."

"De creativiteit van premier Rutte kent geen grenzen bij het verdedigen van de belastingverlaging op arbeid. Eerst noemt hij de beperking van de verlaging tot de werkenden een keuze. Maar meer in het defensief gedrongen komt hij met de verdediging dat het feit dat de gepensioneerden geen indexatie ontvangen geen argument is om hun ook belastingverlaging te geven. De overheid is niet verantwoordelijk voor het niet indexeren van de pensioenen. Ik stel daartegenover dat de heffing van inkomstenbelasting - zowel bij verhoging als verlaging - geheel los staat van de vraag of er wel of niet wordt geindexeerd voor het aanvullend pensioen voor de groep van gepensioneerden. Kan de minister hierop reageren?"

"Ouderen moeten ook meebetalen aan alle belastingverhogingen ongeacht of er wel of geen indexatie plaatsvindt. Ook bij volledige indexatie van pensioen werd tot nu toe belastingverlaging toegepast en met nadruk ook structureel, zeker ook bij de 2 eerdere grote belastinghervormingen in 1990 en 2001.Toen speelde uitsluiting van ouderen niet. Het kan verkeren. Kan de minister uitleggen waarom toen 2 keer wel en nu niet. Dat schreeuwt toch om een betere uitleg dan die van Rutte. Wat is de betere uitleg van de minister?"

"Waarom pakt het kabinet de ouderen dubbel: geen indexatie en geen lagere belasting? Voor mijn fractie is het onbegrijpelijk en zorgelijk dat de premier in de Tweede Kamer hiermee weg kan komen. Want het is een verstrekkende en gevaarlijke redenering: het is bekend dat gepensioneerden de komende 10 jaar geen indexatie zullen ontvangen door het beleid van het kabinet Rutte met de nieuwe regels van het Financieel Toetsingskader en de Ultimate Forward Rate. Hoezo niet verantwoordelijk! Vindt de premier dan ook dat in de komende 10 jaren bij verdere verlagingen van de inkomstenbelasting de gepensioneerden uitgesloten moeten blijven, omdat zij niet worden geindexeerd?"

Ouderen als tweedehandsburgers behandeld

"In september 2014 wilde het kabinet met een beter belastingstelsel eigenlijk de belasting op arbeid nog verlagen met 15 miljard. In dat geval zouden andere belastingen met 10 miljard moeten worden verhoogd en daarvoor weet Rutte de gepensioneerden dan wel te vinden. Dan vindt het kabinet het vanzelfsprekend dat ook zij meebetalen aan de verhoging van accijnzen, milieubelastingen en van het lage naar het hoge BTW tarief. Die verhogingen treffen juist ook de laagste inkomens, ook van de ouderen het hardst. Dit is toch pure discriminatie: ouderen moeten wel meebetalen aan belastingverhogingen - zoals in de afgelopen 7 crisisjaren - maar mogen niet meedelen in de belastingverlagingen van nu en van de komende jaren. Kan de minister deze discriminatie motiveren? Onze fractie vindt dat zo de ouderen als tweederangsburgers worden behandeld."

"Het gaat hierbij om enorme bedragen. In de afgelopen 7 crisisjaren zijn de belastingen zoals de BTW enorm verhoogd. Dat zijn sinds 2008 tientallen miljarden waaraan de ouderen meebetalen en zonder protest. Maar zij delen niet mee in de tientallen miljarden structurele belastingverlaging, verdeeld over de komende 10 jaar. Werkenden krijgen elk jaar een nieuwe fiets: 2 verdieners zelfs 2 fietsen. Ouderen mogen blij zijn dat voor hen in 2016 1 keer een lekke band van hun oude fiets wordt geplakt. En nog maar afwachten of de jaren erna telkens een nieuwe lekke band wordt geplakt. En nieuwe fietsen krijgen zij elk jaar in elk geval niet."

"Dan helpt het niet dat staatssecretaris Wiebes van Financien in antwoord op een VVD-vraag antwoordt: het streven zal blijven om stappen te zetten in de richting van een eenvoudiger stelsel met lagere lasten op arbeid. Gaat dat beleid dus gewoon door? Ik heb daarbij nog een andere klemmende vraag: kan de minister verklaren dat het niet de bedoeling is de ouderenkorting systematisch verder te verlagen, bijvoorbeeld te halveren of zelfs naar nul? Boven een inkomen van 36.000 euro is die al praktisch afgeschaft: die wordt gewoon met 83 euro verlaagd. Er blijft een fooi van 70 euro over. Vast staat tot nu dat werkenden permanent 1100 of 2200 euro meer krijgen en ouderen permanent 180 tot 450 euro minder. Dat komt door de structurele verhoging met bijna 1 % van de zorgpremie. Dat is toch een forse achteruitgang? Is dat evenwichtige inkomensverdeling? Kan de minister toezeggen dat in de komende jaren deze premie niet verder met nog eens 1,25% wordt verhoogd tot het werkgeversniveau van 6,95 %?"

Rampzalige afschaffing ouderentoeslag

"Daar komt de rampzalige afschaffing van de ouderentoeslag in box 3 nog bij. Onze fractie heeft een grote zorg. Deze kabinetsperiode wordt steeds meer gekenmerkt door ontzorging van de ouderen: geen indexatie, geen belastingverlaging, wel belastingverhoging en steeds hogere zorgkosten mede door de enorme bezuiniging in de ouderenzorg. Drie maal pakken, je moet maar durven. Er is nog andere manier van drie maal pakken van de ouderen: de WUL van 4% uit 2013, de Bosbelasting uit 2011 en de stiekeme 4% indirecte fiscalisering van de AOW uit de belastingen. Onze fractie is verheugd dat het kabinet niet heeft besloten tot - wat zij noemt - versnelling van de fiscalisering van de AOW. Wij zijn het er niet mee eens dat dit al een versnelling is. Wij willen geen begin van een echte fiscalisering met afschaffing van de AOW-premieheffing. Kan de minister hier ondubbelzinnig op antwoorden?"

"Ouderen worden stapelgek van het als maar stapelen van lastenverzwaringen. De ouderen moeten steeds meer zelf de zorgkosten betalen, dan is het toch niet meer dan rechtvaardig dat zij ook in staat worden gesteld die kosten te betalen door structureel en proportioneel mee te delen in de belastingverlaging van 5 miljard. Het gemiddeld aanvullend pensioen is 500 bruto per maand. Over rijke ouderen gesproken. Overigens spreekt niemand over rijke werkenden als fiscaal doelwit. Als minister Dijsselbloem 15 miljard had zou hij die nu geven aan de werkenden, zo zei hij onlangs in de media. Inderdaad Sinterklaas zit daar, maar niet voor de ouderen. Zij bestaan niet voor dit kabinet. Onze fractie vindt het beschamend. Een beschaafd land zorgt toch ook voor zijn ouderen? Genoeg is genoeg."