Wethouder Blonk over accommodatiebeleid


Wethouder Ben Blonk zal een voorstel over zuiniger accommodatiebeleid aan de gemeenteraad voorleggen.

Het college van burgemeester en wethouders spant zich tot het uiterste in om bestaande accommodaties in de dorpskernen in stand te houden. Dat vergt wel iets. Er wordt aan de gemeenteraad gevraagd hiervoor de OZB met negen procent te verhogen. Dit lost echter niet alles op, bezuinigingen
blijven noodzakelijk. Wethouder Blonk gaat dit aan de gemeenteraad nader toelichten.

De bezuinigingen in het gemeentelijk accommodatiebeleid betreffen de dorpshuizen, sporthallen en sport- en gymzalen, buitensportlocaties en zwembaden. De dorpshuizen wordt tezamen een bezuiniging van EUR 35.000,- opgelegd en renovatiekosten worden voortaan voor een derde door de gemeente
bekostigd, met een maximum. In 2020 wordt dit beleid geevalueerd. De exploitatiesubsidie van sporthallen, sport- en gymzalen wordt met 25% verminderd en dit geldt ook voor de zwembaden. Bij buitensportlocaties geldt dat zij moeten voldoen aan de normen van de landelijke sportbonden om nog in
aanmerking te kunnen komen voor gemeentelijke ondersteuning. De gemeentelijke vervangingsinvesteringen worden hier stapsgewijs verlaagd tot twee derde van de kosten. Het dagelijks- en groot onderhoud gebeurt door de gemeente. De buitensportverenigingen betalen een solidariteitsbijdrage van
EUR 21,= (handbalverenigingen) en EUR 46,70 (overige buitensportverenigingen)per lid als bijdrage aan de vervangingsinvesteringen.

Het nieuwe beleid zoals het college het voorstaat werd in juni vrijgegeven voor inspraak. Op basis van de reacties en gesprekken met adviesraden is het voorstel aangepast. Een door alle buitensportverenigingen ondertekend advies wordt nog voor de raadsvergadering van december verwacht. De
commissie Samenlevingszaken behandelt het voorstel op 24 november, de raadsvergadering is op 15 december.