OM eist achttien jaar voor chaletmoord Emmeloord


18 november 2015 - Arrondissementsparket Midden-Nederland

Dezelfde man die op zaterdag 19 oktober 2014 alarm sloeg, toen een chalet op camping Het Bosbad in Emmeloord in brand stond, stond vandaag als verdachte voor de rechter. Niet alleen voor de brandstichting, maar ook voor de moord op het 18-jarige meisje dat hij vermoedelijk daarvoor op het
hoofd had geslagen en in het chalet had achtergelaten. De officier van justitie eiste voor beide feiten een celstraf van achttien jaar.

Iets na tien uur op de bewuste zaterdagavond werd de brand gemeld en trof de brandweer het levenloze lichaam aan van de 18-jarige vrouw die er samen met haar vader woonde. Diezelfde avond stelde de schouwarts vast dat de vrouw een hoofdwond had die wees op grof geweld. De doodsoorzaak is
echter de brand. Mogelijk was de vrouw bewusteloos op het moment dat de brand ontstond, schrijven de onderzoekers.

In het onderzoek dat volgde, kwam de 35-jarige bewoner van een van de caravans, de man die de brand had gemeld, in beeld als verdachte. De steen waarmee de vrouw was geslagen was van eenzelfde soort als de stenen van het terras van een nabijgelegen standplaats die niet in gebruik was. Een van
de stenen van dat terras ontbrak en was recent weggenomen. Op de steen werden bloed en haren gevonden. Het DNA-profiel daarvan komt overeen met dat van de jonge vrouw. Ook van de verdachte is materiaal met zijn profiel op de steen gevonden. Het brandonderzoek wees uit dat er sprake was van
brandstichting en dat er een brandversnellend middel was gebruikt, onder andere bij de toegangsdeur naar het halletje. Achter de caravan van de verdachte werd een lege colafles gevonden waar benzine in had gezeten. Op de klompen, schoenen, sokken en kleding van de verdachte zijn bloedsporen
gevonden waarvan is vastgesteld dat die afkomstig zijn van het slachtoffer. De verdachte wist dat de jonge vrouw alleen thuis was omdat hij met de vader had gesproken, die hem had verteld dat hij ging werken. Ook is onder de nagels van het slachtoffer, daar waar afweerletsel is gevonden,
DNA-materiaal gevonden dat waarschijnlijk van de verdachte afkomstig is. De deskundigen zeggen hierover dat dit materiaal er alleen kan zijn gekomen door intensief contact.

De verdachte zelf heeft wisselende en tegenstrijdige verklaringen afgelegd, over de steen, zijn bezigheden en het licht die avond, de route die hij heeft gereden en over het tijdsverloop. Dat alles maakte zijn verklaringen in de ogen van de officier "ongeloofwaardig". Zij vond al met al
bewezen dat hij die avond het slachtoffer met een steen op haar hoofd heeft geslagen, haar bewusteloos heeft achtergelaten in het chalet en vervolgens brand heeft gesticht, waardoor de jonge vrouw is komen te overlijden. Hoewel de verdachte geen openheid heeft gegeven, merkte zij dit aan als
moord. Er moet iets zijn gebeurd, wat de verdachte ertoe heeft gebracht de steen te halen en haar op het hoofd te slaan. Vervolgens moet hij terug zijn gegaan om de brandstof te halen en brand te stichten. Misschien om sporen weg te maken of om het slachtoffer het zwijgen op te leggen. Door
het tijdsverloop heeft de verdachte de tijd gehad om over zijn handelen na te denken.

De officier sprak van een zeer gewelddadig en gruwelijk feit. "Het leven van een jonge vrouw die het leven nog voor zich had, is weggenomen. Door de brandstichting heeft hij de nabestaanden de kans ontnomen om afscheid te nemen van een ongeschonden lichaam." Omdat de verdachte niet heeft
willen meewerken aan het persoonlijkheidsonderzoek en geen openheid heeft gegeven, is niet duidelijk geworden in hoeverre hij toerekeningsvatbaar is en wat zijn motief is geweest. "Ook dat weegt heel zwaar". Daarom eiste de officier van justitie als vergelding een lange gevangenisstraf, van
achttien jaar. De rechtbank doet naar verwachting over twee weken uitspraak.

Deel dit op

*