Ouders die hun kinderen thuis lesgeven moeten voortaan aan strengere eisen voldoen. Zo moeten ze een onderwijsplan laten zien, gekwalificeerd zijn op minimaal hbo-niveau en gaat de Onderwijsinspectie toezien of de kwaliteit van het thuisonderwijs voldoende is.

Alleen als ouders aan alle eisen voldoen is thuisonderwijs mogelijk. Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs schrijft namelijk vandaag aan de Tweede Kamer dat hij de wet schrapt waarin staat dat ouders volledige vrijstelling krijgen voor het geven van thuisonderwijs. De overheid heeft dan te weinig zicht op de kwaliteit en weet niet of de kinderen wel echt les krijgen.

Stijging

Het aantal ouders dat om een vrijstelling vraagt voor thuisonderwijs vanwege bijvoorbeeld geloofsovertuiging is gestegen. In schooljaar 2000/2001 ging het om 94 vrijstellingen en in 2012/2013 om 470, zo staat in het rapport van beleidsadviesbureau Ecorys, dat ook naar de Kamer is gestuurd.

Dekker verwijst in zijn brief ook naar een andere groep `thuisblijvers': leerlingen die vanwege lichamelijke of psychische klachten niet naar school kunnen. Voor deze groep wordt het juist makkelijker om voor een bepaalde tijd thuis of op een andere plek buiten de school les te krijgen. De scholen blijven dan wel verantwoordelijk voor het onderwijs.

De voorstellen van Dekker moeten zorgen dat er minder kinderen buiten de boot vallen. `Alle kinderen verdienen het om naar school te gaan. Maar ook kinderen die dat vanwege omstandigheden tijdelijk of gedeeltelijk niet kunnen, verdienen het om goed onderwijs te krijgen.'