EU-regeringen overwegen etikettering: Hongarije gaat het niet doen, VVD wil consequenter regels

De richtlijn van de Europese Commissie voor apart etiketteren van 'nederzettingen-producten' is niet automatisch verplicht in alle lidstaten. De Commissie wil producten uit de Westoever, de Golan en Oost-Jeruzalem een apart nederzettingen-etiket te geven. In veel lidstaten is de landelijke politiek daar nog niet uit. In Nederland diende VVD-Kamerlid Han ten Broeke een motie in om dan meteen alle producten uit alle als bezet aangemerkte gebieden apart te etiketteren.

De lidstaten zijn verdeeld als altijd over de etiketteringskwestie. Het Verenigd Koningrijk, Denemarken en Belgie hanteren al eigen richtlijnen voor het etiketteren van producten die buiten de Groene Lijn zijn geproduceerd. Hongarije gaat in elk geval geen `nederzetting-etiketten' plakken, zei de Hongaarse minister Peter Szijjarto maandag. Aparte etikettering van deze producten zal niet bijdragen aan een oplossing van het Israelisch-Palestijns conflict, en kan meer problemen en schade veroorzaken, aldus Szijjarto.

Motie Ten Broeke

In Nederland koos VVD-kamerlid Han ten Broeke vandaag tijdens het begrotingsdebat een heel eigen invalshoek. Hij hield een pleidooi tegen wat hij noemde "de getuigenispolitiek van de grachtengordel". Pleitend voor een realistisch buitenlandbeleid, gaf hij tal van voorbeelden waar het beleid niet consequent is. Maar consumentenvoorlichting moet wel consequent zijn: "Want de consument heeft recht om te weten dat sommige tomaten uit de bezette Westelijke Sahara en niet uit Marokko komen. Dat sommige halloumi-kazen uit bezet Cyprus, en niet uit Turkije komen." Ten Broeke vroeg daarom de minister in een motie om Europese steun te werven en in de Raad Buitenlandse Zaken pleiten voor richtsnoeren 'voor alle producten uit alle gebieden die krachtens het internationaal recht bezet of illegaal geannexeerd zijn." Met andere woorden: niet alleen etiketten als het gaat om Israel. Lees hier de inbreng van Ten Broeke; over de motie wordt dinsdag gestemd.

`Dubieus'

Roger Helmer, lid van het Europees Parlement (EP) namens de UK Independence Party, vindt de maatregel "absoluut fout". Zijn partij steunt Israel als "oase van stabiliteit en van de waarden die wij hoog houden: democratie, vrijheid, vrije markteconomie en de rechtstaat." Hem lijkt het constructiever om bedrijven die werk geven aan Palestijnen juist te steunen. Hij noemt het etikettenbesluit "dubieus" omdat het zich alleen op Israel richt en niet tegen bijvoorbeeld China, dat Tibet bezet. Helmer zei dit maandag tijdens een bezoek aan de Knesset van de Delegatie voor relaties met Israel. Fulvio Martescello, de Italiaanse voorzitter van diezelfde delegatie, noemt de beslissing ronduit "een vergissing". "Europa roept heel hard als het over Israel gaat, maar zwijgt over de 200 andere territoriale disputen in de wereld", zei Martescello gisteren bij een bezoek aan de Knesset. Verschillende EU-landen hebben bedenkingen bij dit besluit, zei hij. "Zij betwijfelen of dit de meest efficiente aanpak is en vrezen de negatieve ontwikkelingen die het resultaat kunnen zijn."

`Slecht voor Palestijnen'

Het Kroatische EP-lid Mariana Petir, ook lid van de delegatie, is bezorgd: "Dit zal waarschijnlijk de Palestijnse arbeiders van Israelische fabrieken het hardst treffen," zegt zij. "De werkloosheid en daarmee de wanhoop onder Palestijnen zal toenemen als die fabrieken moeten sluiten, en de weg van wanhoop naar terreur is kort." Dit laatste argument vinden sommige tegenstanders van de nederzettingenpolitiek, ook in Israel en de VS, "genant", zoals een commentator in de Jerusalem Post het noemde: "Als die Palestijnse arbeiders vinden dat zij benadeeld worden, laat hen dat dan maar zelf zeggen. Feit is dat de meeste Palestijnen liever zouden zien dat Joodse bedrijven [op de Westoever] werden vervangen door Palestijnse."

Joodse organisaties

Over de vraag of dit doel bereikt zou worden met de etiketteringsmaatregel, lopen de meningen uiteen. De grote meerderheid van de Joodse organisaties vindt dat dit niet zo is, en dat de maatregel het vredesproces eerder tegenwerkt. Dit, plus het feit dat het uitzonderen van alleen Israel discrimineert, is het voornaamste bezwaar van grote Joodse organisaties. "Wij hebben de EU herhaaldelijk gevraagd waarom er een speciaal geval wordt gemaakt van Israel, zonder enig precedent', zegt voorzitter Moshe Kantor van het European Jewish Congress. "De EU weigert daarop te antwoorden, maar tekent verdragen die profiteren van en bijdragen aan de Marokkaanse bezetting van de Westelijke Sahara en de Turkse bezetting van Noord-Cyprus." (Lees hier meer over de inderdaad vergelijkbare situatie in de Westelijke Sahara en Cyprus.)

Vervolg

In december, na het bezoek van het Kwartet aan de regio, spreken de Europese ministers van Buitenlandse Zaken verder over de etiketteringskwestie, zei EU buitenlandchef Federica Mogherini maandag op een persconferentie in Brussel. Maar gevraagd of de ministers het etiketteringsbesluit kunnen herzien, antwoordde Mogherini: "Nee, het is een besluit van de Europese Commissie." In april dit jaar tekenden de ministers van Buitenlandse Zaken van 16 EU-landen in een brief aan Mogherini dat de uitbreiding van de nederzettingen een bedreiging vormde voor het vooruitzicht op een vredesverdrag, en dat consumenten de herkomst van producten moeten kunnen zien.

De Palestijnse Autoriteit verwelkomde het etiketteringsbesluit als 'begin van een Europese verschuiving van verklaringen naar actie'. Vertegenwoordigers van de Boycot, Desinvesteren en Sancties (BDS)-beweging vinden het besluit niet ver genoeg gaan: zij willen een culturele en economische boycot van Israel. Tegenstanders van de etiketteringsmaatregel vrezen dat die daartoe een opmaat zal vormen en dat aparte labels zullen worden gebruikt in boycotcampagnes.