Zet de taal- en spraakspecialist in als het om de toekomst van kinde..


03 december 2015
VerenigingPersberichten

Zet de taal- en spraakspecialist in als het om de toekomst van kinderen gaat

NVLF wil dat Sander Dekker van OCW logopedisten inschakelt in voorscholen.

Investeren in de ontwikkeling van kinderen is investeren hun toekomst. Volgens onze maatstaven denken we bij toekomst in dit verband aan: scholing op het niveau van de eigen capaciteit, ontplooiing van het individuele talent of het volgen van carrierepaden naar werk. Taalverwerving en
taalbegrip zijn de sleutel tot persoonlijk geluk en maatschappelijk succes. Onlangs was er opnieuw kritiek op de effectiviteit van voorschoolse educatie, wat voor Kamerlid Tjitske Siderius aanleiding was om staatssecretaris Dekker (OCW) om opheldering te vragen. Volgens de NVLF ontbreekt er
nog steeds een essentiele schakel in de politieke discussie: de logopedist als de taal- en spraakspecialist.

De kansen op een rooskleurige toekomst wat betreft scholing, ontplooiing en kennisontwikkeling worden sterk bepaald door de taal. Ben je goed met taal, dan beheers je de basisvaardigheid om -al lerende en doende- zelfstandig een weg te vinden. Kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 doen niets
anders dan zichzelf leren kennen in allerlei situaties. Daarbij hebben ze hun taal als belangrijkste referentie om de wereld om hen heen te begrijpen.

TOS is buiten beeld
Het is vanzelfsprekend te prijzen dat de overheid het tot haar taak rekent om kinderen vanaf zeer jong (twee jaar) die basisvaardigheid bij te laten brengen, wanneer ouders de taligheid missen die in de opvoeding van kinderen zo onmisbaar is. Dat hetgeen daarvoor wordt ingezet ook effectief
moet zijn, staat buiten kijf. Dan is het uitermate wrang om geconfronteerd te worden met een vernietigende uitspraak over de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie: die zou 0 effect hebben op de talige en sociale ontwikkeling van kinderen. Hoewel het ministerie van OCW direct na de
publiciteit over het `failliet van de voorschool' het tegenoverstelde beweerde van wat oudervereniging BOiNK gesteund door bijzonder hoogleraar Kinderopvang Ruben Fukkink in het actualiteitenprogramma Brandpunt stelde, liegen de onderzoeken die dit failliet aantonen er niet om. Al jaren
verschijnen met regelmaat publicaties waarbij de conclusie luidt dat het niet best is gesteld met ons vve-aanbod. Alleen staatssecretaris Dekker is er nog niet van overtuigd dat er acuut gestopt moet worden met de jaarlijkse miljoenen voor onderwijsondersteuning op deze manier. Zo blijkt uit
zijn schriftelijke reactie op het verzoek, naar aanleiding van de uitzending van Brandpunt, van kamerlid Siderius om de kamer te informeren over de effectiviteit van de inzet van de voorschoolse educatie. In zijn brief aan de Kamer noemt staatsecretaris Dekker ter verzachting van het negatieve
beeld het belang van de kwaliteit van pedagogisch medewerkers en de inzet van hbo-ers. Er ontbreekt een belangrijk feit: taalachterstand als gevolg van taalontwikkelingsstoornissen (TOS) kan alleen vast worden gesteld met behulp van logopedische kennis. Naar schatting hebben in Nederland
175.000 kinderen TOS.

Benut capaciteit
Logopedisten, HBO opgeleid, kunnen een mogelijke taalontwikkelingsstoornis signaleren, beschikken over meetinstrumenten waarmee zij de oorzaak van de taalachterstand kunnen bepalen en hebben een klinische blik om diagnostiek te plegen, nodig voor de juiste vervolgstappen: taalstimulerende VVE
of toch wellicht een logopedische interventie. Dat deze capaciteit niet wordt benut is eigenlijk niet goed uit te leggen als je beziet hoeveel geld er wel naar onderwijsondersteuning toevloeit en hoe pover het resultaat daarvan is.
Anders dan het onderwijs, dat vooral met programma's werkt, kan de logopedist gedetailleerd in kaart brengen wat er met een kind aan de hand is dat achterloopt in de taalontwikkeling. Een taalontwikkelingsstoornis moet op jonge leeftijd, rond het tweede levensjaar, worden gesignaleerd zodat
tijdig de juiste interventie kan plaatsvinden. De rol van de logopedist bestaat uit het filteren van de oorzaak van het taalprobleem: kinderen met een taalontwikkelingsstoornis worden zo onderscheiden van kinderen met een blootstellingsachterstand. Dit laatste is er aan de hand als er thuis
niet of weinig Nederlands met jet kind wordt gesproken. Of welke andere moedertaal ook.

Coaching van ouders
Logopedisten hebben de vaardigheid om andere professionals (artsen, verpleegkundigen, pedagogisch medewerkers, etc.) binnen de jeugdgezondheidszorg en in VVE-settings te scholen op het gebied van de spraak- en taalontwikkeling. Middels coaching kan de logopedist aan ouders specifieke kennis en
vaardigheden over taalstimulering overbrengen op grond van de normale en de afwijkende ontwikkeling. Effectief inzetten van taalstimulerende programma's is gebaat bij het kunnen herkennen door ouders en het kunnen vaststellen door professionals van signalen die in de richting wijzen van een
taalstoornis.

Vervroeg de screening
In het verleden screenden preventief werkende logopedisten kinderen op 5-jarige leeftijd als onderdeel van de jeugdgezondheidszorg. Het accent waarop screening qua leeftijd effectief is, verschuift naar de 0-4 jarigen. Terecht!
Veel gemeenten hebben de afgelopen jaren op preventieve logopedie bezuinigd waardoor de screening van de spraak- en taalontwikkeling niet meer door een logopedist wordt uitgevoerd. Nu er twijfels rijzen over de kwaliteit van VVE en ook dit vangnet voor kinderen met een taalachterstand niet
langer betrouwbaar is, wordt het hoog tijd dat de taal- en spraakspecialist (de logopedist) ingezet wordt.

De NVLF stuurde 2 december aan staatssecretaris Sander Dekker een brief waarin de vereniging haar standpunt toelicht over de inzet van logopedie in het kader van vve.