Noodzakelijke dijkversterking kost of veel ruimte, of veel geld


Noodzakelijke dijkversterking kost of veel ruimte, of veel geld

Rijkswaterstaat en de waterschappen trekken 24 miljoen euro uit voor innovaties om dijken stabieler te maken. Een derde van de belangrijkste dijken voldoet niet aan de veiligheidseisen. Slimme oplossingen moeten voorkomen dat karakteristieke dijkhuisjes tegen de vlakte moeten.

Terwijl in Parijs 195 landen onderhandelen om te voorkomen dat de aarde nog verder opwarmt, staat Nederland aan de vooravond van de grootste dijkversterkingsoperatie ooit. Rijkswaterstaat en waterschappen maken vandaag bekend dat ze 24 miljoen euro stoppen in innovaties om dijken stabieler te
maken. Voor 2028 moeten ze meer dan 1100 kilometer dijken hebben versterkt, maar liefst een derde van de primaire waterkeringen langs de grote rivieren en kust die het land tegen overstromingen beschermen. Vanaf 2017 gelden strengere veiligheidseisen, waardoor die opgave nog groter wordt.

Het opwarmende klimaat zorgt er niet alleen voor dat de zeespiegel stijgt, maar ook dat het in Nederland vaker en harder regent. De rivieren en polders krijgen daardoor meer water te verwerken, verklaart Richard Jorissen, directeur van het Hoogwaterbeschermingsprogramma, waarin Rijkswaterstaat
en alle waterschappen samenwerken om die gigantische klus te klaren. ,,Afgelopen jaren hebben we de rivieren al meer ruimte gegeven, zodat de waterstand minder hoog wordt. Dat gaat hand in hand met het versterken van de dijken.''

Ramp

Ongeveer een derde van de afgekeurde dijken is instabiel. Dat betekent dat ze aan de polderkant dreigen te verzakken als het water stijgt. Waar dat toe kan leiden, bleek in 2003 in Wilnis. De ringdijk rond de polder brak door, een woonwijk stroomde onder water. Jorissen: ,,Als zoiets bij
hoogwater met een rivierdijk zou gebeuren, is dat het recept voor een grootschalige ramp.''

De klassieke aanpak om dijken sterker te maken - ze verbreden - neemt echter veel ruimte in beslag. Dat kan niet overal. Voor de IJsseldijk tussen Gouda en Krimpen aan den IJssel is dat bijvoorbeeld geen optie. Deze dijk, een van de zwakste van Nederland is namelijk ook de dichtstbebouwde.

Tegen de hoge, smalle rivierdijk liggen honderden huizen aangeklemd. Oude huisjes, zoals dat van Marien Vermeulen in het lintdorpje Gouderak. Gebouwd rond 1900 overleefde het de watersnoodramp van 1953. Toen de Krimpenerwaard onder water liep, hield het dijkhuisje stand - alleen de zijgevel
begaf het.

En al die historische dijkhuisjes zouden nu alsnog moeten wijken om te zorgen dat de 200.000 inwoners van de Krimpenerwaard droge voeten houden? Dat is geen optie, zegt projectmanager Jasper Tamboer van Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard. ,,Alleen al aan het traject van 10
kilometer dat we als eerste gaan aanpakken, staan meer dan 700 huizen en bedrijven. Die kun je niet platbulldozeren.''

En er zijn alternatieven. Zo kan in de dijk een betonnen constructie worden gemaakt. Maar zo'n diepwand is drie keer zo duur als de 12 miljoen euro per kilometer die een standaard dijkverbreding kost. Voor de bewoners is zo'n operatie bovendien heel ingrijpend. Aan de overkant van de
Krimpenerwaard, rond de Lekdijk bij Ammerstol, hebben ze dat de afgelopen jaren ervaren.

In de smalle, pittoreske dorpsstraat van Gouderak schetst Tamboer hoe dat eruit zou zien. Kranen van 40 meter voor de deur, die een betonnen wand in een 20 meter diepe gleuf heien. Reken maar dat je die trillingen binnen voelt. Als ze de oude huisjes al niet ruineren.

Over de dijk fietsen scholieren, elke dag rijden er 5000 auto's, bussen en vrachtwagens. Dat verkeer zou jarenlang moeten worden omgeleid. Het waterschap onderzoekt nu of innovaties, zoals een soort ankers die in de dijk worden geperst, uitkomst kunnen bieden.

Overtuigen

Hoewel de schop pas over 6 jaar de dijk in gaat, houdt het waterschap nu al elke dinsdagochtend inloopspreekuur over het project. Dat moet bewoners helpen overtuigen van de noodzaak van de hele operatie, en hen nader bij het proces betrekken.

In het oude gemaal van Gouderak vertelt Vermeulen dat hij zich meer zorgen maakt over het verkeer op de dijk dan over het water erachter. ,,Het raast hier maar voorbij, twee vrachtwagens kunnen elkaar amper passeren. En daar fietsen mijn kinderen dan langs. Laat ze daar eens wat aan doen.''

Naar die hartenkreet wordt geluisterd, verzekert het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Jorissen: ,,Een dijk is meer dan een waterkering. Nederlanders leven met dijken. Ze wonen er, recreeren er en gebruiken ze om van A naar B te komen. Een slimmere aanpak is niet alleen financieel, maar ook
maatschappelijk wenselijk.''

www.ad.nl