Beter opvangen van gevluchte kinderen moet en kan.


30 november 2015, Voorburg

Nadat 158 organisaties opriepen om gevluchte kinderen in Nederland beter op te vangen, vroeg staatssecretaris Dijkhoff begrip voor de situatie. Een beetje geduld was de teneur.

Volgens Karin Kloosterboer neemt hij het lot van deze kinderen niet serieus. Er moet betere opvang geboden worden en dat kan ook.

Kwetsbare kinderen

Een jongen van 12 die net enkele maanden in Nederland is, vertelt hoe hij gevlucht is voor de verschrikkingen van de oorlog in Syrie. Uit zijn onzekere blik blijkt hoe hij dat ingrijpende verleden met zich mee draagt. Hij vertelt over zijn angst toen hij voor de zoveelste keer in de bus werd
gezet naar een ander centrum. Ze zouden hem toch niet terugbrengen naar Syrie?

Het is maar een klein voorbeeld, maar het tekent de grote impact die het gebrek aan stabiliteit heeft op deze kwetsbare kinderen. Ten onrechte lijkt staatsecretaris Dijkhoff ervan uit te gaan dat het 'luxe' is als je op dit moment behalve een bed voor kinderen om meer vraagt. Voor kinderen
zijn zaken als onderwijs, gezondheidszorg waaronder psychische hulp, speelmogelijkheden en goede ondersteuning van ouders echter van levensbelang.

Verschoven als damstenen

Binnen het huidige beleid denkt het COA vanuit logistiek; kinderen worden als damstenen verschoven van noodopvang naar crisisopvang of azc en weer verder. Al in 2009 en 2013 bleek uit onderzoek hoe schadelijk deze benadering is voor kinderen. Steeds verhuizen betekent niet alleen telkens een
nieuwe woonplek, het gaat ook om het kwijtraken van vriendjes, geen contact meer met vrijwilligers die naar je omkeken, opnieuw beginnen op een school. Het beleid kweekt zo kinderen die nachtmerries hebben, geen vertrouwensbanden meer opbouwen, in zichzelf gekeerd raken of juist zeer agressief
reageren.

Door dit beleid beschadig je deze kinderen en daarmee - op termijn - ook de samenleving waar zij hun nieuwe toekomst mogen opbouwen. Juist om kinderen te beschermen bestaat het VN-Kinderrechtenverdrag. Hierin worden minimumeisen geformuleerd: dat wat kinderen tenminste nodig hebben om kind te
zijn en om op te groeien tot gezonde en evenwichtige medeburgers. Op dit moment voldoet Nederland niet aan de verplichtingen van dat verdrag. De staatsecretaris richt zich op het lenigen van de nood op de korte termijn, maar kinderen worden zo op de lange termijn beschadigd. Dat moet dus
anders en dat kan ook.

Suggesties voor verbetering

Al jarenlang worden er suggesties gedaan om de situatie voor asielzoekerskinderen te verbeteren. Ik doe een kleine greep.

Opvang op een locatie

Een concrete verbetering is om kinderen op een locatie op te vangen. Vanaf aankomst in Nederland tot moment van vertrek naar het land van herkomst of naar een huis in Nederland hebben ze zo een eigen vaste plek. Het is de sleutel voor het oplossen van veel andere problemen. Als
staatssecretaris Dijkhoff zegt dat onderwijs niet lukt omdat 'kinderen niet lang op dezelfde plek zitten', dan klopt dat. Hij is de enige die daar iets aan kan doen.

Kleinere opvang

De Vereniging Nederlandse Gemeenten deed in oktober 2015 een aanbod voor kleinere opvanglocaties. Dat is immers minder belastend voor een gemeente dan een opvang voor vele honderden asielzoekers. Op deze manier is er meer langdurige opvang beschikbaar. Dit pleidooi sluit naadloos aan bij
opvang waarin het belang van het kind beter gediend wordt.

Al in 2012 deed de Werkgroep Kind in azc een uitgewerkt voorstel voor kleinschalige opvang als alternatief voor de grotere locaties en de verhuizingen die zoveel onrust geven. Ze pleiten voor opvang waar bewoners meer verantwoordelijkheden krijgen en waar kinderen op een vaste woonplek en
school kunnen blijven. Dit zogenaamde NOA-plan werd terzijde geschoven door ministerie en COA, maar het alternatief is er wel degelijk. In de praktijk bestaan nu al inspirerende voorbeelden van hoe het beter kan., Zoals het BuurT-Thuis van Inspiratie Inc. dat net buiten azc Almere is
gerealiseerd.

Goede informatievoorziening

Een heel praktische verbetering is om kinderen, hun ouders en professionals goed te informeren. Te vaak horen mensen niet of te laat dat ze vertrekken en waarheen. De angst van de 12-jarige jongen die dacht dat hij terug moest naar Syrie is een schrijnend gevolg. Dit is echter een symptoom van
een breder probleem. Mensen die gevlucht zijn weten vaak niet waar ze aan toe zijn in ons asielsysteem. Voor kinderen is dit gebrek aan informatie een bron van angst en onzekerheid die we moeten doorbreken.

Uiteindelijk draait het ook om het geloof in de kracht en mogelijkheden van de Nederlandse samenleving. Overal ontstaan initiatieven om kinderen en volwassenen die gevlucht zijn te helpen en er liggen concrete verbetervoorstellen op tafel. Het kabinet moet in gezamenlijkheid de uitdaging
oppakken om te zorgen dat asielzoekerskinderen allereerst kind kunnen zijn. Een betere opvang voor gevluchte kinderen kan niet alleen, het is onze plicht.



Karin Kloosterboer is voorzitter van de Werkgroep Kind in azc en Kinderrechtendeskundige bij UNICEF Nederland.