Column: Fluiten


Eric van Oosterhout

Het zijn van die dagen die dit werk zo leuk maken. Fluitend rij ik naar Garage TDI. Dat is het Drentse Jeugdtheater in Assen, waar ik de voorzitter van mag zijn.

Nu ben ik er voor andere zaken. De elf Drentse wethouders cultuur zijn aanwezig om met hun ambtenaren het Drentse cultuurbeleid te bespreken. De gedreven Cultuurgedeputeerde Van der Tuuk (ook Aa en Hunze) is tevens aanwezig. We maken er een mooie ochtend van. Er is veel animo om nog meer
gezamenlijk allerlei cultuurzaken op te pakken: onderwijs, festivals, routes, etc.

Ik verlaat iets eerder fluitend de bijeenkomst om snel door te rijden naar Aalden. Daar is een andere oploop: het congres van het Recreatieschap. Ook hier mag ik de gastheer en de voorzitter zijn. Ruim 250 mensen uit het toeristisch veld zijn bij elkaar gekomen om de nieuwste ontwikkelingen op
dit terrein te bespreken. Het is tijdens de lunch al gezellig. Bij de opening van het congres wordt de stemming nog beter als Gedeputeerde Henk Brink laat zien dat de laatste cijfers over het Drentse toerisme weer een stijgende lijn laten zien. Na de gebruikelijke inleidingen, workshops en het
cabaret mag ik Hans Hartog toespreken. Hij is 33 jaar de directeur en het gezicht van het Recreatieschap Drenthe geweest. Het wordt een warm ontroerend afscheid. Na afloop hebben we een drukbezochte receptie.

Ik heb al tientallen mensen gesproken, als ik hem ineens zie zitten. Hij heet ook Erik, ik schat in met een K. Voormalig ambtenaar toerisme uit Emmen. We hebben elkaar wel eens eerder gesproken. Hij heeft mijn lengte, hoewel hij daar nu meer last van heeft dan gemak, schat ik zo in. In een
rolstoel lijkt mij een bovengemiddelde lengte eerder een handicap, maar ik ben geen ervaringsdeskundige. Ik ga bij hem zitten. Hij schudt me wat moeizaam de hand. Hoewel ik er vandaag al tientallen gesprekjes op heb zitten, is het hier even zoeken naar de juiste woorden. Ik hou het maar op:
"Moi, hoe is het met je?" Ik verwacht: "Kon beter," of desnoods "klote". Maar hij glimlacht wat en vertelt dat het heel behoorlijk gaat. Hij schakelt snel over naar de afscheid nemende directeur, die hij heel goed vond en dat het zo leuk is om weer zoveel bekenden te zien. Zo nu en dan zie ik
hem even naar een woord zoeken, een kleine hapering, een tel rust. Zijn vrouw drukt hem een glaasje bier in de handen, dat hij met twee handen kan vasthouden.
Dan volgt het verhaal snel: met pensioen, leuk bijbaantje als chauffeur op huurauto's, rondje op de racefiets en die ene chauffeur (een arts nota bene) die hem over het hoofd zag. Op de grond realiseert hij zich meteen dat het mis is. Ik luister ademloos. Hoop gedoe over de schuldvraag, hoop
gedoe over de woningaanpassing (de gemeente vraagt of hij niet beter kan verhuizen) en een zorgeloze toekomst aan barrels. We praten nog een tijd door en ik wens hem alle sterkte. Buiten fluit ik een toontje lager.