Nieuwe visie op klimaatopgave watersysteem


09 december 2015

Waterschap Vechtstromen is in overleg met de gemeenten Emmen, Coevorden, Hardenberg en Ommen tot een nieuwe visie op de klimaatopgave gekomen. De nieuwe visie stelt de overheden in staat om met meer oog voor ruimtelijke belangen en kostenefficientie de komende jaren de gevolgen van meer neerslag
door klimaatverandering op te vangen. Er is sprake van een nieuwe benadering die een vervolg is op de afspraken die de betrokken gemeenten en waterschap in 2009 hebben gemaakt in het Lokaal Bestuursakkoord Water (LBW). De nieuwe visie is mede tot stand gekomen in samenspraak met de provincies
Drenthe en Overijssel en verschillende belanghebbenden.

In het LBW, zoals dat in 2009 is gesloten, hebben het toenmalige waterschap Velt en Vecht en de gemeenten Emmen, Coevorden, Hardenberg en Ommen afgesproken dat er ruimte moet worden gereserveerd om in geval van hevige neerslag water te kunnen bergen. Daarbij zouden maatregelen in 2021 gereed
moeten zijn, anticiperend op het klimaat dat wordt verwacht in 2050. De nieuwe visie richt zich op het voldoen aan provinciale normeringen. Deze normen geven aan hoeveel bescherming een gebied minimaal moet genieten tegen een overstroming. Een groot deel van het landelijk gebied van
Vechtstromen Noord is aanmerkelijk beter beschermd dan de geldende normen. Dat betekent dat er voorlopig weinig maatregelen nodig zijn om aan de normen te kunnen voldoen. Een ander kernpunt in de nieuwe benadering is dat maatregelen pas nodig zijn als er knelpunten dreigen te ontstaan in het
voldoen aan de normering. Dat betekent dat de deadline van 2021 vervalt. Verder gaat Vechtstromen bekijken of het slimmer en kosteneffectiever is om sommige maatregelen niet in het eigen werkgebied, maar beneden- of bovenstrooms te treffen. Dit vraagt overleg met de buren in Nederland en
Duitsland.
Hydrologisch model
In het LBW is vastgelegd waar hoeveel ruimte voor water moet worden gecreeerd. Voor al deze gebieden is nagegaan of ze bijdragen aan de klimaatopgave en of de bedachte maatregelen dan ook de goede zijn. Veel gebieden blijken wel geschikt te zijn, maar zijn in het licht van de nieuwe visie
(nog) niet allemaal nodig. Voor een aantal projecten geldt dat opnieuw moet worden bekeken wat de juiste maatregelen zijn. Om hier meer duidelijkheid over te krijgen is een hydrologisch model nodig. Met zo'n model kunnen de effecten van maatregelen in onderlinge samenhang met elkaar worden
doorgerekend. Het hydrologisch model komt eind volgend jaar gereed.

Gevolgen voor projecten
Voor een aantal LBW-projecten is nu al wel aan te geven dat deze zonder meer zinvol zijn en weer opgepakt kunnen worden, waaronder de realisatie van het bergingsgebied Ossehaar bij Coevorden. Ook zijn er een paar die definitief zijn stopgezet. Zo heeft het dagelijks bestuur van Vechtstromen
besloten dat het Schoonebeekerdiep niet wordt heringericht als een meanderende beek in een brede beekbedding van circa 100 meter. Het gebied Schoonebeekerdiep blijft nog wel in beeld. Ook trekt het waterschap het projectplan Weijerswold in. De provincie Drenthe handhaaft de aanwijzing van het
bergingsgebied Weijerswold totdat de uitkomsten van het hydrologisch model meer duidelijkheid brengen.